Chochís

Chochís: een piepklein dorp met nog geen duizend inwoners in het laaggelegen gedeelte van Bolivia. Kleurrijke huizen sieren deze kleine stad, waar de winter nooit lijkt te komen. En die warmte is niet alleen in de temperatuur te voelen, maar ook in de barmhartigheid van de bewoners. Een hele week hoef je niet voor het kleine dorp uit te trekken. Maar bijna nergens kom je Bolivia zo puur tegen als hier.  

Waar je niet omheen kan tijdens je bezoek aan Chochís? Een gigantische rots genaamd Torre de David, die imposant naast de stad storent. Deze rotsformatie wordt ook wel Molar do Diabo genoemd, wat vertaald kan worden als ‘kies van de duivel’. En waarom die bijnaam? Met een beetje fantasie zie je een platte kies in de rotsformatie.

Maar naast deze ‘eenzame tand’, ligt een heilig sanctuarium genaamd Mariano de la Torre Sanctuary. Deze religieuze constructie is na de jaren ‘70 gebouwd om de slachtoffers van een grote natuurramp met modderoverstromingen te herdenken. Chochís is dan ook langzaam een katholiek bedevaartsoord geworden en het sanctuarium wordt drukbezocht. Een van de redenen daarvoor? Het prachtige houtsnijwerk waarmee het heiligdom is versierd. Deze oude kunstvorm had de plaatselijke bevolking geleerd van de jezuïeten: een afsplitsing van de katholieke kerk. Zij kwamen eeuwen geleden naar Bolivia om mensen te bekeren. Het opvallendste stuk? Een houten deur van wel duizend kilo, waarin ‘De zonde van Adam en Eva’ is gekerfd. Maar in plaats van de klassieke appel, is hierin een cherimoya gegraveerd: een typisch Boliviaanse vrucht.  

Uitgekeken in Chochís? Neem, op slechts twee kilometer van het dorp, een frisse duik in el Velo de la Novia, letterlijk: de sluier van de bruid. Dit is een natuurlijk zwembad waar een idyllische waterval, omringd door groene bomen en houtsnijwerk, in uitmondt.

Ook op enkele kilometers van het dorp? Een bergeten waar je kristalheldere meren, archeologische overblijfselen en grotten vindt. Dit gebied heet Valle de Piedra, ofwel ‘stenen vallei’. Niet zo gek, aangezien je in de hele streek bijzondere rotsformaties tegenkomt.

Eten en drinken

De haute cuisine reiziger kan misschien niet het hart ophalen in Bolivia, en zelfs nog minder in de provincie Chiquitania, waar Chochís in ligt. De bewoners van het dorp beschrijven hun eten als sota, cabello y rey, letterlijk ‘boer, paard en koning’. Klinkt nog best verrassend, maar deze uitdrukking wordt gebruikt om te benadrukken dat het eten simpel en vooral erg voorspelbaar is. Toch is er ook goed nieuws. Want ben je een grote eter? Dan zal je, door de grote porties, geen honger lijden in deze regio. Een traditioneel gerecht uit de regio is locro de gallina criolla: een kippensoep met gekookte aardappels en rijst erin. Het eten in Bolivia is, net zoals deze soep, maar weinig gekruid. Toch op zoek naar iets meer pit? In Bolivia wordt veel chicha gedronken, een gefermenteerd maïsdrankje met een laag alcoholgehalte.

Vervoer

Om Chochís te bereiken, kan je het beste eerst naar Santa Cruz vliegen. Helaas moet je altijd een keer overstappen als je vanaf Nederland naar Bolivia wil reizen met het vliegtuig. Met een beetje geluk sta je na zo’n zestien uur in de hallen van Santa Cruz Viru Viru Airport, waarna je je reis kan vervolgen. Sinds de aanleg van de Corredor Bioceánico-snelweg, is het een stuk makkelijker geworden om snel én veilig door Bolivia te roadtrippen. Op zoek naar wat avontuur? Huur zelf een auto en binnen zo’n vijf uur sta je aan de voet van de imposante Torre de David. Er rijden ook dagelijks bussen op de verharde weg tussen Santa Cruz en Puerto Quijarro, die stoppen in Chochís. De bustickets zijn in het busstation van Santa Cruz te koop. Toch de lange route nemen en nog langer van het uitgestrekte Boliviaanse landschap genieten? Ook met de trein bereik je in negen uur het dorp.

Goed om te weten

Beste reistijd: Mei tot en met oktober
Visum: Nee
Inentingen: Gele koorts, DTP, Hepatitis A (aanbevolen)
Valuta: Boliviano
Taal: Spaans en 33 andere inheemse talen
Kraanwater: Niet drinkbaar

• Deel