Deze wijk in Lissabon wordt onterecht vergeten
- Artikel
- 07 mei 2019
- 6 minuten leestijd
Op je elektrische step cruise je langs de vetste plekken.
Dus je hebt een reis naar Lissabon geboekt? Leuk! We stellen ons zo voor dat je voor Portugal kiest, zodat je de cultuur en historie van een bruisende stad kan ervaren. Maar óók gewoon relaxt in de zon en - doe eens gek - misschien zelfs op het strand kan zitten. Zo ja: blijf dan eens weg van de centralere wijken Bairro Alto en Alfama, maar zoek je heil in de rand van de stad. Want hoewel in Lissabon elke buurt z'n charme heeft, is Alcântara het nieuwe creatieve centrum.
Lissabon valt op door zijn relaxte ligging aan de Taag. Door de vele stadsstrandjes zou je bijna denken dat je aan de Middellandse Zee ligt te bakken. Maar het ontsnappen aan de stadse drukte doe je pas echt in Alcântara. En dan specifiek bij de havens van Alcântara. Redacteur Ashley heeft dat aan den lijve ondervonden toen zij zich (haast letterlijk) onderdompelde in deze wijk. Ze sliep namelijk op het water, in een zeilboot. De avontuurlijkste variant van 'een kamer met zeezicht'.
Doca do Espanhol
Er zijn verschillende boten in de haven Doca do Espanhol te huren als slaapplek. Houd er wel rekening mee dat die vaak krap zijn en je wat betreft faciliteiten moet denken aan niveautje
camping life
. Maar het uitzicht op de indrukwekkende 25 de Abril-brug maakt veel goed. Als dat nog steeds te plebs voor je is en je hebt een aardig zakcentje opgespaard, kan je natuurlijk ook altijd gaan voor een van de vele (huur)jachten die ook in de haven liggen. Ashley hield het overigens bij een zo-nonchalant-mogelijk kiekje schieten naast zo'n jacht om de schijn op te houden voor het thuisfront. Waar ze natuurlijk niet intrapten.
Het recept voor een relaxte zondag
Hoewel de locatie zowat schreeuwt om ondernemers die hier hun koffiebar komen vestigen, is het nog vrij rustig rondom de haven. Op een dertien in het dozijn café na: Espaco Zaco. Maar dat is juist de charme van deze plek. Op een rustige zondagmiddag zie je hier mensen op het terras brunchen of van hun koffie genieten, terwijl de kinderen spelen op het betonnen Parque Da Doca. Dat beton klinkt sfeerloos, maar niet als het er wemelt van spelende kinderen en jongeren op skeelers, skateboards en fietsen. Óf als je er zelf langs scheurt op je elektrische step. Jazeker: een elektrische step. Die kan je overal in Lissabon huren en we raden je ook zeker aan om dat te doen. Het is een tikkeltje toeristisch, maar vooral ook heel handig en vermakelijk.
De Portugese Golden Gate Bridge
Pak je step er dus bij. Al is het alleen al om je te verplaatsen naar de volgende haven op de lijst. Want zo'n drie koprollen verderop ligt Doca de Santo Amora. Het leuke aan deze haven is dat er allerlei fijne restaurants op uitkijken. De meeste restaurants waren eerst pakhuizen. En zoals we weten zijn herontdekte pakhuizen het recept voor nieuwe, hippe plekken. Met een volle maag step je onder de eerdergenoemde, reusachtige 25 de Abril-brug door. Ook wel de Golden Gate Bridge van Portugal genoemd, want ze vertonen nogal wat overeenkomsten. En omdat wij, reizigers, een land niet enkel bezoeken voor de culinaire etablissementen, geven we je bij deze ook gelijk een korte geschiedenisles mee. Deze brug heette eerst de Salazar-brug, vernoemd naar dictator
António de Oliveira Salazar. Toen hij tijdens de Anjerrevolutie op 25 april 1974 werd weggejaagd, werd de brug die dag tot de '25 april-brug' gedoopt.
Steppen naar vissersdorp Belém
Eenmaal onder de revolutionaire rode brug door gestept, kom je op een geasfalteerde weg langs de Taag terecht. Je geniet van het uitzicht op het water, samen met de andere joggers, fietsers en skaters, die je ongetwijfeld tegen gaat komen. Totdat je Belém tegen het lijf loopt. In dit voormalige vissersdorp wil je namelijk sowieso langs uitkijktoren Torre de Belém en klooster Monsteiro dos Jerónimos rijden. Ook eet je hier de beste versie van het gebak Pastéis de Nata, wat je overigens in heel Lissabon om de oren vliegt. Maar goed, de bakkerij van Belém heeft zo'n goede reputatie, dat zij de enige ter wereld zijn die hun taartjes Pastéis de Belém mogen noemen. En dat verdient een bezoekje.
LX Factory
Vergeet op de terugweg van Belém niet langs LX Factory te steppen. Deze creatieve broedplaats lijkt wel een eigen dorp middenin Alcântara. Het industrieterrein stond voorheen vol met - ja, daar is-ie weer - pakhuizen. Die zijn omgetoverd in start-ups, ateliers, cafés, restaurants, boetieken en een enorme boekenwinkel. En natuurlijk allemaal in een artistiek jasje gestoken; op elke muur is een schildering te vinden. Ook zijn er allerlei evenementen, concerten en is er elke zondag een markt. Kan je echt geen genoeg krijgen van LX Factory? Dan kan je er in hostel The Dorm overnachten.
Rol gemakkelijk verder naar het centrum
Toch zin om ook het centrum in te gaan? Dat moet je ook zeker doen. Je bent niet in Lissabon geweest, als je de steile, kronkelige straten van de binnenstad niet hebt getrotseerd. Gelukkig loopt dat geasfalteerde fietspad waar we het eerder over hadden, helemaal door tot voormalig-rosse-maar-nu-hippe buurt Cais do Sodré. Waardoor je vanaf Alcântara binnen tien minuten op de boulevard, uitkijkend op het water, aan een fris biertje zit te nippen.
Naar de andere kant voor het strand
Voor de mooiere stranden moet je uit het centrum van Lissabon zijn. Er is vanaf station Alcântara-Mar een snelle treinverbinding naar Parede. Vanaf daar is het nog zo'n tien minuten lopen naar het kleine, maar rustige Praia das Avencas of een van de andere omliggende stranden. Zoek je een grotere badplaats, dan is het de moeite waard om die prachtige 25 de Abril-brug over te steken. Die één uur durende treinreis of taxirit is het alleen al om het waanzinnige uitzicht waard. En als bonus lig je daarna met je billen in het zand van Costa da Caparica.
Waar je ook lekker op het strand kan chillen én de mooiste natuur ter wereld kan zien? Op de Galapagoseilanden natuurlijk. Local Nicki vertelt hoe het is om er te wonen en geeft tips.