Op de vlucht voor rovers en bandieten: dit was het leven in een tulou
- Artikel
- 07 jan 2025
- 5 minuten leestijd
Heb je je ooit afgevraagd in wat voor huis Disneyprinses Mulan woont? Dat zijn tulouhuizen, verdedigingsmuren die vroeger werden gebruikt als bescherming tegen het ruige leven erbuiten. Ze liggen verstopt tussen groene heuvels en rijstvelden in het Chinese Fujian.
Ja, ze bestaan echt. Tulou’s zijn grote, meestal ronde bouwwerken die functioneren als zelfvoorzienende dorpen. Als de noodzaak van deze verdedigingsmuren ergens uit blijkt, is het wel uit de hoeveelheid van dit soort dorpen die destijds zijn gebouwd. In totaal stonden er ooit namelijk meer dan twintigduizend, waarvan een heleboel nog bestaan en 46 daarvan zijn aangemerkt als UNESCO Werelderfgoed. In één tulou pasten soms tot wel achthonderd mensen, maar niet alle tulou’s zijn even groot. De reden? Elk huis werd bewoond en gebouwd door een volledige gemeenschap, bestaande uit families waarvan de meeste aan elkaar verwant waren. Nieuwe kamers werden aangebouwd aan bestaande, maar groeide een familie te hard en was er geen ruimte over? Dan moesten een aantal mensen de eigen tulou verlaten om een nieuwe te bouwen. Vaak naast de oude.
Poepen in een oude schoen
Alleen een handvol ouderen woont nog in een tulou, en dat heeft voor een groot deel te maken met de afwezigheid van moderne faciliteiten. Waar je aan moet denken? Er zijn bijvoorbeeld geen aangesloten toiletten, dus om naar de wc te gaan moet je buiten de muren treden of een pot gebruiken om het op te vangen, die je vervolgens leegt. Misschien kan je je voorstellen dat het legen van zulk afval binnen de tulou een vreselijke stank zou veroorzaken. Het is de reden dat veel toiletbezoeken buiten de muren plaatsvinden. Ook is er geen verwarming aanwezig. Hoewel Fujian een relatief warme winter kent, kunnen de nachten toch afkoelen tot zo’n tien graden. En voor wie erg gehecht is aan privacy zal wonen in een tulou ook lastig zijn, want de kamers zijn klein en sluiten hutjemutje op elkaar aan. Klein, weliswaar, maar daardoor wel symmetrisch en zonder sociale hiërarchie binnen de gemeenschap.
Architectuur uitgelegd
Het leven binnen zo’n tulou is van oorsprong dus redelijk primitief, maar dat is net gek als je bedenkt uit welke tijd ze komen. Tulou’s werden namelijk gebouwd van de vijftiende tot en met de twintigste eeuw. In die periode waren er veel oorlogen tussen krijgsheren en kende China veel bandieten en rovers. Wie op de vlucht sloeg, wilde zijn of haar familie zo snel mogelijk in veiligheid brengen. Kunstmatige materialen waren hierbij niet in overvloed, dus werden materialen uit de natuur gebruikt. Zo werden dikke muren gebouwd met aarde uit de grond. Deze muren zijn wel één meter dik en hielden naast bandieten ook de verspreiding van vuur tegen. Wel zo handig in een fort dat voor een groot deel bestaat uit hout.
Hoe de tulou verder is opgebouwd? Precies in het midden staat vaak een tempel, die kan worden bezocht om te bidden. De tempel is versierd met houtbewerkingen en staat op een rond pleintje, gemaakt van kleine steentjes die in bijzondere patronen zijn gelegd. Tegenwoordig zijn sommige van deze pleinen vervangen door betonnen grond. Op dit plein vind je vaak ook diepe putten met zoet water en rondom het plein vind je kamers in ringvorm, opgedeeld in verdiepingen. Elke tulou bestaat uit twee tot vier verdiepingen, met ieder een eigen functie. De begane grond wordt doorgaans gebruikt voor koken, de eerste verdieping voor opslag van bijvoorbeeld rijst, en alles daarboven wordt gebruikt als slaapkamer. Elke verticale kolom verdiepingen behoort tot één familie binnen de gemeenschap.
Wie een tulou bezoekt zal niet alleen mensen, maar vaak ook dieren tegenkomen. Kippen en eenden worden bewaard in een hok of lopen vrij rond over het plein, konijnen worden daarentegen in grote kruiken en aardewerken gezet om ruimte te besparen. Hoewel veel tulou’s maar één ingang hadden om vijanden buiten te houden en overzicht te bewaren, hebben modernere tulou’s soms meer ingangspoorten.
Ingericht voor reizigers
Inmiddels zijn de meeste tulouhuizen onbewoond, maar niet altijd ongebruikt; in drukker bezochte regio’s van China zijn een aantal van deze ronde verdedigingsbouwwerken omgebouwd tot hotel. Bezoekers krijgen een kijkje in het leven van de mensen die er vroeger woonden. Echt dezelfde ervaring is het echter niet, want waar het leven in een tulouhuis vroeger zonder al te veel gemakken was, hebben de hotels wat meer faciliteiten gekregen om het reizigers naar hun zin te maken.
Hakka cultuur
Hoewel de meeste mensen het leven in een tulou als vrij primitief zouden beschouwen, werd dit binnen de Hakka cultuur juist als teken van succes gezien. Deze cultuur is vernoemd is naar de mensen die van oorsprong in tulou’s woonden. Ze vluchtten ooit vanuit het noorden naar het zuiden en hebben hun een eigen taal, muziek en tradities. Een cultuur die door veel mensen nog steeds wordt aangehangen, ook in Nederland. Zo vind je door het land verspreid verschillende restaurants die typische Hakka gerechten bereiden en is er tientallen jaren geleden een Nederlandse Hakka vereniging opgericht die tot op de dag van vandaag nog steeds bestaat. In Fujian, de provincie waar veel tulou’s staan, komt men jaarlijks samen voor een lentefeest; er wordt wijn van rijst gedronken, verschillende gerechten bereid en er wordt een voorstelling gegeven van een traditionele dans. En dat alles, volgens tradities uit de Hakka cultuur.
Niet alleen in China staan forten. Dit paranormale fort in India jaagt je de stuipen op het lijf.