Verbanning van nomaden: de schaduwkant van Petra
- Artikel
- 12 jul 2023
- 5 minuten leestijd
Als een van de zeven wereldwonderen zou je bij het zien van de imposante grotten van Petra waarschijnlijk alleen maar kunnen denken aan hoe bijzonder mooi deze plek is. En hoewel het dat ook zeker is, kleeft er een bittere nasmaak aan het massatoerisme.
Het is 1812 als de Zwitser Johann Ludwig Burckhardt op het waanzinnige bouwwerk stuit. De Europeanen maken in dat jaar voor het eerst kennis met de imposante graftombes en stadspoorten die honderden jaren voor Christus al in de rotsen gehouwen werden. Een ongelooflijk schitterende plek. En dan is dit nog maar een schim van wat het ooit was. Semi-nomaden zijn de enige bewoners van de voorheen zo levendige stad. ’s Zomers trekken ze rond in het gebied met hun vee en slapen ze in tenten. In de winter bewonen ze de grotten van Petra.
Dit volk gaat bij de naam ‘Bedul bedoeïenen’. Het is een gemeenschap die niet overal gewaardeerd wordt. Andere woestijnvolken in de regio kijken namelijk op de Bedul neer. Waarom? Aangenomen wordt dat de Bedul honderden jaren geleden naar Petra verbannen zouden zijn. En die onderlinge spanningen van vroeger lijken nog altijd niet te zijn verdwenen.
Volksverhuizing door massatoerisme
Meer dan een eeuw later leidt de oeroude stad tot grote interesse bij reisbureaus. Het gevolg? Massatoerisme neemt toe en vanaf de jaren ‘80 bereikt dat een hoogtepunt. Een zegetocht voor de economie van Jordanië, maar een afgang voor de semi-nomaden die er al sinds mensheugenis wonen. Met dollartekens in de ogen schuift de regering de belangen van de oorspronkelijke bewoners aan de kant. Ze bouwen in 1985 een dorp waar alle Bedul verplicht naar moeten verhuizen: Uum Sayhoun.
Met zo’n drieduizend inwoners leven ze inmiddels allemaal in dit dorp. De gemeenschap is hecht, maar omdat hun leefomgeving zo is aangetast, hebben ze zich moeten aanpassen aan een nieuwe realiteit. Bijna geen enkel lid van de semi-nomaden reist nog rond en ook het hoeden van dieren zit er bij velen niet meer in. Hoe zien hun levens er nu dan uit? Ze zijn gids bij de ruïnes van Petra of verkopen daar souvenirs.
Dat doen ze, omdat de toeristische sector nou eenmaal meer zekerheden biedt dan het traditionele bestaan. De overheid zette namelijk vanaf de jaren ‘60 in op het ‘sedentair’ maken van alle woestijnnomaden. Dit houdt in dat de nomadische volken op alle mogelijke manieren werden ontmoedigd om nog rond te trekken en te gaan wonen op een vaste plek. Daarom hebben velen hun vee en tenten van de hand gedaan.
Een ongemakkelijk conflict
‘Bedoeïenen’ is een verzamelnaam voor verschillende woestijnvolken. De Bedul bedoeïenen zijn daarmee dus niet de enige bedoeïenen in Jordanië. In de meeste gevallen leven de volken op relatief vreedzame wijze samen, maar niet allemaal. Zo kunnen bijvoorbeeld de Liyathnah bedoeïenen en de Bedul bedoeïenen elkaars bloed wel drinken. En juist met hen moeten de Bedul bedoeïenen het zien te rooien.
Want nadat de overheid Petra omvormt tot nationaal park en het volk uit het gebied zet, worden ze in een lelijk, afgelegen dorp gezet binnen het gebied dat gedomineerd wordt door de Liyathnah. En omdat ze daar in de minderheid zijn, is het toekomstperspectief aanzienlijk slechter als je wieg in Uum Sayhoun heeft gestaan vergeleken met bijvoorbeeld Wadi Musa. Hoewel deze plek ook niet de schoonheidsprijs verdient, ligt het dorp Wadi Musa pal naast Petra, waardoor het een plek is waar veel reizigers verblijven die de oude stad bezoeken. Niet geheel toevallig dat juist hier de Liyathnah wonen. Door deze scheve verhoudingen plukken de Liyathnah de vruchten van het toerisme en krijgen de Bedul te maken met oneerlijke concurrentie.
Aanslag op toeristenbus
Hoe deze oneerlijke verdeling zo is gekomen? Simpelweg onwetendheid van de overheid. Toen de overheid beleid maakte om de woestijnnomaden sedentair te maken, hielden ze geen rekening met de gevolgen die dit zou hebben op de onderlinge relaties tussen de bedoeïenen. En dat escaleerde.
Zo werd in 2019 een toeristenbus beschoten door iemand van de Bedul toen-ie door Uum Sayhoun reed. Hierbij vielen geen doden of gewonden. Wel vonden beide woestijnvolken dit een teken van de oplopende spanningen tussen de twee rivaliserende volken. Beide wezen ze op het wanbeleid van de overheid.
De tijd haalde ze in
Met de overstap naar een sedentaire levensstijl gingen oude tradities verloren. Het is echter niet zo dat alle woestijnnomaden hier negatief tegenover staan, in tegendeel. De moderniteit maakt het dagelijks leven een stuk comfortabeler voor veel bedoeïenen. Toch pakt dit niet bij iedere nomade en bij ieder volk op dezelfde manier uit. En voor de Bedul is deze overgang nou eenmaal te snel gegaan.
Momenteel worden er geen pogingen ondernomen door de Jordaanse overheid om dit probleem te verhelpen. Het lijkt geen prioriteit te zijn in het land wat al genoeg problemen kent, zoals de terroristische dreiging aan de grens met Syrië en Irak. Vooralsnog kunnen de Bedul bedoeïenen helaas dus niets anders dan wachten op gerechtigheid.
Dit volk is helaas niet het enige volk dat door wanbeleid van de overheid wordt bedreigd. Lees hier hoe de toekomst van de Khoisan in Zuid-Afrika aan een zijden draadje hangt.