Keti Koti: Zo vieren ze het in Paramaribo
- Artikel
- 29 jun 2023
- 5 minuten leestijd
Sinds 2009 wordt de afschaffing van de slavernij ieder jaar iets grootser in Nederland gevierd tijdens Keti Koti, oftewel ‘ketenen gebroken’. In Suriname is 1 juli echter al sinds mensheugenis een nationale feestdag. Hoe dat eruitziet? We nemen je mee naar Paramaribo.
Bovenstaande foto komt van HELEN M BUSHE / FLICKR.COM
Het is vroeg in de ochtend als de binnenstad wordt afgezet voor het doorgaand verkeer. Vandaag zijn de straten niet om op te rijden, maar om op te dansen. Tussen de feestende drukte wandel je door de Palmentuin en langs de Waterkant. Overal vind je kraampjes met lekker eten en blaast muziek hard uit de speakers. Vrouwen gaan de straat op in een zogeheten koto, een traditionele, kleurrijke jurk die gecombineerd wordt met een prachtige hoofddoek.
De naam Keti Koti vindt z’n oorsprong in het Sranantongo, de Surinaamse taal. In Suriname noemen ze het ook wel de ‘Dag van de Vrijheden’. En de vrijheid om tot laat in de nacht muziek te draaien wordt dan ook volop benut. Op het Onafhankelijkheidsplein gaat het feest het langste door. En wil je van de beste muziek genieten? Dan ga je naar de Domineestraat.
Een meer traditionele muzieksoort die uit de slavernij ontstaan is soko. Dit zal je vast ook horen als je door de straten loopt van Paramaribo. Deze liederen worden gezongen zonder instrumenten in een Afrikaanse taal die moeilijk te vertalen is naar het Sranantongo. Het doel van de muziek? Verering van de voorouders.
Niet dansen maar ‘slingeren’
Bij een goed feest hoort ook een goede dans. Bij Keti Koti hoort in dit geval de banja. Echter, deze dans beoefen je niet door te dansen, maar door te ‘slingeren’. Dit was een danstechniek die in de tijd van de slavernij ontstond om dronken witte slavenhouders te vermaken. Door van links naar rechts te slingeren, konden de trage, laaghangende ogen van de eigenaren ze maar moeilijk volgen. Zo konden ze opeens wegvluchten voordat de plantagehouder erop kon reageren. In hun eigen taal zongen ze dan “Meester, als je morgen opstaat zie je ons niet meer.”
Het feest is een kleurrijk fenomeen en écht iets wat tot de kern van de Surinaamse identiteit hoort. Dat de reden van het feest komt uit de grauwste bladzijde van de Nederlandse geschiedenis, is bijna niet voor te stellen als je door de straten van Paramaribo loopt. En toch is het zo.
Vrij? Niks ervan
De uitbundigheid op straat vindt z’n oorsprong in een geschiedenis die ver teruggaat. Suriname is bezet geweest door verschillende Europese landen, maar het langste door de Nederlanders. Onder het bewind van de WIC en later het koloniale bestuur had Suriname een beruchte naam. Het stond erom bekend dat hier de wreedste plantage-eigenaren ter wereld leefden. Daar komt nog eens bij dat Nederland als een van de laatste Europese landen de slavernij afschafte.
Vanaf 1 juli 1863 worden in totaal vierenveertigduizend tot slaaf gemaakten in Nederlandse gebieden bevrijd, van wie er ruim vierendertigduizend in Suriname leven. Maar in realiteit duurt het nog tien jaar totdat ze echte vrijheid proeven. De Nederlandse staat sluit namelijk een deal met de plantagehouders. Ze worden gecompenseerd voor de ‘financiële schade’ die ze oplopen door de bevrijding van ‘hun’ mensen. Per tot slaaf gemaakte ontvangen ze driehonderd gulden. Daar komt nog eens bij dat de bevrijde mensen nog tien jaar moeten doorwerken onder dezelfde barre omstandigheden.
In opstand
De harde en langdurige onderdrukking had als effect dat in de voormalige Nederlandse kolonie de tot slaaf gemaakten geregeld in opstand kwamen. Er was ook bovengemiddeld veel sprake van marronage, wat betekent dat tot slaaf gemaakten met gevaar voor eigen leven de plantages ontvluchtten. Marrons, zoals zij die op de vlucht sloegen heetten, verenigden zich en trokken ten strijde tegen de plantagehouders in een guerrilla-oorlog.
Een van de meest legendarische verzetsstrijders? Dat is ‘Boni’. Hij ontvluchtte de plantage en viel daarna dertig jaar lang verschillende plantagehouders aan met zijn groep metgezellen. Tot op de dag van vandaag vind je in rivier de Marowijne de ‘Bonidoro Soula’: een stroomversnelling vernoemd naar hem, de plek waar hij zou zijn vermoord door premiejagers.
De sporen van slavernij in Paramaribo
Nog altijd zijn de sporen van het slavernijverleden zichtbaar. Zoals bij de Waterkant, waar tot slaaf gemaakten aan wal kwamen op de Stenen Trap en verkocht werden. En op het Onafhankelijkheidsplein vind je het standbeeld van Kwakoe, een tot slaaf gemaakte die de ketenen breekt. Aan de randen van Paramaribo vind je bovendien hier en daar nog de overblijfselen van oude plantages. In sommigen is het zelfs mogelijk om te overnachten.
Keti Koti in Nederland
Is Paramaribo net iets te ver weg voor je? Dan kan je Keti Koti tegenwoordig ook goed vieren en herdenken in Nederland. In het Oosterpark in Amsterdam vindt een herdenkingsdienst plaats vanaf twee uur ’s middags en op het Museumplein ga je naar het Keti Koti Festival. In Rotterdam is in de Laurenskerk om tien uur ’s ochtends een herdenkingsdienst en wordt het Keti Koti Festival georganiseerd in Wijkpark Oude Westen. Op het Schouwburgplein vind je ook nog het Black Vibes Festival in de havenstad.
Geïnteresseerd in andere feestdagen die in de zomer gevierd worden? Ga dan eens langs bij het Midsommar festival in Zweden.