Het geheim van het Griekse vasteland: episch Epirus
- Artikel
- 17 mei 2023
- 5 minuten leestijd
Net tussen Corfu en de Ionische eilanden vind je op het vasteland van Griekenland een kuststrook die door veel reizigers wordt overgeslagen. Eeuwig zonde, want hier kleurt het water azuurblauw, de stranden wit en het belangrijkste: is massatoerisme nog schaars.
Het is een wat minder bekende plek, dus eerst maar eens even bij het begin beginnen. De Epirus-regio vind je in het noordwesten van het vasteland van Griekenland. Hoewel de provincie nu grenst aan Albanië, is de historische Epirus-regio groter dan het huidige Epirus en loopt deze door in dit land. Het Albanese deel van het historische Epirus heet Epiri.
En hoewel in dit artikel de focus op het Griekse deel ligt, kunnen we dit deel niet overslaan. Het deel heeft altijd bij Griekenland gehoord, maar in 1914 riep het Albanese deel zich uit als onafhankelijke staat. Na getouwtrek heen en weer moest Griekenland het deel na de Tweede Wereldoorlog toch echt afstaan aan Albanië.
Bezoek je het Albanese deel van historisch Epirus? Dan mag je Syri i Kaltër, in de buurt van kustplaats Sarandë, niet overslaan. Het water is ongelooflijk helder blauw, blauwer dan de foto’s je doen denken. Water borrelt naar boven en tot op de dag is het nog steeds een mysterie hoe dit mogelijk is. Veel duikers hebben geprobeerd de bron onderwater te bereiken, tevergeefs.
Oude stad met een jonge ziel
Oké, door naar Griekenland. De naam ‘Epirus’ doet al snel aan verhalen uit de Griekse mythologie denken. Het gebied doet zijn naam daarmee zeker eer aan, want het is de perfecte omgeving voor deze epische verhalen. Het is het meest bergachtige gebied van Griekenland en leent zich dus perfect voor de avonturier die houdt van klimmen, mountainbiken, kanovaren of bijvoorbeeld wandelen.
Maar ook voor stedelingen is er genoeg te beleven. Zo is Ioánnina de hoofdstad en een echte broedplaats voor creativelingen en studenten. Samen met kunstenaars en jongeren zorgen zij ervoor dat de stad, stammend uit de oudheid, modern aanvoelt. Met zo’n honderdduizend inwoners is Ioánnina goed voor maar liefst een derde van alle inwoners in de Epirus-regio. Misschien wel hét hoogtepunt van de stad? Het eiland zonder naam dat op een schitterend meer ligt. En dat is niet zomaar een lullig eilandje; het is een klein dorp met veel winkels en eetplekken.
Door de poort van Hades
In Epirus vind je twee grote natuurgebieden: het Pindosgebergte en Tzoumerka. Het Pindosgebergte in het noordoosten van de regio wordt vanwege de extreme reliëfverschillen ook wel “de ruggengraat van Griekenland” genoemd. Wat is hier zoal te doen? Wat dacht je van de Vikoskloof, diepste kloof van Europa. Met een diepte van zestienhonderd meter is-ie zelfs dieper dan op sommige plekken van de Grand Canyon in de Verenigde Staten.
Wil je echt door de Griekse mythologie lopen? Tzoumerka is de place to be. De rivier naar de onderwereld, de Acheron, loopt namelijk door dit gebied. Het water loopt deels onder de grond, waardoor de oude Grieken dachten dat hier de poort naar de onderwereld lag: de poort van Hades. Verder vind je hier ook de iconische Plaka Arched Bridge die boven de rivier de Arachtos Potamos hangt.
Maar het hoogtepunt van Tzoumerka is toch wel het klooster Kipinas. Letterlijk. Deze in de rotswand gekerfde woningen zijn in de vijftiende eeuw gebouwd en nog bijna onaangetast gebleven. Heb je hoogtevrees? Dan kan je beter beneden blijven wachten tot de rest terug is.
Als je fan bent van kloosters op bizar hoge plekken, zijn de zwevende kloosters van Meteora ook zeker een aanrader.
Langs de Griekse kust
In het zuiden van de Epirus-regio vind je de Ambracische Golf, een gigantisch beschermd natuurgebied. Hier komen meerdere rivieren op uit, waardoor het water een stuk minder zout is dan bij de Ionische zee. Met een beetje geluk vind je hier dolfijnen op doortocht en zelfs zeeschildpadden die vanuit de Ionische zee hier even komen uitrusten.
Aan de westkust van Epirus is ook zeker geen gebrek aan dolfijnen en zeeschildpadden. De kust ligt daarnaast bezaaid met veel verschillende kleine kuststeden. Een van de bekendere is Parga, een plaats die door een de kleurrijke huizen iets wegheeft van de skyline van het Mexicaanse Guanajuato. Vanuit hier kan je ook nog heel goed eilandhoppen en de ferry nemen naar Paxos en Antipaxos, twee kleine eilanden voor de kust.
Krijg je geen genoeg van eilandhoppen? Dan kan je ook de oversteek maken naar Corfu. Hoewel er ook een veerpond naartoe gaat, reis je het beste eerst af naar de havenstad Igoemenitsa. Waarom? Je zit langer op de veerpont dan dat je op Corfu bent als je direct gaat.
Zo zie je maar weer: Griekenland is een land dat je blijft verrassen. Het vasteland is misschien iets minder bekend bij de meeste reizigers, maar het doet zeker niet onder voor een gemiddeld idyllisch Grieks eiland. En dat al deze schitterende plekken in slechts één van de dertien provincies van Griekenland liggen, is al een wonder op zichzelf.
Er valt natuurlijk nog veel meer te zien op het vasteland van Griekenland. Rij bijvoorbeeld eens door naar de oostkust en verken Thessaloniki, de tweede stad van Griekenland.