Istrië
- Artikel
- 10 sep 2021
- 4 minuten leestijd
De hartvorm van het schiereiland zegt genoeg, het is liefde op het eerste gezicht. Met helderblauw water en rotsachtige kiezelstranden is Istrië het en prachtig schiereiland in de Adriatische Zee. Wil je meer dan een strandvakantie? Bezoek dan het binnenland waar geschiedenis in elke steen naar boven komt en truffels de bossen vullen.
Istrië wordt ook wel het Toscane van Kroatië genoemd. Niet gek, want tussen de twee wereldoorlogen was het eiland onderdeel van Italië. Dat zie en voel je terug in het eten, de architectuur en de relaxte sfeer die heerst op het eiland. In 1947 werd het onderdeel van het toenmalig Joegoslavië, maar in 1991 riep Kroatië de onafhankelijkheid uit.
Midden in de bergen vind je de plaats Hum. Een plek die je na één bezoek al kent als de binnenkant van je broekzak. Hum telt maar zeventien inwoners en veertien huizen en is daarmee volgens het Guinness World Records de kleinste stad ter wereld. Hoe klein ook, het is een bewonderingswaardige stadswandeling. Loop langs de authentieke huizen, de klokkentoren en vergeet de Kotli-waterval in de naastgelegen plaats niet. De weg ernaartoe is trouwens ook geen straf. Naar Hum rijd je zeker niet alleen voor de eindbestemming, maar ook de reis. Kronkelende wegen door de bergen met meren aan de weerszijden, je kijkt je ogen uit.
Als je toch in de buurt bent, is het een kleine stap naar de wandelroute Glagolitic Alley. Tussen Hum en Roç vind je de stenen kunstwerken ter ere van het traditionele glagolitisch schrift. Rond de jaren 862-863 ontworpen twee monniken het nu oudste Slavische schrift. Tot de negentiende eeuw werd dit schrift nog in delen van Kroatië gebruikt. De elf beelden langs de route zijn een van de weinig zichtbare overblijfselen hiervan.
Om de blauwe zee en groene bossen kan je niet heen. Het is een groot deel van de identiteit van het eiland. Ben je op zoek naar de beeldschone plaatjes die je kent uit de reisbrochures? Pak dan de veerboot naar de Brijuni-eilanden, aan de westkust van Istrië. De veertien eilanden zijn inmiddels uitgeroepen tot Nationaal Park. Voorheen was een van de eilanden echter de thuisbasis van Tito, oud-president van voormalig Joegoslavië. Tegenwoordig kan je er zwemmen in afgelegen baaien, struinen langs ruïnes uit het Romeinse Rijk of in de voetsporen treden van dinosaurussen. Van die laatste zijn er zo’n tweehonderd sporen over het eiland te vinden, onder andere in Cape Pogledalo en Debela Glava.
Eten
In de omgeving van Istrië is aan vers eten geen tekort. Het is een uitstekende plek om je smaakpapillen te testen. Vis, zeevruchten en schelpdieren rechtstreeks uit de zee en producten van het land, je krijgt het op je bord in de plaatselijke Konoba, een taverne. Recepten die van generatie op generatie worden doorgegeven, vullen de vaak kleine menukaart. Kroatischer wordt het niet.
Truffels zijn de schat van Istrië. De eetbare juwelen groeien vrijwel het hele jaar door. De meest bijzondere witte truffel Tuber magnatum pico gaat voor meer dan drieduizend euro per kilo over de toonbank. In het beroemde truffelbos Motovun, gelegen aan de rivier Mirna, groeien de paddenstoelen rijkelijk. Waarom de truffels hier als paddenstoelen uit de grond schieten, is voor deskundigen nog altijd een raadsel.
Vervoer
Met de trein kan je voor zes tientjes van Amsterdam in een dag afreizen naar Zagreb. Binnen Kroatië is treinreizen erg voordelig en natuurlijk duurzaam. Pak je in Kroatië zelf liever de auto? Geen probleem. Net over de grens, vanuit Düsseldorf kan je die een heel stuk op de trein meenemen. Istrië is niet groot, maar door onverharde wegen en de vele eilanden zijn bepaalde plekken soms lastiger te bereiken. Als je het binnenland achter je wil laten en omringende eilanden wil bezoeken, zal je dus de veerboot moeten pakken.
Goed om te weten
Beste reistijd: Mei, juni, september
Visum: Nee
Inentingen: Nee
Valuta: Kuna (HRK)
Taal: Kroatisch / Italiaans
Kraanwater: Drinkbaar