Suriname overspoelt: duizenden huizen staan al maanden onder water
- Artikel
- 19 mei 2022
- 5 minuten leestijd
Ongeveer 35 dorpen in het binnenland hebben te kampen met ernstige waterproblemen, dankzij overmatige regenval en het uitblijven van droogte. De verwachting? Het kan nog zeker tot eind juni duren voordat de overstromingen verholpen zijn.
In maart is er in Suriname vijf keer zoveel regen gevallen dan normaal. Daarom wordt er bij een dam van het staatsbedrijf Staatsolie water uit het stuwmeer gelaten. Dit wordt ook wel spuien genoemd. En juist het openzetten van de spuigaten zorgt voor de nodige overlast van de plaatsen in het district Brokopondo, want die komen met dat water te zitten.
De grotendeels overstroomde dorpen liggen namelijk aan de oevers van de Surinamerivier, waarin het water vanuit het stuwmeer Brokopondo terecht komt. Ook de gewassen in het gebied, zoals cassave, gember en zoete aardappel, zijn verzopen. Het loopt hier dus – letterlijk – de spuigaten uit.
Toch is het wel degelijk noodzakelijk. Want wordt het niet gedaan? Dan kan het waterpeil in het stuwmeer van de dam te hoog komen te staan, wat een dambreuk of overstroming kan veroorzaken. En dat dit nog grotere gevolgen kan hebben, staat als een paal boven water. Zo leverde de waterkrachtcentrale in 2021 tachtig procent van de stroom in Suriname. Verder liggen er in het stuwmeer een aantal eilanden, waaronder Lebidoti, Baku en Pisian, die door het hoge peil onder het wateroppervlak dreigen te verdwijnen. Kortom: hoe je het ook wendt of keert, het Zuid-Amerikaanse land kan nu niet om de extreme hoeveelheid water heen.
Twaalfduizend mensen op natte voeten
Op dit moment heeft het hoge waterpeil vooral effect op de ongeveer twaalfduizend mensen, die in de omliggende dorpen aan de rivier wonen. Hun huizen worden geraakt door de overstromingen, terwijl deze normaal gesproken – zoals je hieronder ziet – toch echt op het droge staan. Daarom heeft het Surinaamse Rode Kruis de situatie al een tijd terug bestempeld als een ramp.
Het grootste deel van de bewoners kiest ervoor in hun houten huis te blijven en trekken de kaplaarzen aan. Voor zover bekend zijn er geen slachtoffers gevallen. Zo’n driehonderd mensen zijn wel tijdelijk verhuisd. Dat laat Jerry Slijngard, coördinator van het Nationale Coördinatiecentrum voor Rampenbeheersing (NCCR) weten.
De inwoners die in het gebied achter zijn gebleven zijn sinds een maand voorzien van voedselpakketten met daarin ook de nodige andere levensmiddelen. Ook worden dertig watertanks naar het gebied gebracht, zodat schoon regenwater kan worden opgevangen.
Achter de gevolgen aanlopen
De inwoners van het district zijn – uiteraard – niet blij met de wateroverlast, maar vooral niet met de aanpak. Ze vinden dat er op het spuien beter voorbereid had moeten zijn, zodat zij zelf ook de nodige voorbereidingen hadden kunnen doen. Denk bijvoorbeeld aan het plaatsen van zandzakken. De communicatie vanuit de regering – die in de persoon van Staatsolie eigenaar is van de stuwdam – had dus beter gekund. Het bedrijf maakt excuses en erkent dat er een gebrek aan communicatie was. De kosten die de overlast met zich meebrengt, zo’n 25 duizend euro per maand, heeft het dan ook op zich genomen.
Zwemmen in de problemen
Het is niet voor het eerst dat het binnenland van Suriname met wateroverlast kampt. Sterker nog: het is een jaarlijks probleem, dat zich ook in andere gebieden afspeelt. En deze problemen lopen door klimaatverandering steeds verder op. Zo was er in ditzelfde gebied in 2006 ook een grote overstroming, waarbij toen meer dan 170 dorpen werden getroffen. Een overstroming zoals deze was daarvoor in zo’n honderd jaar niet meer voorgekomen.
Zonnedans
Voor nu is het voor de inwoners wachten tot het tij keert en de regenval weer afneemt. Dan kunnen ook de spuikleppen weer dicht en zal het water in de dorpen verder zakken. Maar op de droogte is het wachten. Want de droge tijd in Suriname is op zijn einde. Ook in deze periode was er dit jaar sprake van aanhoudende regenval. En nu begint juist de regentijd, die loopt van mei tot augustus. Tot augustus zal er naar verwachting dan ook water worden geloosd, wat de situatie kan verergeren.
Verdere ontruiming van de dorpen kan je daarom niet uitsluiten. En hoeveel regen er precies in dit natte seizoen gaat vallen, is nauwelijks te voorzien, want er zijn weinig meetstations in Suriname. De voorspelling dat eind juni de overlast verholpen zal zijn, is op zijn zachtst gezegd behoorlijk positief.
Niet alleen Suriname kent waterproblemen. Ook Jakarta heeft moeite het hoofd boven water te houden.