De Loirevallei in Frankrijk: favoriet onder de koning(inn)en
- Artikel
- 22 aug 2020
- 3 minuten leestijd
Voor de wijnliefhebber en kasteelbewonderaars
Het wemelt er van de koninklijke landgoederen en fotogenieke wijngaarden. Wanneer je de streek met eigen ogen bewondert, zal het je niet verbazen dat schilders en kunstenaars zich veelvuldig lieten (en laten) inspireren door dit Unesco-gebied in hartje Frankrijk. We hebben het over de Loirevallei.
Koninklijk Frankrijk
De Loirestreek is in het binnenland van Frankrijk genesteld, op de grens tussen het noorden en zuiden. Met zijn relatief korte verbinding met hoofdstad Parijs was de regio van enorm strategisch belang. De koninklijken der koninklijken voelden zich enorm thuis in het gebied langs de Loire-rivier en de daarbij behorende vruchtbare vallei. Ze stichtten royale kastelen en overdadig versierde paleizen. Niet één, niet een handvol, maar honderden. Compleet met glinsterende feestzalen en hoge koepels. Geliefde kastelen zijn Château d’Amboise, Château de Villandry en Château de Chenonceau. Kastelen die meer dan duizend jaar lang gasten hebben mogen verwelkomen in hun grootse kamers en zalen.
Wijnterritorium
De Loirevallei bezoek je niet alleen vanwege de vele kastelen, maar ook vanwege de vele verschillende wijnen. De 38.000 hectare aan wijngaarden zijn niet bepaald te ontwijken en wisselen zich graag af met stukken bos. Drink je graag wit? Dan zit je in Loire wel goed, want de meeste druivenrassen in het gebied komen terecht in een glas witte wijn. Druivensoorten als de melon de bourgogne, chenin blanc en sauvignon blanc groeien hier veelvuldig. Zie je het al voor je? De intimiderend grote kastelen tegen een achtergrond van uitgestrekte wijnvelden? Het zal je niet verbazen waar de regio de bijnaam ‘tuin van Frankrijk’ vandaan haalt.
Fietsroutes
De Loirevallei kent vrijwel geen industrie. Geen grote fabrieken, geen stadse drukte en geen hectisch verkeer. Verwacht ook geen polonaise van boten wanneer je langs de rivier wandelt of fietst. Het water van de Loire is daar namelijk niet diep genoeg voor. Dat maakt het een ideale plek om rustig met de fiets eropuit te gaan. Wijk bijvoorbeeld uit naar het achterland en de zijrivieren en maak een stop bij de grotwoningen tussen Saumur en Montsoreau. Deze zogenaamde troglodietenwoningen bestaan uit tufsteen of schelpmergel. Vandaag de dag wonen er nog steeds mensen in dit soort grotwoningen en bovendien bezitten veel stedelingen een grotwoning als vakantieverblijf.
Uitvalsbasis
Langer op dezelfde plek blijven? Dan is universiteitsstad Orléans geen slechte stad om in te vertoeven. Orléans staat bekend als de plek waar Jeanne d’Arc ooit een beslissende rol speelde in de Honderdjarige Oorlog. Een stad waar je lekker kan zigzaggen tussen historische gebouwen, maar waar je ook musea kan bezoeken om de honger naar cultuur te stillen. Andere tip: honderd kilometer verderop schittert de studentenstad Tours, ook een ideale uitvalsbasis om de Loirestreek vanuit te verkennen. In de stad vind je vele kathedralen, musea en kloosters en aan het einde van de dag plof je er neer op een van de terrassen.
Liever oostwaarts eropuit gaan? Dit Duitse gebied bereik je binnen drie uur rijden.