De Nederlandse alaaftraditie uitgespeeld? Level-up met deze Baskische versie!
- Artikel
- 24 feb 2022
- 5 minuten leestijd
In twee dorpjes in de Baskische Pyreneeën hobbelen de vrijgezelle mannen met carnaval rond met schapenhuiden, kanten onderrokken, kegelvormige kappen en koebellen. En dat op een ritmisch geklingel, terwijl hun dorpsgenoten als demoon of heks rondzwerven. Iets voor volgend jaar?
Heb jij je boerenkiel, politiepak of bontgekleurde veren boa alweer uit de kast getrokken? Het kan je niet zijn ontgaan: in Nederland staat het carnavalsweekend voor de deur. Tijd om weer te swingen en donderjagen met je vrienden, dronken mee te lallen op de nieuwste carnavalshits en af en toe (on)vrijwillig de polonaise te pakken.
Maar op andere plaatsen in Europa zijn ze er iets vroeger bij én vieren ze het net iets anders dan wij hier in het koude kikkerlandje doen. In Spaans-Baskenland vond dit festijn namelijk eind januari al plaats. Dat noem je vroeg pieken! Twee jaar lang viel het Baskische feest in het water vanwege corona, maar dit jaar kon één van de oudste carnavalsvieringen in Europa weer uit de verkleedkist worden getrokken: joaldunak. En gelukkig maar, want van zo’n wollige fiesta wordt iedereen in deze grijze wintermaanden vrolijk.
Grootse fiesta in kleine gehuchten
Net ten zuidwesten van de Spaanse grens met Frankrijk, in het middeleeuwse landschap van de regio Navarra, vind je de gehuchten Zubieta en Ituren. Deze kleine dorpjes staan vooral bekend om de traditie van de joaldunak, ook wel beldragers. Voor de geïnteresseerden die zich ook weleens in zo’n warm pak willen hijsen: op de laatste maandag en dinsdag van januari vindt daar het hoogtepunt van het jaar plaats. En met 311 inwoners in Zubieta en 504 in Ituren weten ze er nog een flink feest van te bouwen. Dat noem je klein, maar fijn.
Houd je meer van verkleedfeesten van een iets groter formaat? Het grootste carnaval van Europa vind je in Londen.
Met een koebel achter je buurman aan
De joaldunak is een traditioneel carnavalskarakter uit de Baskische cultuur. De jongemannen van de dorpen kleden zich met schapenvellen en kegelvormige hoeden als een joaldunak, terwijl de rest van de dorpelingen als demonen, monsters en beesten in versierde karren achter hen aanzitten. Met het continue geklingel van de koebellen en een klappende zweep van paardenhaar verjagen de vrijgezelle heren hun demonische dorpsgenoten en luiden zo de lente in. Dat is wel iets anders dan de polonaise lopen. Het feest symboliseert dan ook – niet geheel verrassend – de eeuwige strijd tussen goed en kwaad.
Lees ook
Carnaval in Slovenië: de winter wegjagen met ruige schapenvellen en rinkelende koeienbellen
Een carnaval uit de prehistorie
Een gewoonte van generatie op generatie doorgeven gebeurt in veel culturen. Maar in Spaans-Baskenland zijn ze er wel heel goed in. Veel iconische Baskische rituelen stammen zelfs uit de voorchristelijke tijd. Enkele wetenschappers durven te beweren dat joaldunak tot de oudste carnavalsvieringen in Europa behoort.
Hoe dat kan? De Baskische cultuur, rituelen en taal – die in niets lijkt op het Spaans – stammen uit de prehistorische tijd. Toen waren Europa en Azië nog één continent: Eurazië. Onze Nederlandse taal vindt zijn oorsprong, net als het Engels en Spaans, op dit continent. Het vloeit voort uit de Indo-Europese talen die toen bestonden. Maar het Baskisch stamt af van de talen uit de periode dáárvoor. Baas boven baas dus. Daarom klinkt de taal zo anders en houden de Basken er zoveel bijzondere rituelen op na, zoals deze winterceremonie.
Verboden tradities
Dat joaldunak nu nog wordt gevierd is al bijzonder op zichzelf. Want het vieren van Baskische rituelen was een tijdje niet zo vanzelfsprekend. Tijdens het Spaanse bewind van Franco, die van 1939 tot zijn dood in 1975 dictator was, waren alle uitingen van de Baskische cultuur en identiteit verboden. Rituelen als deze vonden toen plaats achter gesloten deuren.
Dit verleden verklaart misschien ook waarom deze prachtige outfits niet alleen met joaldunak, maar ook op andere speciale dagen tevoorschijn worden getoverd. De inwoners van Zubieta en Ituren tonen met trots hun schapenhuiden en gekleurde linten tijdens de dorpsfeesten in de zomer of tijdens het vereren van hun voorouders in september en oktober.
Niet (meer) alleen voor singles
En zo doet vader op zoon mee aan de carnavalsoptocht en marcheren de nieuwste generatie traditiegetrouw met het hoofd strak vooruit door de dorpjes, die op een uurtje afstand van de stad San Sebastián liggen. Maar zoals dat zo vaak geldt bij een traditie, is er wel plaats voor wat modernisering: tegenwoordig is de eer om voor een dag als joaldunak door het leven te gaan niet meer alleen voor single mannen. Ook getrouwde mannen (hoe ruimdenkend) en enkele vrouwen mogen in de parade meelopen.
Durf jij jezelf een carnavalsveteraan te noemen? Wedden dat je deze Colombiaanse versie nog niet kende!