In deze verloren badplaats staat de tijd al stil sinds 1985
- Artikel
- 28 jun 2023
- 4 minuten leestijd
Ooit was dit dé plek waar Argentijnse beroemdheden samenkwamen. Een soort Saint-Tropez aan een ‘genezend’ meer. Maar toen de dijken braken, zorgde datzelfde genezende water voor een levensgevaarlijke wending. Welkom in Villa Epecuén.
Copyright header: Mauricio V. Genta / Commons.wikimedia.org
Bomen die er droger uitzien dan in de Namibische Deadvlei, roestige auto’s en verkeersborden die onbewoonde vlaktes aanduiden. Wie nu door de ruïnes van Villa Epecuén loopt, kan bijna niet geloven dat dit ooit een oord voor de rijken was.
Genezende badplaats
Toch was Villa Epecuén ruim een halve eeuw een plek van genot en ontspanning. Al in 1921 werd hier het eerste resort gebouwd aan de oevers van het gelijknamige Lago Epecuén. Wat dit meer zo interessant maakte? Net als de Dode Zee heeft het een enorme hoeveelheid zout en mineralen. Een goede combinatie volgens investeerders, die verkondigden dat het water genezend zou werken voor mensen met huidziektes, reuma en diabetes.
Decennia verstreken en Villa Epecuén werd groter en welvarender. De plek was exclusief: rijken en beroemdheden wisten hun weg naar de stad te vinden. Dat kwam ook door de bouw van een treinstation. De plek was daardoor makkelijk te bereiken vanaf hoofdstad Buenos Aires, een kleine zeshonderd kilometer ten noordoosten van de badplaats. In de jaren ’70 had Villa Epecuén plek voor zo’n vijfduizend reizigers. Elke zomer brachten vijfentwintigduizend mensen hun zomer door in resorts naast het zo geliefde water.
Het noodlot
Wat toeristen en bewoners toen nog niet konden bedenken, was dat het zo geliefde water ook het einde van Villa Epecuén zou betekenen. Dat gebeurde overigens niet zomaar. In de jaren ’80 kreeg de streek met steeds meer regenval te maken. In eerste instantie niet direct een reden voor zorgen, maar het klimaat veranderde zodanig dat het water onbeheersbaar bleek. In november 1985 resulteerde dat uiteindelijk in de breuk van een dam, waarna ook de dijken van het stadje braken. Langzaam stroomde het wellnesspaleis vol met het water dat normaal zoveel mensen beter liet voelen.
Binnen een kleine twee weken was het peil al met drie meter gestegen en moesten inwoners geëvacueerd worden. Uiteindelijk steeg het waterpeil zelfs met tien meter. Honderden winkels, resorts en hotels: allemaal verdwenen ze diep in het zoute water. Op het moment van de overstroming hoopten bewoners nog dat het slechts tijdelijk zou zijn, maar Villa Epecuén bleef bijna 25 jaar een modern Atlantis. Oudere bewoners keerden nooit meer huiswaarts en zagen de plek waar ze opgroeiden niet meer opdrogen.
Geen spookstad
Bijna een kwart eeuw leek Villa Epecuén hetzelfde lot te wachten als Rungholt: een vergeten stad, voor eeuwig onderwater. Maar het liep anders. Begin deze eeuw kreeg de streek met droger weer te maken. Vanaf 2009 begonnen delen van de oude badplaats daardoor op te drogen. Een griezelig rampgebied bleef over. Kilo’s puin, verroeste auto’s, frames van bedden en verdronken bomen vullen nu het decor van een waargebeurde horrorfilm. En dat allemaal onder een dikke laag zout. En alsof het niet ironischer kan: een van de weinige gebouwen die de tijd onder water overleefde is een imposant slachthuis.
Een slachthuis gehuld in zout, midden in een verder verwoeste vlakte. Villa Epecuén heeft alle ingrediënten van een griezelig spookdorp. Toch is die titel niet helemaal terecht. Want verlaten? Dat is de stad niet. Daar zorgt de in 1930 geboren Pablo Novak wel voor. Hij groeide op in Villa Epecuén en hoefde dan ook niet lang na te denken toen het water de straten van zijn geliefde plaats in 2009 verliet.
In Pablo’s Villa, een documentaire uit 2013, vertelt hij dat hij opgroeide tussen rijke en beroemde toeristen. Van zijn thuis is weinig over, maar met weinig middelen woont hij ondanks zijn hoge leeftijd nog altijd zelfstandig. Met zijn fiets slingert hij dagelijks door het puin en hij verlaat zijn stad alleen nog maar als hij boodschappen moet doen. En waar hij opgroeide tussen zonnebadende toeristen, begroet hij nu steeds vaker een ander soort bezoeker. Villa Epecuén wordt langzaam populairder onder reizigers, die deze keer niet komen voor het wonderwater en de prachtige resorts, maar voor de ruïnes en bijzondere geschiedenis.
Over verdwenen steden gesproken: lag het mythische Atlantis in de Sahara?