Vijf keer wildkamperen dicht bij de stad in Europa
- Artikel
- 16 jul 2025
- 7 minuten leestijd
Wie gaat wildkamperen, geeft zich volledig over aan de natuur. Geen warme douche, wifi of roomservice, maar vogelgeluiden, het ritme van de zon en een dunne mat of luchtbed om op te slapen. Maar wat als je toch in de buurt van de beschaving wil blijven?
Veel doorgewinterde reizigers vinden wildkamperen geweldig. Er zijn ook mensen die “het idee” van wildkamperen geweldig vinden, maar de stap niet durven maken. Of nog erger, erachter komen dat ze het niks vinden terwijl ze ‘s nachts in een tent liggen te rillen, wolvengehuil in de verte horen en alles in de tent klam en nat is van de stortregen. Want ja, ook dat hoort erbij.
Wat zou het toch fijn zijn als je slechts met kleine stappen die beschaving achter je kon laten. Dat je, met een leuke, grote stad in de buurt, alvast kan wennen aan de grillen van de natuur. Of misschien wil je simpelweg best of both worlds hebben: genoeg culturele trekpleisters in de stad zonder in te hoeven boeten voor het leven in de natuur. Wat het ook zijn mag, bij deze steden kan je als geen ander wildkamperen.
In het hoge noorden bij Trondheim, Noorwegen
Begeef je je in het verre noorden van Noorwegen, waar reusachtige fjorden eerder regel dan uitzondering zijn? Het natuurgebied Bymarka is dan een geweldige aanrader. Dit bos ligt aan de rand van Trondheim en is zelfs met het openbaar vervoer makkelijk te bereiken. Neem simpelweg de tram naar Lian, wandel een stukje om het meer en zoek vervolgens naar een voor jou idyllische plek om neer te strijken.
Het gebied is rijk aan natuur, wildlife en schitterende wandelpaden. Vanaf de heuveltop van Gråkallen, dicht bij Skistua, heb je het beste, panoramische uitzicht over het gebied, al zijn er rondom deze heuveltop meerdere uitzichtpunten te bezoeken die je een minstens, al dan niet mooier, uitzicht bieden dan de Gråkallen. Verder kan je hier geweldig mountainbiken en dieren spotten, zoals elanden, reeën en bevers. Wil je die laatste graag zien? Ga dan zeker naar de Theisendammen, waar wandelaars regelmatig sporen van bevers en zelfs hele beverdammen aantreffen.
Met het OV rechtstreeks naar de natuur bij Edinburgh, Schotland
De vreemde eend in de bijt tussen alle Scandinavische bestemmingen die in dit artikel voorbijkomen, is Schotland. Wat weinig mensen weten, is dat wildkamperen in Schotland toegestaan zolang je je aan de Access Code houdt. Wat dat inhoudt? Lichte uitrusting, kleine groepen en niet langer dan twee of drie nachten op één plek verblijven. Je moet je tent minstens één mijl van de openbare weg en parkeerplaatsen neerzetten. Laat bovendien geen afval achter en verwijder je tentsporen; in Schotland willen ze dat je de natuur precies zo achterlaat zoals je het aantrof.
Waar moet je dan naartoe? Het Pentland Hills Regional Park aan de rand van Edinburgh is een dikke aanrader. Met glooiende heuvellandschappen en zonsondergangen die eeuwig lijken te duren, zou je bijna vergeten dat de Schotse hoofdstad slechts een halfuurtje rijden verderop ligt. Of je neemt de bus, een rit van driekwartier. Hoe dan ook: bereikbaarheid is geen probleem!
De ‘hoogslapers’ in Zwitserland
Zwitserland? Ja, dit land staat heel neutraal tegenover wildkamperen. Voorwaarde is wel dat je dat doet boven de boomgrens die op 2.000 meter hoogte ligt. Kan je dan nog wel wildkamperen in de buurt van een leuke stad? Jazeker. Zo mag je in de bergen bij het pittoreske Chur je tent opzetten. Zeker de moeite waard als je met de trein bent, omdat de Bernini Express hier begint – of eindigt. Lenzerheide of Piz Scalottas zijn dan geschikte spots. Bij Interlaken kan je overnachten in het prachtige Schynige Platte of Faulhorn. Die laatste is overigens een van de mooiste plekken in Zwitserland om de zon op te zien komen. Ook bij Arolla of Val d’Hérens kan je goed overnachten, op een uur rijden van Sion. En wat dacht je van Davos, omgeven door hoge bergen met genoeg plekken om de tent op te zetten.
En zo zijn er nog veel meer mooie plekken in Zwitserland waar dat mag. Weet wel dat er in Zwitserland strikte voorwaarden gelden wat betreft wildkamperen. Zo mag je slechts één nacht verblijven, geen tentenkamp opzetten, geen vuur maken en mag je alleen op open bergterrein verblijven – dus niet in weides met vee of akkers. Ook wordt verwacht dat kampeerders zich ’s nachts stilhouden en met respect de natuur betreden. Je tent moet minstens 150 meter van bebouwing of landbouwgrond staan.
En dan nog iets: niet overal in Zwitserland mag je je tent opzetten. In Appenzell, Bern, Glarus, Graubünden en Valais is het geen probleem. In alle andere kantons, het Swiss National Park (Grisons) en de gemeente Zermatt is het strikt verboden. Vermijd bovendien alle reservaten; daar mag je echt niet overnachten. Bekijk deze interactieve kaart met gebieden waar je niet mag verblijven.
Wilde natuur bij slaapstad Tiranë, Albanië
Albanië is bij uitstek geschikt voor wildkampeerders die dicht bij de stad willen blijven. Zo vind je op nog geen halfuur rijden van de Tiranë het Dajti National Park, een serene omgeving waar je alle ruimte – en tijd – hebt om rustig de tent op te zetten. En nee, de stad Tiranë is misschien niet de spannendste stad ooit, maar de natuur maakt dat lang en breed goed. Wil je bewijs? Wandel rondom het adembenemende Bovillameer of langs de oevers van de Lumi Erzenrivier met talloze watervallen.
En wil je meer bijzondere wandelingen maken? Neem dan de Dajti Ekspress, ook wel met 4,7 kilometer de langste kabelbaan van Albanië. Hier beginnen veel wandelingen van het Dajti Plateau naar bijvoorbeeld Antena, de bergtop van Tujani en de Priskapas.
Het veelzijdige Gotenburg van Zweden
In deze lijst mogen natuurlijk de Zweden, de absolute vorsten van het wildkamperen, niet ontbreken. Gothenburg, gelegen aan de westkust van het land, is omringd door bosrijk gebied waar het mogelijk is om je tent op te zetten. Let wel op met reservaten, zoals Delsjöområdets; daar mag je alleen je tent opzetten in de daarvoor aangewezen plekken. Als je écht ongerept wil, ga dan naar Vättlefjäll, een schitterend natuurgebied ten noorden van de stad. Je bent hier al met een halfuur rijden of binnen driekwartier met de trein. Net zolang rijden naar het oosten (en slechts een halfuur met de trein) vind je Hindås, een kleine plaats waar je de Nedsjönmeren vindt. Perfect om te suppen, kanoën, te vissen of om dus te kamperen. Maar mocht je niet snel zeeziek worden van een boottocht, is Brännö-eiland een mooie kampeertip. Dit eiland, dat onderdeel uitmaakt van de archipel van Gotenburg, staat bekend om haar rust en mooie wandelingen. Zorg alleen dat je je tent niet opzet in het Galteröreservaat; daar is kamperen verboden.
Maar ook Gotenburg, de tweede stad van Zweden, biedt veel. Haga en Majorna zijn leuke, creatieve wijken en in Magasinsgatan en Vallgatan kan je heerlijk winkelen. Bezoek een drijvend museum met vijftien historische schepen (inclusief een onderzeeër) of ga naar het Konstmuseum. Voor ieder dus wat wils.
Natuurlijk zijn er nog veel meer mooie plekken in Europa waar je je tent mag opzetten. Denk bijvoorbeeld in de buurt van Tampere in Finland, de Lycian Way bij Ölüdeniz in Turkije of in het natuurgebied van Sharr nabij Prizren in Kosovo. Veel te veel om in één artikel te beschrijven, maar wel zeker genoeg om uit te kiezen dus!
Hoe zit het nou precies met wildkamperen in Scandinavië? Lees hier alles over het allemansrecht.