Oradour: het Franse dorp waar de tijd sinds 1944 stilstaat
- Artikel
- 10 maa 2023
- 6 minuten leestijd
Tot juni 1944 ontkwam Oradour redelijk aan het geweld van de Tweede Wereldoorlog. Maar dat veranderde in één klap. Op een zonnige zaterdag werd het dorp op gruwelijke wijze uitgemoord. En vandaag de dag loop je nog precies door de straten zoals nazi’s ze die dag achterlieten.
Souviens-toi. Veel woorden worden er niet vuilgemaakt op het bord bij de ingang van het oude Oradour-sur-Glane. Enkel souviens-toi, wat ‘herinneren’ of ‘onthouden’ betekent. Een passendere boodschap voor dit dorp bestaat er niet. Hier staan de naaimachines nog in ateliers, de pannen nog op fornuizen en de auto’s geparkeerd in garages of op het dorpsplein. Het suggereert dat inwoners hier zomaar gevlucht zijn, maar die kans kregen ze niet meer.
Wraak
Oradour-sur-Glane ligt in het Franse departement Haute-Vienne, net ten noorden van de Dordognestreek en op een klein half uur rijden van universiteitsstad Limoges. Tot 1944 is het de thuishaven van ruim zeshonderd mensen. En terwijl de wereld begin jaren ’40 in brand staat, is het kalm in het dorp. Af en toe wordt er een Duitse soldaat gespot, maar van geweld is weinig sprake. Op 10 juni 1944 lijkt dat niet anders te zijn. Die dag begint met zonneschijn, maar eindigt door de komst van tweehonderd soldaten in bloedregen.
De reden van hun komst? Waarschijnlijk wraak. Twee dagen eerder blies het Franse verzet een spoorbrug vlak bij het dorp op. Daarbij kwamen twee Duitsers om het leven, waaronder Helmut Kämpfe. Hij was een belangrijke SS’er en een persoonlijke vriend van sturmbähnfuhrer Diekmann. Na het opblazen van de spoorbrug werden al 28 Franse gevangenen geëxecuteerd, maar Diekmann wilde meer.
Identiteitscheck
Terug naar die beruchte zaterdag in Oradour, waar de op wraak beluste Diekmann arriveert om half twee ’s middags. Binnen no-time omsingelen zijn soldaten het dorp en worden alle uitgangen versperd. Niemand kan er nog in of uit, zelfs toevallige voorbijgangers zitten als ratten in de val. Toch is van paniek weinig sprake. Soldaten vertellen de inwoners dat het enkel om een routinematige identiteitscheck gaat. Mannen, vrouwen en kinderen: iedereen dient naar het dorpsplein te komen.
Werkelijke reden
Terwijl de bijna 650 aanwezigen zich in het dorp hebben verzameld, worden mannen en vrouwen gescheiden. De mannen moeten in schuren groeperen, vrouwen en kinderen dienen naar de kerk te gaan. Niet veel later, rond vier uur ‘s middags, wordt de werkelijke reden van de aanwezige soldaten duidelijk. De schuren waarin de mannelijke inwoners van Oradour staan te wachten, worden doorzeeft met kogels. De ‘gelukkigen’ sterven door een kogel, degenen die nog leven komen om in de brand die vervolgens wordt gesticht.
En de nazi’s zijn op dat moment pas net begonnen. In de kerk, waar vrouwen en kinderen hun lot afwachten, wordt brandgesticht en een verstikkende rook verspreid. De meesten worden levend verbrand. Degenen die een poging wagen om te vluchten, worden door soldaten opgewacht en doodgeschoten. Na de moordpartij wordt ook de rest van het dorp in vuur en vlam gezet.
Bolwerk van verzet
De eindstand? 643 doden. Slechts zes mensen weten op wonderbaarlijke wijze te overleven. In een bericht vertelt SS’er Diekmann later die dag dat Oradour een bolwerk van verzet was en dat ze in bijna elk huis wel een geweer vonden. Ze hadden volgens hem dan ook geen andere keus dan de verzetsstrijders te executeren.
Toch zijn er geen documenten die bewijzen dat er verzetsstrijders in het dorp woonden en de geweren die zijn gevonden, waren zeer waarschijnlijk voor de jacht. Daarnaast was het oudste slachtoffer van het bloedbad negentig jaar en de jongste een pasgeboren baby van slechts acht dagen.
Nieuw gebouwd in grijs
Kort na de oorlog werd Oradour bezocht door de Franse president Charles de Gaulle. Zijn conclusie? Het dorp moest behouden blijven als monument en herinnering aan de verschrikkingen van de oorlog. En dat gebeurde. Oradour ligt er nog exact bij zoals het op die zwarte zaterdag achterbleef. Een nieuwe versie van het dorp werd op steenworp afstand van de oude gebouwd, volledig in het grijs. Bij de inwijding in 1953 droeg de, grotendeels nieuwe, bevolking rouwkleding.
Muisstil
Vanaf Utrecht rij je in een kleine tien uur naar de herdenkingsplek, waar je bij aankomst al snel wordt geconfronteerd met de werkelijkheid. Een rotonde scheidt het verleden met het heden, met aan de linkerkant een dorp vol leven en aan de rechterkant de ruïnes van wat ooit een plek van leven was. In het museum bij het stadje worden de slachtoffers herdacht en krijg je meer informatie over het dorp en de Tweede Wereldoorlog.
Voor een klein bedrag loop je vervolgens door een tunnel onder de weg. Van daaruit betreed je direct de straten van Oradour. En ondanks dat er al bijna tachtig jaar geen mens meer woont, voel je de ziel van het dorp nog altijd. Door middel van bordjes op de gevels zie je welk gebouw welke functie had. Verschillende woonhuizen, een bakker, een kledingatelier waar de naaimachines nog in staan, een kapperszaak en een garage vol uitgebrande auto’s: Oradour mocht klein zijn, maar er was voldoende leven in de brouwerij.
Toch krijg je de échte rillingen vooral van andere plekken. Zoals de auto van de huisarts die nog altijd op het dorpsplein geparkeerd staat, het bordje dat aangeeft waar de mannen moesten verzamelen of de uitgebrande kinderwagen in de kerk. Langs de weg staat een bord met daarop silence, maar dat is niet nodig. Hoeveel bezoekers er ook zijn, het is er altijd muisstil.
Laatste ooggetuige
De zes mensen die het bloedbad in Oradour overleefden, zijn inmiddels allemaal overleden. De laatste ooggetuige, Robert Hébras, stierf in februari 2023 op 97-jarige leeftijd. Toen de ramp plaatsvond was hij achttien jaar. Hij schreef een boek over de gebeurtenissen, maar werd vooral bekend vanwege zijn inzet voor de verzoening met Duitsland. Door zijn inzet kwamen Franse en Duitse jongeren na de oorlog met elkaar in contact. Een actie waar hij in 2022 nog een hoge Franse onderscheiding voor ontving.
Nu de laatste ooggetuige is overleden, wordt het bord bij binnenkomst nog belangrijker: souviens-toi. Bijna geen plek laat je met een leger gevoel achter dan de straten van Oradour. En tegelijkertijd is dit dorp zo belangrijk om te zien, want in een wereld waar de spanningen oplopen, zijn dit soort bestemmingen een herinnering aan wat we altijd moeten voorkomen.
Overal in Europa liet de oorlog zijn sporen achter. Zoals in deze Poolse plaats die bijna Himmlerstadt heette.