Bugøynes
- Artikel
- 02 sep 2022
- 4 minuten leestijd
Gletsjers, glooiende bergen en fjorden zo puur dat je eruit kan drinken. We hebben het natuurlijk over Noorwegen: het kartelrandje van Europa. En waar het Zuiden elk jaar overrompeld wordt met reizigers, is het Noorden vooral een onaangeraakte vlakte.
Met name Finnmark, in het uiterste Noordoosten van het land, is daar een perfect voorbeeld van. Onaangeraakt is hier een understatement. In de koude provincie leven slechts twee inwoners per vierkante kilometer. Ter vergelijking: in Drenthe, de dunst bevolkte provincie van Nederland, zijn dat er tweehonderdzestig.
Wie door Finnmark reist, komt dan ook vooral groene vlaktes, kale heuvels en kleine vissersdorpen tegen. Zoals Bugøynes, gelegen in het uiterste noordoosten van de regio. Van hieruit kan je bijna Rusland en Finland met het blote oog zien.
Tot 1962 liep er geen enkele weg naar Bugøynes. De enige route naar het dorp was via het water. Toch hadden de ongeveer driehonderd inwoners geen slecht bestaan. Ze leefden voornamelijk van de kabeljauwvisserij en hielden op die manier het hoofd boven water. Tot de kabeljauwindustrie in 1982 door overbevissing instortte. De visverwerkingsfabriek sloot haar deuren en honderden inwoners raakten hun baan kwijt.
Even leek het erop alsof Bugøynes leeg zou stromen, maar Russische onderzoekers boden onbedoeld hulp. Om de visindustrie in het Russische Moermansk een boost te geven, lieten ze koningskrabben vrij in de zee. Razendsnel breidde het territorium van de zeemonsters uit en na verloop van tijd kwamen ze ook voor de kust van Bugøynes terecht. Koningskrabben planten zich razendsnel voort en om de biodiversiteit in de zee te beschermen was het vissen van deze dieren noodzakelijk. Ideaal voor de inwoners van het dorp, die er al snel van profiteerden. Bugøynes was gered.
En nog altijd staat de koningskrab centraal in het kleine vissersdorp. Sterker nog: je kan zelfs op een heuse koningskrabsafari. Met een kleine vissersboot ga je dan de ruige en ijskoude Barentszzee op. Op de safari ga je zelf op zoek naar je avondeten. Dat betekent dus dat je zelf je krab moet vangen én doden. Volgens vissers een goede zaak, aangezien mensen steeds meer lijken te vergeten waar hun eten eigenlijk vandaan komt. Het motto: wie een dier wil eten, moet het zelf doden. Een behoorlijke wake up call voor veel reizigers.
Bugøynes is klein en als je van drukte houdt, is dit waarschijnlijk geen vakantiebestemming voor je. Toch zijn er enkele bezienswaardigheden in het kleine dorp te vinden. Zo kan je naar de eeuwenoude gerestaureerde pier, waarop je ook enkele museums vindt. Of ga naar het wellnesscentrum van het dorp. Deze staat pal naast de oude Barentszzee. Zo zit je dus het ene moment in een bloedhete sauna van tachtig graden om een uur later in de ijskoude zee van maximaal acht graden te zwemmen. Nogal een contrast.
Eten en drinken
Het zal geen verrassing voor je zijn dat koningskrab hét gerecht van Bugøynes is. Die kan je op je safari zelf vangen en ’s avonds opeten of bestellen in de enige bistro van het dorp: Bugøynes Bistro. Hier vind je naast koningskrab ook allerlei andere visgerechten die dezelfde dag nog uit de Barentszzee zijn gevangen.
Vervoer
Tot de jaren zestig raakte je alleen per boot in Bugøynes. Maar die tijd is natuurlijk voorbij nu er wegen naar het dorp leiden. Toch is het vissersdorp niet de ideale plek voor een autovakantie, aangezien je er vanaf Utrecht minstens 34 uur over doet. De handigste manier om in Bugøynes te komen is om via Oslo naar Kirkenes te vliegen. Van daaruit rijd je in ongeveer een uur naar je eindbestemming. Bugøynes zelf kan je makkelijk te voet verkennen.
Goed om te weten
Beste reistijd: Mei tot en met september
Visum: Nee
Inentingen: Nee
Valuta: Noorse Kroon
Taal: Noors
Kraanwater: Drinkbaar