Wat als… je vastzit in het buitenland?
- Artikel
- 20 dec 2022
- 6 minuten leestijd
We kennen allemaal de beelden van grimmige gevangenissen met kamers van een paar vierkante meter. Niet hier in Nederland, maar wel daarbuiten. In totaal zitten zo’n zeventienhonderd Nederlanders achter buitenlandse tralies. En daar moeten ze volgens Jochum zo snel mogelijk uit.
Jochum Wildeman is hoofd van afdeling Bureau Buitenland, een aftakking van Reclassering Nederland. De naam zegt het al: de organisatie zet zich sociaalmaatschappelijk in voor Nederlandse gedetineerden die vastzitten in het buitenland. En dat zijn er de laatste tijd steeds meer. Want waar tijdens de coronacrisis het aantal buitenlandse detenties afliep, is er nu weer een stijging te zien. Jochum: “In totaal zitten ongeveer zeventienhonderd Nederlanders achter buitenlandse tralies.” En dat is zorgwekkend, vindt hij.
Ongeluk in een klein hoekje
De meeste Nederlanders zitten vast in Duitsland, Frankrijk, België, Spanje en Engeland. Ze zijn gemiddeld tussen de 35 en 40 jaar oud. Om welke delicten het gaat? De meest voorkomende zijn drugssmokkel en geweldsdelicten. “Maar het kan iedereen overkomen”, vertelt Jochum. En daar is de pas vrijgelaten Amerikaanse basketbalster Griner het levende voorbeeld van. Zij werd in Rusland opgepakt met wietolie op zak. “Iets wat hier legaal is, kan in een ander land een zware celstraf betekenen. Daar is niet iedereen zich van bewust bij de grensovergang.” Hij benoemt het bezoek aan een Indonesische gevangenis. “Ik heb daar een Nederlandse inzittende gesproken die ter dood is veroordeeld wegens drugs. Een sneu geval, want in Nederland was hij voor hetzelfde al lang vrijgelaten.”
Vooroorlogse gevangenissen
Maar wat de reden van detentie ook is, er zijn volgens Jochum talloze redenen om Nederlandse gevangenen terug naar Nederland te halen. “Om te beginnen bij de taal, want die wordt vaak niet gesproken. Het is heel frustrerend als je maandenlang met niémand kan praten.” En zelfs in de dichtstbijzijnde gevangenissen, hoef je niet veel te verwachten. Hij refereert hier naar de cellen in België en Engeland. Jochum: “Landen waarvan je denkt: dat zijn beschaafde, moderne plekken. Maar vergis je niet, het is veel ouderwetser dan Nederland.” Volgens hem vind je in veel landen nog vooroorlogse gevangenissen. En juist daar is het regime veel strakker. “In Nederland heb je mogelijkheden om tijdens je detentie cursussen te volgen. Ook nadenken over je leven, werken aan jezelf en praten met hulpverleners is normaal hier.” Volgens Jochum heb je dat in veel landen niet. “Zelfs in België of Engeland ben je zielsalleen.”
Resocialisatie
Om nog maar te zwijgen over cellen in Thailand, Zuid-Amerika of de Filipijnen. Met veertig man in een cel, slechte hygiëne, weinig voedsel, discriminatie en corruptie zijn hier aan de orde van de dag. En dat is iets wat gedetineerden zich vaak niet realiseren, totdat ze in de cel belanden. Vandaar dat Bureau Buitenland helpt op alle mogelijke vlakken. Dit doen ze in samenwerking met het ministerie van Buitenlandse Zaken en een groot netwerk van vrijwilligers die in het buitenland wonen. Het bieden van mentale steun wordt gezien als de belangrijkste taak. “Onze vrijwilligers bezoeken gemiddeld eens per zes weken de gevangenis om te praten met een gedetineerde.” Waarom? “We willen ze vooral laten weten dat er aan hen wordt gedacht. Ze zijn niet vergeten of onder de radar verdwenen.” Daarnaast zijn die gesprekken belangrijk voor resocialisatie. “We proberen ze simpelweg voor te bereiden op een terugkeer naar Nederland. Zodat ze hier letterlijk en figuurlijk beter kunnen landen.”
Praktische- en materiële steun
Naast mentale steun, zet Bureau Buitenland zich ook in voor praktische- en materiële steun. Zo nemen vrijwilligers tijdens hun bezoek regelmatig studiepakketten, boeken, eten of geld mee. “Het is heel triest, maar vaak overleef je het zonder geld gewoon niet in gebieden als Azië of Zuid-Amerika.” Volgens Jochum zijn de omstandigheden daar enorm slecht en de juridische strafrechtprocessen wankel. “En dan kunnen simpele dingen als geld en leesvoer een verschil zijn van dag en nacht.” En wat betreft de praktische steun? Jochum: “Denk maar eens aan je zorgverzekering of huur nadat je bent opgepakt. We hebben dus ook een verantwoordelijke rol op het gebied van oplopende schulden in Nederland.”
Aan de hoogste boom
Of Jochum zich voor iédereen inzet, wat het delict ook is? Absoluut. “En dat wil niet zeggen dat ik voorbijga aan de schuldvraag. Ik vind het gewoon een vorm van beschaving dat je wel blijft omkijken naar mensen. Wat ze ook hebben gedaan.” Vuur met vuur bestrijden is daarom geen optie volgens hem. Als voorbeeld noemt hij de vele zedendelinquenten in Thailand en de Filipijnen. “Dan wordt er vaak geroepen: ‘Hang ze op aan de hoogste boom’. Je kan ook zeggen: we blijven dat lijntje houden en we gaan praten over je probleem.” Volgens Jochum zou dit kunnen voorkomen dat die mensen in Nederland opnieuw de fout ingaan. “Ja, mensen moeten gestraft worden. En ja, mensen moeten de gevangenis in. Maar mensen zullen ook vaak weer terugkomen. En dat lukt alleen als ze zien dat er ook wordt omgekeken naar ze.”
Preventieve les
Hoe zorgwekkend sommige gevangenissen ook zijn, Jochum blijft onder de indruk van hoe hij gevangenen aantreft. “Ik blijf me verbazen over de veerkracht van mensen en hoe ze zich kunnen aanpassen. Dat zit gewoon in ons oer-systeem.” Toch moet hij jaarlijks naar Den Haag om uit te leggen waarom zijn werk belangrijk is. “Dat doe ik graag, maar daar word ik soms wel moe van. Het is niet zomaar ‘eigen schuld, dikke bult’. Je moet het veel breder zien dan dat.” Hij wil daarom vooral zeggen: “Laat dit een preventieve les zijn. Realiseer je altijd wanneer je ergens heengaat, drugs bij je hebt, iets steelt of nét te veel drinkt: dat kan consequenties hebben.”
Benieuwd naar meer gevangenisverhalen? In deze Cubaanse gevangenis werden inzittenden continu bekeken door één bewaker.