Review The Apprentice: hoe een jonge Donald Trump leerde winnen (en z'n mentor naaide)
The Apprentice
The Apprentice vertelt weinig nieuws, dringt niet door in het hoofd van Trump en is geen juicy controversiële film om fans of haters extra op te fokken. Hij schittert (in tegenstelling tot z’n main character) juist in nuance. Met Oscarwaardige performances van Sebastian Stan en Jeremy Strong.
Maak je een (deels gefictionaliseerde) film over Donald Trump, dan heeft zowat de halve wereld en hun moeder al een mening klaar nog voor ze iets gezien hebben. Ook Trump zelf, die de film op X ‘fake’ en ‘classless’ noemde, de makers ervan ‘human scum’ en dreigde met een rechtszaak. Een logische reactie van de man die ooit leerde dat er drie regels zijn tot succes. Nummer één: ‘attack, attack, attack’. Nummer twee: ‘admit nothing, deny everything’. En nummer drie: ‘always claim victory, never admit defeat’. Het zijn de lessen die Trump leerde van mentor Roy Cohn: de brute, corrupte advocaat en closeted gay die over lijken ging, als lid van de New Yorkse high society zowat iedereen kende (inclusief de maffia) en berucht wilde feestjes gaf.
A-student
The Apprentice schijnt z’n licht vooral op de jaren zeventig waarin een nog jonge en onzekere maar ambitieuze Donald Trump het als zoon van een dominante vastgoedontwikkelaar probeert te maken. Maar het is Cohn die Trump vaderlijk-ish onder z’n hoede neemt en hem vormt tot een vastgoed big shot. Mét die drie bekende regels dus en de wijze les dat er in de wereld maar twee soorten mensen zijn: winnaars en verliezers. Om het te maken moet je vooral spelen op de man, niet op de bal. Leerling Trump luistert zó goed, dat diezelfde tips en tricks zich als een boomerang tegen meester Cohn keren. Eenmaal schatrijk, invloedrijk en super doortrapt schiet Trump zodanig door dat hij z’n (inmiddels doodzieke) mentor op z’n meest kwetsbare moment verraadt, vernedert en laat vallen. Aan het einde van The Apprentice steken Trumps machtsgeilheid, meedogenloosheid en arrogantie ver boven z’n bekende Trump Tower, terwijl van een (al haperend) moreel kompas, medemenselijkheid en uitingen van kwetsbaarheid dan niet meer over zijn. En dan zijn we nog maar bij de jaren tachtig…
‘Smaakt naar meer’
Voor iedereen die de Netflix docuserie Trump: An American Dream over de relatie met Cohn zag, voegt The Apprentice weinig nieuws toe. Ook aan Trumps huwelijk met Ivanka die in de film aan bod komt (ja zelfs ook over de mogelijke verkrachting) zijn de afgelopen jaren veel artikelen besteed. En wie met deze film hoopt om dieper tot de kern te komen van de ongrijpbare Trump, komt ook bedrogen uit. Ja, je ziet hoe zijn dubieuze carrière en machtspositie worden gevormd, maar niet waarom juist híj́ zo vatbaar is voor een slang als Cohn en alle grenzen overgaat. Zelfs (mentaal) zieke familieleden zijn op een bepaald moment niet meer heilig voor de machtsgeile Trump, zoals te zien in de film. Komt dat puur door de grenzeloze ambitie? Door de daddy issues en gebrek aan liefde? Er ligt overduidelijk meer onder de getoonde oppervlakte (hallo minderwaardigheidscomplex, hallo dysfunctionele familie), maar we komen het via deze film niet echt te weten. Al kan je je afvragen of dat überhaupt mogelijk is en of een poging in die richting een cliché Wikipedia-biopic had opgeleverd.
Oscarkanshebber
Wat The Apprentice vooral fascinerend en sterk maakt, is dat regisseur Ali Abassi en scenarist (en politiek journalist) Gabriel Sherman een intrigerende en meeslepende blik achter de gesloten deuren bieden. De film vat misschien niet de complete persoon Trump, wél de wereld en het corrupte systeem die hem, zijn ego, obsessie met macht, omgang met vrouwen en weirde media-optredens vormden. Met een mooie (maar nergens té gelikte) analoge seventies-eighties look and feel om de sfeer, tijdsgeest en authenticiteit overtuigend neer te zetten. En met sterke en gelaagde rollen van Sebastian Stan en Jeremy Strong. Zo knap hoe dit duo wegblijft van overdreven karikaturen en hun Trump en Cohn genoeg menselijkheid inblazen om ondanks alle dirt met ze mee te blijven gaan. Geef ze allebei een Oscarnominatie.
De makers en de acteurs van The Apprentice lijken bovendien sensatie te vermijden en oprecht te willen begrijpen hoe we gekomen zijn waar we nu zijn. Met als boeiende kernvraag: “Waren er andere mogelijkheden voor deze mensen als hun hele wereld niet gereduceerd was geweest tot winnen en nemen?” De woorden zijn afkomstig van regisseur Abassi zelf die met The Apprentice een menselijke tragedie zet tegenover het idee van een origin villain story. Dat zou te makkelijk zijn geweest. Wat overigens niet wil zeggen dat zijn film niet kritisch is, hij maakt er alleen geen gemakzuchtig sensationele Trump-roast van die doet alsof de figuur Trump nooit mens is geweest. En daarmee doet The Apprentice uiteindelijk het tegenovergestelde dan wat Trump leerde van Cohn en speelt verrassend én verfrissend op de bal. Niet op de man.
- The Apprentice (2024)
- Cijfer: 8
- 2h, 2min
- Drama, biografie, docufictie
- Regisseur: Ali Abassi
- Cast: Sebastian Stan, Jeremy Strong, Maria Bakalova, Martin Donovan