Kunnen een miljard oesters New York redden?
- Artikel
- 01 nov 2024
- 5 minuten leestijd
In Engelstalige landen zeggen ze weleens: “The world is your oyster” – oftewel, de wereld ligt aan je voeten. En wie dat gezegde letterlijk neemt, moet absoluut een kijkje nemen in New York. Want hier worden oesters niet alleen gezien als een delicatesse, maar ook als de verborgen helden van de stad.
Waarom New York kiest voor oesters
Zo veel oesters in de haven dat hun schepen vastliepen - de Nederlanders die in de 17de eeuw Nieuw Amsterdam stichtten, nu New York, stuitten op wat bijna de helft van de oesterpopulatie in de wereld was. De oorspronkelijke bevolking, de Lenape, genoot van deze lekkernij, gewikkeld in zeewier. De nieuwkomers hoopten op parels, maar raakten al snel betoverd door de smaak en lanceerden de internationale handel die New York tot oesterhoofdstad van de wereld maakte. Waar denk je dat de naam Oyster Bay vandaan komt? Ooit stonden er oesterkarren waar nu hotdogkramen te vinden zijn.
Helaas duurde dit feest niet lang. Binnen een eeuw werden de wateren geplunderd en veranderden de ooit heldere rivieren in stinkende open riolen. Dit leidde tot meer problemen dan je misschien zou denken. De oester is namelijk een veelzijdig beestje. Met een hart, maag, bloedvaten en nieren zijn het kleine wonderen van de natuur – en ze wisselen zelfs van geslacht. Ze kunnen zelfs een mannetje en vrouwtje tegelijk zijn. Maar hun grootste talent? Water zuiveren. En zo kwam het Billion Oyster Project tot leven.
Oesters zoals vierhonderd jaar geleden
Een miljard oesters tegen 2035, dat is het doel van het Billion Oyster Project. Het werd opgericht in 2014 door Murray Fisher en Pete Malinowski, die een gezonde en biodiverse haven van New York voor zich zagen. Hiermee willen ze de oesterriffen van New York herstellen, net zoals ze vierhonderd jaar geleden waren.
Tot nu toe zijn er al 75 miljoen oesters teruggebracht en dat allemaal door de hulp van studenten. Het oesterproject betrekt jonge New Yorkers meer bij het water, en maakt hen bewuster van de risico’s van klimaatverandering en een stijgende zeespiegel.
Maar hebben we die oesters dan echt zo hard nodig? Het simpele antwoord is ‘ja’. We weten nu dat de haven van New York ooit een zee van oesters had, maar wist je ook dat dit ging om wel 220.000 hectare aan oesterriffen? Die oesters deden meer dan je denkt: één volwassen oester kan tot wel vijftig liter water per dag filteren. Dat betekent dat ze dag in, dag uit het water zuiveren, vervuiling verminderen en stikstof uit het water halen – een natuurlijk zuiveringssysteem in actie. Maar oesterriffen zijn meer dan alleen filters; ze bouwen een hele onderwaterstad voor honderden soorten. Net zoals bomen in een bos zorgen voor een thuis voor vogels en insecten, bieden oesterriffen onderdak aan vissen, krabben en allerlei zeeleven. En die stevige oesterbedden zijn ook nog eens een krachtig schild tegen stormen. Na orkaan Sandy in 2011 probeert New York beter voorbereid te zijn op noodweer. En dat gaat niet alleen de stad aan, maar ook het onderwaterleven.
Studenten aan het roer
Leerlingen van de Harbor School op Governors Island kweken jonge oesters tot ze sterk genoeg zijn om de grote, wijde havenwateren in te duiken. Ze gebruiken tanks en lege oesterschelpen van chique restaurants om de natuur een handje te kunnen helpen. Hoe dat in z’n werk gaat? In de natuur hechten oesterlarven zich aan volwassen oesters. Met de lege schelpen van wel tachtig verschillende restaurants proberen studenten dit na te bootsen. De tanks worden gebruikt om de temperatuur precies op die van het havenwater in juni af te stellen, waardoor de oesters zich voort binnen te planten. Na een jaar of twee zijn ze niet alleen klaar om in het wild te overleven, maar worden ze ook ingezet om andere oesters te laten paaien. Ze worden verplaatst naar een van de kunstmatige oesterbedden in de stad, deels aangelegd op kapotgeslagen toiletpotten uit de New Yorkse scholen.
Een blik op de toekomst
Oesters in New York hebben het zwaar, maar laten we niet vergeten dat onze Belgische vrienden ook in de problemen verkeren. De Europese platte oester is zo goed als verdwenen uit de Belgische Noordzee. Door overbevissing en menselijke activiteiten is het grootste deel van de oesterriffen in Europa in de late negentiende eeuw naar de haaien gegaan. Bovendien heeft een parasiet uit Californië in 1979 de Europese oesterpopulatie nog verder uitgeput. In Frankrijk, Nederland en België zijn er zo goed als geen natuurlijke oesterbanken meer over.
En zo is Belreefs geboren: het allereerste offshore project dat zich richt op het grootschalig herstellen van oesterriffen in de Belgische Noordzee. Dit is niet zomaar een proefje; het is de eerste keer dat oesterherstel op deze schaal zo ver op zee zal plaatsvinden. Het doel? Een oesterrif creëren dat zichzelf in stand houdt. Om dit te bereiken, legt Belreefs oesterbanken aan op de plekken waar ze ooit overvloedig voorkwamen: op grindbedden, diep in de zee. Het vinden van de beste locatie voor de oesterriffen is één van de kernopdrachten en zeker geen gemakkelijke opgave.
En voor de oesterfans onder ons; deze nieuwe oesters zijn niet bedoeld voor consumptie. In New York zijn ze zelfs absoluut niet eetbaar. Waarom niet, vraag je je misschien af? Nou, als het regent, komt de inhoud van de riolen nog steeds terecht in het rivierwater, en dat is echt geen feest voor je smaakpapillen.
Meer weten over hoe mosselen het kraanwater in Polen bewaken? Lees het hier.