Op wereldreis in de jaren ’90: “We logen dat we getrouwd waren”
- Artikel
- 22 okt 2024
- 7 minuten leestijd
Marije en Anco, destijds 18 en 22, trekken begin jaren ‘90 samen de wijde wereld in. Het doel? Zoveel mogelijk plekken bezoeken met het openbaar vervoer. Een mobiele telefoon was er niet, dus in plaats daarvan vertrouwen ze op zichzelf, kaarten en een heleboel reisgidsen.
Je zou misschien verwachten dat bij zo’n grote reis een heleboel voorbereiding komt kijken. In werkelijkheid? Van tevoren hadden Marije en Anco maar twee treintickets gekocht: één naar Boedapest, de ander vanuit Beijing naar Moskou. Een heel andere voorbereiding dan een standaard all-inclusive vakantie dus. Met een tentje en vijfendertighonderd gulden op zak gaan ze in april 1993 de vrijheid tegemoet. Hun reis begint in Nederland en wordt vervolgd via landen als Iran, Pakistan en China, met een tussenstop in Moskou.
Iraanse gastvrijheid
Via Boedapest en Istanboel reizen Marije en Anco naar Iran, waar ze met open armen worden ontvangen. “Er was een hele grote nieuwsgierigheid naar Europeanen, dus we werden vaak bij mensen thuis uitgenodigd. De mensen die je uitnodigden waren geïnteresseerd in hoe we in Europa leefden en wilden daar veel over horen. Daarnaast lieten ze zien dat het een super relaxed land was.” Eén van deze mensen is Asghar, bij wie het stel elke dag geld komt wisselen. Hij biedt zichzelf aan als gids en leidt de Nederlanders rond door de stad.
In Iran merken Marije en Anco een verschil in omgang met het man-vrouw aspect. “In hotels mocht je alleen samen slapen als je getrouwd was, dus toen ze het aan ons vroegen, zeiden we maar ja.” Een leugentje om bestwil, die ze later in de problemen brengt bij de immigratiepolitie. Wanneer ze hun visum willen verlengen, wordt opnieuw gevraagd of ze getrouwd zijn. Daar durven ze niet te liegen: “Ze belden direct naar het hotel waar we hadden geslapen. Het hotel kreeg een donderpreek, en medewerkers kregen de opdracht om ons zo ver mogelijk uit elkaar te zetten.” Dus daar zaten ze dan, in hun eentje aan uiterste kanten van het hotel. “Dan is zo’n onbekend land ineens heel spannend.”
"You can uncover yourself now"
In Pakistan zag de gastvrijheid er anders uit. Al bij de grensovergang valt dat op, wanneer er een opmerking wordt gemaakt naar Marije: “You can uncover yourself now”. “Wederom werden we uitgenodigd bij mensen thuis, maar het was merkbaar dat mannen mij anders benaderden.”, vertelt Marije. Ze legt uit hoe mannen vaak tegen haar aanliepen, of bepaalde verwachtingen van haar hadden: “Jij bent een Europese vrouw, dus jij wilt vanalles.” Eén moment herinnert ze nog goed, in een café waar zij de enige vrouw was. “Op een schermpje stond MTV aan, met een clip van Madonna. Mannen keken heen-en-weer, van het scherm naar mij.”
Een pannetje met geitenvlees
Toch gaan ze de gastvrijheid niet uit de weg. In Quetta, net over de grens van Pakistan, worden Marije en Anco uitgenodigd voor een offerfeest. “Het was heel bijzonder: overdag kocht elke familie een geit. Dan hoorde je ‘s nachts al die geiten mekkeren op het binnenterrein. Vervolgens kwam ‘s ochtends de slager.” Marije wil dit niet zien, en springt onder de douche. Maar gastvrij als deze Pakistani waren, is dat voor de slager geen probleem: hij wacht rustig op Marije, met zijn knie drukkend op de nek van een geit. De dagen erna liggen overal resten slachtvlees op de grond. Ook Marije en Anco krijgen een portie vlees mee, die ze dankbaar meenemen in de trein tot het vlees bederft: “Binnen een halve dag zaten er maden in.”, vertelt Marije. Tja, een koelkast hadden ze natuurlijk niet.
Anders behandeld
Bij binnenkomst in China merken de Nederlanders direct dat ze anders worden behandeld dan in de landen ervoor: ze krijgen apart reizigersgeld, moeten in speciale toeristenhotels slapen en merken voor het eerst echt een taalbarrière: “Een treinkaartje kopen was erg lastig.” Hoe dat werd opgelost? “Dan zochten we iemand die Engels kon en die vroegen we dan mee naar het ticketkantoor.” Met onze kaarten en reisboekjes lieten we zien waar we naartoe wilden.”
In Beijing verruilen Marije en Anco de bus en trein tijdelijk voor een oud, vertrouwd, Nederlands vervoermiddel: de fiets. “Overal zag je fietsers”, zegt Anco. “Mensen namen alles mee op de fiets: dieren stonden opgestapeld op mandjes of hingen aan de fiets.” Dat is nu wel anders, met het bestaan van een vijfitigbaansweg richting Beijing.
Deze stad is tevens één van de steden waar Marije en Anco post kunnen ontvangen. Bellen met het thuisfront is lastig, want dat kost een boel geld en er is veel tijdsverschil met Nederland. Het mailen van brieven kan wel. Hoe dat gaat? “Van tevoren hadden we een aantal steden uitgekozen waar we sowieso naartoe gingen. Mensen konden dan post sturen naar zo’n stad en als je geluk had, vond je daar een brief van thuis.” Meestal stonden daar vooral kleine nieuwtjes in. Zo herinnert Anco zich een brief met het nieuws dat Feyenoord kampioen was geworden.
In Beijing moeten ze ook naar het consulaat van Rusland, om een visum aan te vragen. Eenmaal aangekomen bij de consul, worden ze enthousiast door hem begroet. Omdat het stel Nederlands is, nodigt hij ze uit in zijn woning. “Dan zit je ineens met de consul van Rusland iets te drinken.”, vertelt Anco vol ongeloof. De consul vertelt over zijn persoonlijke leven, over hoe zijn dochter in Leiden studeert en wat hij van haar te horen krijgt over het leven in Nederland. Een bijzondere ontmoeting, die tegenwoordig ondenkbaar is.
Noedels gekookt in treinboilers
Vanuit China reizen ze dagenlang door Rusland met de trein naar Moskou, langs een groot deel van de Trans-Siberië express. Hoe ze zich al die tijd vermaken? Simpel, volgens Anco. “Stel je voor dat je meer dan tweeduizend kilometer in een sprinter zit die propvol is." "Er gebeurt van alles." Zo leren ze hun eigen naam schrijven in het Chinees. "Daarnaast denk je ook gewoon heel veel na over wat je hebt meegemaakt, en kijk je veel uit het raam naar alle mooie landschappen.”, vertelt Anco. Marije knikt instemmend. Aan de Russische grens stonden ook veel CCCP wagens. Twee jaar eerder was er immers een einde gekomen aan de Sovjet-Unie. Marije en Anco merken daar weinig van: “We konden gaan en staan waar we wilden. Wel werden er veel speldjes en mutsen van de Sovjet-Unie verkocht.”
Onderweg wordt er in de trein en op stations ook veel anders verhandeld: van kleding en tassen tot aardappels of vruchten. “Elke wagon had een warmwaterboiler.”, beschrijft Anco. “Die gebruikten Chinese reizigers om thee en noedels in te koken, en ook dat werd weer verkocht.” Ze herinneren de stations als erg druk, en vol met handelaren. Tijdens één van deze stops leren ze de ‘wodka-truc’: “Je moet een draaikolk maken, en als die draaikolk door blijft gaan, heb je wodka! Zo niet, dan ben je gefopt met water.”
Als Marije en Anco terugblikken op de reis, zijn ze het er dan ook mee eens dat ze een hele unieke reis hebben gemaakt: “Deze reis kan je niet opnieuw doen, want tegenwoordig zou je veel meer in contact blijven met thuis.” Hun ouders waren blij toen ze veilig thuiskwamen, en dat snappen ze wel: “Ik vind het wel dapper van onze ouders dat ze ons hebben laten gaan.”, sluit Marije af, die stiekem wel dankbaar is om niet in haar ouders’ schoenen te staan.
Reisadvies genoemde landen
Let op: het reisadvies voor meerdere bestemmingen in de beschreven wereldreis is momenteel oranje of rood, wat betekent dat het afgeraden wordt om hier naartoe te reizen. Bekijk hier het reisadvies voor Pakistan, hier het reisadvies voor Iran en hier het reisadvies voor Rusland.
Zelf een treinreis maken dichter bij huis? Hier vind je een route door Corscica.