Deze scholen in Japan zweren trouw aan Noord-Korea
- Artikel
- 16 dec 2022
- 5 minuten leestijd
Immense standbeelden, pleinen vol militairen die nauwkeurig in de pas lopen en kinderen die hun leider toezingen. Noord-Korea spreekt tot de verbeelding, misschien wel omdat we er zo weinig over weten. Maar wist je dat deze praktijken ook buiten Noord-Korea plaatsvinden?
Bewakers rondom een basisschool: je kan je er niets bij voorstellen, maar in Tokio is het op sommige plekken noodzakelijk. Want niet alle kinderen zijn veilig tijdens hun dagelijkse wandeltocht naar het klaslokaal. De scholen waar zij leren rekenen, schrijven en lezen zijn enorm omstreden. En dus de leerlingen ook. Het zijn namelijk niet alleen basisvaardigheden die zij op school leren. In het Koreaans leren ze alles over het beloofde vaderland: Noord-Korea. Portretten van de eerste leiders, Kim Il-sung en Kim Jong-il, hangen boven elk leslokaal. Kinderen dragen traditionele Noord-Koreaanse schooluniformen en leren alles over het gedachtegoed van de Koreaanse Arbeiderspartij.
Duizenden Koreanen in Japan
Die Noord-Koreaanse scholen kwamen niet zomaar in Japan terecht. In 1910 veroverde Japan het Koreaanse schiereiland. Tienduizenden Koreanen werden naar Japan gehaald. De mannen moesten meevechten in het leger en veel vrouwen werden als seksslaaf voor Japanse militairen ingezet.
Dat eindigde in 1945, toen Japan zich overgaf na atoombombardementen in Hiroshima en Nagasaki. Korea werd daarmee ook bevrijd, maar had nog geen regering. Het schiereiland werd daarom in tweeën gedeeld. Het zuiden viel tijdelijk onder de Verenigde Staten, het noorden onder de Sovjet-Unie.
Tussen twee staten
In 1948 werden Noord- en Zuid-Korea onafhankelijk. Ineens moesten Koreanen in Japan kiezen bij welk Korea ze wilden horen. Het grootste deel kwam oorspronkelijk uit het zuiden en velen trokken terug naar Zuid-Korea. Maar zo’n zeshonderdduizend Koreanen bleven achter. En dat is waar Noord-Korea in beeld kwam. Want waar het vanuit Zuid-Korea stil bleef, stuurde Noord-Korea geld naar Koreanen om scholen, banken en bedrijven op te richten.
Onder de Koreaanse gemeenschap in Japan heerste veel armoede en de steun van Noord-Korea werd dus met open armen ontvangen. Maar de Noord-Koreaanse nationaliteit aannemen, was geen optie. Japan erkende het land niet en mensen konden enkel een Japans of Zuid-Koreaans paspoort krijgen. Koreanen die dat niet wilden, omdat ze zich met Noord-Korea verbonden voelden, kwamen daardoor tussen wal en schip.
Stinkend rijk
In de jaren die volgden, werd Noord-Korea steeds belangrijker voor een deel van de Koreanen in Japan. In 1955 werd daarom Chongryon opgericht: de Algemene Associatie van Koreaanse inwoners in Japan. Eind jaren vijftig voerde Chongryon zelfs campagne om Koreanen over te halen om naar Noord-Korea te migreren. Meer dan negentigduizend mensen vertrokken. Hoe het met deze mensen afliep is onduidelijk, maar uit Japans onderzoek bleek dat duizenden in gevangenkampen werden gestopt nadat ze aangaven terug te willen.
In de decennia die volgden, bouwde Chongryon een netwerk van scholen, banken en gokbedrijven op. 23 bedrijven, 18 propaganda-instanties en 60 scholen in Japan kwamen onder Noord-Koreaans bewind. En daar werd Chongryon rijk van. Stinkend rijk. De organisatie was op ’t hoogtepunt zelfs 25 miljard dollar waard en begon enorme bedragen terug te sturen naar Noord-Korea.
Geoliede propagandamachine
De associatie was een goed geoliede propagandamachine die al op de kleuterschool begon. Duizenden Koreaanse kinderen werden opgevoed met het gedachtegoed van Noord-Korea. Ze leerden Japanners te wantrouwen en kregen de opdracht om enkel Japans te spreken als het echt nodig was. En via de Noord-Koreaanse universiteit kwamen ze uiteindelijk terecht bij een van de bedrijven die onder Chongryon viel. Deze mensen verbleven levenslang in een Noord-Koreaanse bubbel, zonder ooit voet te zetten in het ‘beloofde land’.
Einde in zicht?
Toch liggen de hoogtijdagen van Chongryon ver in het verleden. Het verval begon eind jaren zeventig, toen Noord-Korea spionnen vermomd als vissers naar Japan stuurde. Op stranden ontvoerden ze Japanse burgers, die ze meenamen naar Noord-Korea om de taal en cultuur van Japan te leren kennen. Eén van die burgers was Megumi Yokota, een dertienjarig meisje dat waarschijnlijk in gevangenschap overleed.
Het zorgde voor een golf van woede binnen Japan. Een golf die nog eens opgerakeld werd toen Noord-Korea in het begin van deze eeuw toegaf schuldig te zijn aan de ontvoeringen. En rond diezelfde tijd trok Noord-Korea zich terug uit een internationaal verdrag tegen kernwapens en begon het met een nucleair programma. De angst in Japan groeide en de Japanse overheid verplichtte Chongryon om openstaande schulden terug te betalen. Toen dat niet lukte, werden gebouwen ingenomen en Chongryon failliet verklaard.
Veilige haven
Was daarmee dan het einde van Chongryon getekend? Niet helemaal. De organisatie behield de scholen. Nog altijd gaan honderden Koreaanse kinderen naar kleuterscholen of basisscholen en kunnen jongeren terecht op een universiteit die trouw zweert aan Kim Jong-un. Tot woede van veel Japanners, die van de scholen af willen. En die woede komt vaak terecht bij de kinderen. Om veiligheidsredenen trekken ze daarom hun traditionele uniformen pas op school aan en worden ze tijdens hun tocht naar het leslokaal begeleid door bewakers.
De scholen promoten een regime dat berucht is vanwege zware mensenrechtenschendingen, maar zijn voor de kinderen juist een veilige haven. Een plek waar ze zich thuis voelen en waar ze hun Koreaanse identiteit kunnen omarmen. Kinderen die zich Noord-Koreaans voelen, maar in feite ver verwijderd zijn van hun geliefde land. En dat is voor hen misschien maar beter ook.
Turkmenistan wordt het Noord-Korea van Centraal-Azië genoemd: de Turkmeense Ruslan vertelde ons precies hoe het eraan toe gaat in dit gesloten land.