De aardbeving in Myanmar en wat je moet weten over de tektonische platen in Zuidoost-Azië

- Artikel
- 04 apr 2025
- 8 minuten leestijd
Op 28 maart trof een zware aardbeving Myanmar, met veel slachtoffers en schade als gevolg. Hoe kan dit gebeuren? En hoe groot is het risico op aardbevingen in de rest van Zuidoost- Azië? We duiken in de tektonische krachten van de regio – én wat je moet doen in geval van nood.
Myanmar werd opgeschrikt door een zware aardbeving nabij Mandalay, de op een na grootste stad van het land. Het epicentrum lag in Saigang, zo’n tweehonderdvijftig kilometer boven de hoofdstad Naypyidaw. Met een kracht van 7,7 op de schaal van Richter en een naschok van 6,4 liet de beving een spoor van verwoesting achter.
“De opgebouwde spanning werd in één klap vrijgelaten”
Myanmar ligt op een los stuk aardkost, ingeklemd tussen de Indische en Euraziatische plaat, legt Douwe van Hinsbergen, hoogleraar Mondiale Tektoniek en Paleogeografie aan de Universiteit Utrecht, uit. De Indische plaat beweegt langzaam naar het noorden en duwt Myanmar mee. De plaatgrens loopt dwars door het land en langs deze elfhonderd kilometer lange breuklijn kunnen aardbevingen ontstaan. Myanmar beweegt met zo’n twee centimeter per jaar langs Eurazië, maar doordat de breuk stroef is haken de ruwe randen in elkaar, waardoor hij al twee eeuwen vastzat. Tot 28 maart, toen de spanning in één klap vrijkwam, met een verplaatsing van 6,5 meter als gevolg. Eerst dacht men dat de breuk over tweehonderd kilometer was bewogen, maar nieuwe gegevens wijzen nu op bijna vijfhonderd kilometer.

Volgens Van Hinsbergen zijn er verschillende verklaringen waarom de zware schok zelfs in Bangkok gevoeld werd. “Omdat onderzoekers Myanmar niet in kunnen, moeten ze afgaan op waarnemingen van verder weg. Wat we inmiddels wel weten is dat, hoewel de beving op duizend kilometer verderop begon, de breuk bewogen heeft tot zeshonderd kilometer van de stad. Daardoor was de beving in Bangkok hoe dan ook merkbaar geweest. Bovendien ligt de stad op een dikke laag klei, die trillingen versterkt. Het is ook mogelijk dat er een ‘supershear’-effect speelde, waarbij de breukbeweging sneller ging dan de snelheid van normale trillingen – vergelijkbaar met een vliegtuig dat door de geluidsbarrière knalt.”

“Zuidoost-Azië ligt op een complex netwerk van breuklijnen”
Aardbevingen zoals deze komen vaker voor bij plaatgrenzen, en dat is precies wat je in Zuidoost-Azië hebt. Volgens Van Hinsbergen ligt de regio op een complex netwerk van breuklijnen, waardoor het een van de meest aardbevingsgevoelige regio’s ter wereld is. Je hebt misschien wel eens van de Ring of Fire gehoord, een gebied waar verschillende platen over elkaar heen schuiven, wat zorgt voor intense vulkanische en seismische activiteit. Deze ring loopt onder andere door Indonesië, de Filipijnen, Papoea-Nieuw-Guinea, Japan en Taiwan.

In Zuidoost-Azië bewegen vier grote tektonische platen ten opzichte van elkaar – de Australische, Euraziatische, Filipijnse en Pacifische plaat. Myanmar ligt op een kleine plaat dat tussen India en Eurazië geklemd zit. Deze plaat schuift langs de Euraziatische plaat in een ‘zijschuiving’, ook wel een ‘transforme beweging’ genoemd,” legt Van Hinsbergen uit. Een transforme beweging, hoe zat dat ook alweer? Even een korte aardrijkskundeles. Tektonische platen bewegen niet soepel, maar schoksgewijs. De spanning tussen platen bouwt zich langzaam op, tot deze plotseling vrijkomt – met aardbevingen als gevolg. Een transforme beweging is één van de drie manieren waarop platen zich bewegen. Hierbij schuiven de platen langs elkaar, waardoor spanning opbouwt en uiteindelijk in een flinke aardbeving vrijkomt, zoals we in Myanmar zagen. Bij een convergente beweging komen platen naar elkaar toe, waarbij de ene onder de andere schuift (subductie), wat zware aardbevingen kan veroorzaken. Als dit onder water gebeurt, kan een tsunami ontstaan. Bij een divergente beweging schuiven platen uit elkaar, waardoor magma omhoogkomt en nieuwe aardkost vormt – wat meestal geen zware aardbevingen oplevert.

Deze complexe tektoniek zorgt ervoor dat aardbevingen Zuidoost-Azië eerder hebben geteisterd. Vooral Indonesië en de Filipijnen liggen in extreem actieve seismische zones. De aardbeving in 2004 bij Sumatra blijft een van de zwaarste uit de recente geschiedenis, met een magnitude van 9.1-9.3. Hierbij schoof de Indisch-Australische plaat onder de Euraziatische plaat langs de Sunda-subductiezone, wat leidde tot een tsunami van dertig meter. In 2005 werd Sumatra opnieuw getroffen door een aardbeving, deze keer met een magnitude van 8.6 op dezelfde breuklijn.

Wat is de kans op een nieuwe aardbeving?
We horen je denken: wat betekent dit voor de kans op een nieuwe aardbeving na de recente in Myanmar? Hoogleraar Van Hinsbergen legt uit: wanneer een breuk verschuift, beweegt dat specifieke segment meestal niet snel opnieuw. Maar breuken zijn nooit zo simpel als een rechte scheur – het is meer als een gebroken glasplaat. In plaats van één duidelijke breuklijn ontstaan er meerdere kleine barsten. Omdat ze uit meerdere segmenten bestaan, kan een beving op het ene deel nieuwe spanningen elders veroorzaken, wat op andere plekken tot een nieuwe schok kan leiden. Soms gebeurt dit meteen na een grote beving, zoals we in Turkije zagen, maar het kan ook zijn dat er na zo’n klap een periode van relatieve rust volgt. Aardbevingen zijn dus onmogelijk te voorspellen. “Wat we wel kunnen doen, is de maximale sterkte en trillingspatronen in kaart brengen. Zo kunnen we zorgen dat we aardbevingsbestending bouwen”, aldus Van Hinsbergen.

De rol van infrastructuur bij aardbevingen
Het is niet alleen de kracht van de beving die bepaalt hoe ernstig de gevolgen zijn; de kwaliteit van de infrastructuur speelt een enorme rol. In veel snelgroeiende steden in Zuidoost-Azië ontbreken goede bouwstandaarden. De infrastructuur is vaak verouderd en veel bouwwerken voldoen niet aan de officiële bouwvoorschriften, door armoede, beperkte middelen of politieke instabiliteit. Van Hinsbergen noemt Myanmar als voorbeeld, waar de twee grootste vliegvelden direct op de breuklijn liggen. Dit maakt de situatie na een aardbeving extra complex en bemoeilijkt de hulpverlening.

Leren van het verleden: Internationale samenwerking
Er wordt zeker geleerd van de ervaring met aardbevingen en andere natuurrampen. De landen in Zuidoost-Azië werken samen via de Association of Southeast Asian Nations (ASEAN), die de rampenbestrijding coördineert door het ASEAN Coordinating Centre for Humanitarian Assistance on Disaster Management (AHA Centre). Hier worden gegevens en hulpbronnen gedeeld, zodat landen elkaar kunnen ondersteunen bij rampen zoals aardbevingen. Na de verwoestende tsunami in 2004 werd het Indian Ocean Tsunami Warning and Mitigation System (IOTWMS) opgezet, onder de leiding van de Intergovernmental Oceanographic Commision (IOC) van UNESCO. Dit waarschuwingssysteem levert real-time gegevens over aardbevingen en potentiële tsunami’s, waardoor landen sneller kunnen reageren.
Toch blijft de voorbereiding op aardbevingen per land flink verschillen en blijft snelle coördinatie vaak een uitdaging. Rijkere landen met meer middelen, zoals Japan, Taiwan en Singapore, zijn beter voorbereid ten opzichte van bijvoorbeeld de Filipijnen, Cambodja en Myanmar.

Wat te doen in een noodsituatie?
De kans is klein dat je het meemaakt, maar als het gebeurt, wil je voorbereid zijn. Een simpele stap is het downloaden van noodapps, zoals BMKG in Indonesië of PHIVOLCS in de Filipijnen. Hier nog een aantal tips om te weten wat te doen in een noodsituatie.
Ben je binnen tijdens een aardbeving? Zoek dan snel dekking onder een stevig bureau of een tafel en blijf uit de buurt van ramen, spiegels en zware objecten die kunnen vallen. Bescherm je hoofd met je armen of een kussen. Als je buiten bent, blijf dan ver weg van gebouwen, bomen, elektriciteitskabels en bruggen. Zoek een open plek waar niets op je kan vallen. Pas in de bergen op voor aardverschuivingen en vallende stenen. Zit je in een auto? Stop dan niet onder een brug of viaduct en blijf in de auto zitten totdat de schokken voorbij zijn. En vermijd ook na de aardbeving ingestorte gebouwen, aangezien er altijd kans is op naschokken.
Bij een tsunami is het belangrijk om snel te handelen. Hoor je sirenes of waarschuwingen? Verlaat dan direct het gebied en verplaats je naar minstens dertig meter hogere grond of drie kilometer landinwaarts. Zie je het water ineens terugtrekken? Dat is een natuurlijk waarschuwingssignaal – ren naar hoger terrein.
Ook in Europa komen aardbevingen en vulkaanuitbarstingen voor. Wil je meer weten over de actieve vulkaan Askja in IJsland?