Wildkamperen volgens het allemansrecht: wat zijn de regels?
- Artikel
- 14 nov 2022
- 7 minuten leestijd
In Scandinavië geldt een recht waar we in Nederland een flink potje jaloers op mogen zijn. Namelijk het allemansrecht. Een recht dat toestemming geeft om vrij (én uiteraard met respect) in de natuur te kamperen.
Onbezorgd bivakkeren
Wildkamperen en dat heerlijke vrijheidsgevoel opzoeken in de natuur. In Nederland worden daar een aantal stokjes voor gestoken. En ook in een hoop andere Europese landen kan je niet overal je tentje zomaar neerpleuren. Maar in bijvoorbeeld Noorwegen, Zweden en Finland wordt dat wél getolereerd. Daar geldt namelijk het allemansrecht. Een recht dat toestemming geeft om onbezorgd, maar op een respectvolle manier te genieten van de natuur.
Een nacht middenin de bossen bivakkeren? Dat mag volgens het recht gewoon. Dus, ben je die voorbij huppelende campinggangers met wc-rol in de linker- en afwasteiltje in de rechterhand inmiddels wel zat? Dan wordt het tijd voor een wildkampeersessie op Scandinavisch grondgebied.
Recht om te zwerven
Het allemansrecht is eeuwen geleden al in het leven geroepen, namelijk al in de middeleeuwen. In Zweden is het recht zelfs in 1994 opgenomen in de grondwet. Daar spreekt men ook wel van allemansrätten.
Wildkamperen in Nederland
Nederland kent helaas geen allemansrecht. Maar dat betekent niet dat wildkamperen in zijn geheel verboden is. Kampeerliefhebbers kunnen in ons land alsnog aan hun trekken komen in de vrije natuur. Hoe dan? Door te gaan 'paalkamperen'. Paalcampings zijn ooit door het Staatsbosbeheer bedacht als oplossing voor de vele (illegale) wildkampeerders die familiecampings willen ontwijken.
Helaas zijn alle locaties van Staatsbosbeheer in juni 2020 gesloten vanwege overlast en handhaving, maar zijn er wel een aantal andere initiatieven die paalkamperen in Nederland mogelijk maken. Zo heeft de Lion's Club in Tubbergen in samenwerking met landeigenaren meer dan tien paalkampeerplaatsen langs het Twentepad geopend.
Let wel op: online is vaak lastig te achterhalen of een paalkampeerplek nog bestaat en of je er je tentje mag uitgooien. Hoe je dat het beste checkt? Door er zelf even langs te gaan. Of vraag een kennis in die omgeving om dat voor je te doen.
Hoofdregels
Het allemansrecht, oftewel ‘het recht om te zwerven’, geldt vooral in de meeste noordelijke landen van Europa. Denk bijvoorbeeld aan Noorwegen, Finland, Zweden, IJsland en Schotland. Maar ook in Estland, Letland, Litouwen, Tsjechië, Zwitserland en Oostenrijk zijn de regels vergelijkbaar. Waar het allemansrecht in deze landen in grote lijnen op neer komt?
- Je mag vrij, maar op een respectvolle manier recreëren in de vrije natuur (zonder gemotoriseerd voertuig)
- Je mag vissen zonder vergunning
- Je mag één nacht wildkamperen met een minimale afstand van 150 meter tot de dichtstbijzijnde woning, hut, camper of caravan
- Je mag andere recreanten niet storen
Langer dan één nacht wildkamperen? Vraag dan toestemming aan de eigenaar van een gebied. En houd er rekening mee dat er afwijkende regels kunnen gelden in natuurparken. Neem bij het betreden van een park daarom altijd de informatieborden door.
Hieronder hebben we de belangrijkste punten van het concept allemansrecht op een rijtje gezet:
Kampeer niet rondom huizen of in tuinen
Gooi je tent niet op in gebieden die omheind worden door een hek, muur of natuurlijke begrenzing, zoals een rivier of een beek. Hetzelfde geldt voor privé-terreinen en grasvelden rondom particuliere woningen. Kamperen in de achtertuin van je buurman of -vrouw kan je dus logischerwijs vergeten. Het idee is leuk, maar de uitvoering daarvan is voor de buren uiteraard minder. Vind je het lastig om te beoordelen of je je in een tuin bevindt? Aangeplante bloemen, fruitbomen, moestuinen, schuurtjes, schuttingen, kassen en hutten zijn overduidelijke hints.
Laat geen afval achter
Een open deur, maar wel belangrijk om te noemen: neem je rommel mee wanneer je de plek verlaat. En als je kampeert op een plek waar al afval lag, neem dat vooral mee als de hoeveelheid het toelaat en gooi het in de vuilnisbak.
Maak niet zomaar overal vuur aan
Van plan om een vuurtje te maken? Zorg dan dat je kampvuur zich niet makkelijk kan verspreiden of schadelijk is voor de omgeving. Steek bijvoorbeeld geen vuur aan op of in de buurt van rotsen, want deze kunnen door de hitte nog wel eens barsten. Let ook goed op met aanhoudende droogte. In Scandinavië is de kans op droogte vooral in de periode van maart tot juni hoog. En daarmee is in die periode de kans op bosbranden vele male groter.
Soms stellen nationale parken en natuurreservaten zelf strenge regels op met betrekking tot het maken van een kampvuur. Informeer daar vooral naar of check de website van het park om te zien wat de regels voor kampvuren zijn. Niet overal mag je bijvoorbeeld zomaar takken van bomen afbreken of bomen kappen. Tip: graaf een kleine kuil voor het aanmaken van een vuurtje of gebruik - als het er is - een speciaal aangelegde vuurplaats.
Off-road rijden? Dat kan niet zomaar
Met een auto of motor de natuur verkennen, is – op een paar uitzonderingen na - helaas niet toegestaan. Met een sneeuwscooter over een besneeuwde ondergrond sjezen, mag echter wel. Zorg wel dat je auto of motor altijd naast de weg is geparkeerd, als je vanuit daar de natuur in wil trekken. Op een paar voorwaarden: mits je daarmee de ondergrond niet beschadigt, de landeigenaar niet lastigvalt en de weg niet verspert.
Hond mee? Houd 'm onder controle
Met je hond de natuur in trekken? Heerlijk. Maar houd je viervoeter vooral in de periode van 1 maart tot 20 augustus goed onder controle. In de lente en in de zomer zijn sommige dieren, zoals kalveren en lammetjes, namelijk het kwetsbaarst. En een overenthousiaste niet-aangelijnde hond kan in de nabijheid van jongen nogal verrassend uit de hoek komen. Maar ook in de herfst en winter raden we aan om ze zoveel mogelijk uit de buurt te houden van wilde dieren. Houd ze zoveel mogelijk aangelijnd.
Natuurbehoud
Jezelf onderdompelen in de natuur kunnen we iedereen aanraden. Maar daar hoort uiteraard een vorm van respect bij. Je wil de natuur natuurlijk niet beschadigen. Blijf daarom zoveel mogelijk uit de buurt van gewassen, herbebossing en ingezaaide akkers. En maak zoveel mogelijk gebruik van paden, vooral wanneer je het vrijheidsgevoel per fiets of paard opzoekt.
Gevallen takken en kreupelhout mag je sprokkelen en wilde bloemen, bessen of paddenstoelen gewoon plukken volgens het allemansrecht. Let daarbij wel op: sommige plantsoorten zijn beschermd door de wet en daarom verboden te plukken. Denk aan verse twijgen, schors en hars.
Toiletbezoek? Laat geen sporen achter
Weinig kan dat ultieme alleen-op-de-wereld-gevoel nog breken wanneer je in de vrije natuur vertoeft. Maar wanneer jouw ogenschijnlijk utopische bivak-zone een mijnenveld van andermans drollen blijkt te zijn, valt je kampeerdroom flink in duigen. Toch?
Daarom stelt het allemansrecht dat wildkampeerders een gat moeten graven die dient als toilet. Leeg je blaas of darmen vooral niet in rivieren of andere open wateren. En toiletpapier? Dat moet worden begraven of op de kampvuurstapel belanden. En als je helemaal goed bezig wil zijn, neem je het in een vuilniszak weer mee als je van je wildkampeertrip terugkeert.
Overtuigd? Plan een wildkampeertrip in het Zweedse Fulufjället National Park.