Wandelparadijs Chili: waan je in een onbewoonde wereld met deze routes!
- Artikel
- 02 feb 2022
- 7 minuten leestijd
Met 42 nationale parken, 46 natuurreservaten en 18 natuurmonumenten is Chili een waar wandelparadijs. Toch kennen trektochtfans vooral het tikkeltje dure Torres del Paine. Welke hikes zijn net zo onvergetelijk en kosten je geen klauwen met geld?
Of je nu zoekt naar woestijnlandschappen of gletsjers, watervallen of vulkanen, uitzichten vanaf afgelegen bergtoppen of wandeltochten dicht bij de stad: dit land van uitersten heeft iets voor elk type avonturier en schenkt je uitzichten die je alleen in dít deel van de wereld tegenkomt. Een cadeautje voor je ogen dus.
Wél goed om voor het lezen te weten: voor de meeste nationale parken in Chili dien je een (niet al te hoge) toegangsprijs te betalen. Dat kan lekker handje contantje in het park of online via CONAF, een particuliere non-profitorganisatie die zorgt dat het park goed onderhouden en beschermd blijft.
De natuurwonderen van Torres del Paine
Torenhoge granieten pieken, kilometerslange gletsjers, hemelsblauwe meren en ruige natuur. Wie denkt aan hiken in het uitgestrekte Chili, denkt misschien direct aan Torres del Paine, het meest bekende en belangrijkste park dat in het zuiden van het land ligt.
Met een beetje geluk (of pech, wat je wil) kom je hier ook poema’s tegen, maar de kans is groter dat je de guanaco, een wilde lamasoort, tegen het lijf loopt. De poema’s zijn namelijk mensenschuw én nachtdieren en blijven in het hoogseizoen (dec-feb) dan ook weg van de drukbezochte paden.
De W-trek of O-trek
Vooral doorgewinterde hikers trekken – met kampeerbepakking en een voorraad aan lichtgewicht voedsel – naar het Patagonische park vanwege twee fenomenale routes: de W-trek (76 kilometer in gemiddeld vier dagen) en de O-trek (136 kilometer in gemiddeld zeven tot acht dagen). De O-trek is de zwaardere route om af te leggen, vanwege de uitdagende John Gardner pas, waardoor veel reizigers kiezen voor de W-trek, die je langs de hoogtepunten van het park leidt.
Door de reputatie van het park komen reizigers in het hoogseizoen als vliegen op de stroop op Torres del Paine af. Hierdoor tel je al snel honderden euro’s neer voor een aantal nachten op een hotel- of campingplek in het park. Ben je een kampeerfan? Dan kan je geld besparen door enkel en standplaats te boeken en je tent op te zetten. Een tent kan je overigens ook – inclusief matras en slaapzak – huren.
Er zijn ook trektochten van een dag in het park te doen, bijvoorbeeld naar het uitzichtpunt ‘Base de las Torres’. Je bereikt het park dan eenvoudig met een bus of auto vanaf Puerto Natales, de dichtstbijzijnde plaats. Hier lees je alles over Torres del Paine.
De bizar blauwe meren van Cerro Castillo
Maar wat nou als je met een strikt budget reist? Gelukkig biedt Chili verschillende alternatieven die net zo indrukwekkend, maar niet zo peperduur zijn. Iets verder ten noorden van Torres del Paine ligt het veel minder toeristische nationale park Cerro Castillo. Het is misschien wel de beste tocht in Patagonië waar je nog nooit van hebt gehoord.
Het Las Horquetas pad
Het Las Horquetas pad van ruim vijftig kilometer brengt je drie tot vier dagen in aanraking met inheemse bossen en bergrivieren, hangende gletsjers en sneeuwtoppen en bovenal meren met een absurd turkooisblauwe kleur. Ook hier kan je zomaar een poema, condor of huemul, een hertachtig dier, tegenkomen. Het pad start vanaf Valle de la Lima en eindigt in Villa Cerro Castillo, de dichtstbijzijnde plaats, waar ook openbaar vervoer is. Het park is dus iets minder goed bereikbaar dan het bekendere broertje, maar in Chili is hitchhiken eenvoudig en veilig.
Een leuk detail: bij dit park betaal je wel wat meer entree als je meer dagen gaat wandelen, maar je betaalt niet voor je kampeerplek. Onderweg vind je op bijna elke tien kilometer een aangewezen campingplek waar je je tentje kan uitstallen. De íets minder fanatieke wandelaar kan ervoor kiezen een dagtocht van twaalf kilometer te doen naar het uitzichtpunt Laguna Cerro Castillo.
Je moet er in dit deel van Chili rekening mee houden dat het weer altijd onvoorspelbaar is. Dus hup: trek die onhippe afritsbroek en fleecetrui aan, óók in de zomer.
Valle Chacabuco: de Serengeti van Zuid-Amerika
In de buurt van Cochrane ligt het Valle del Avilés pad van 95 kilometer. Het is een oude bergpas die het vroeger mogelijk maakte om vee te verplaatsen tussen de plaatsen Cochrane en Chile Chico. Dit stukje Chili staat bekend als de Serengeti van Zuid-Amerika, vanwege de ongerepte bergen, de turquoise meren in de vallei en uitgestrekte graslanden. Vooral wildliefhebbers kunnen in dit park in alle rust hun ogen trakteren met wilde dieren als flamingo’s, condors en guanaco’s.
Van Jeinemeni naar Casa de Piedra
In vijf tot zes dagen loop je van noord naar zuid – beginnend vanaf Jeinemeni tot camping Casa de Piedra – door het nationale park Patagonia en de Chacabuco vallei. Dat er nog maar weinig informatie over dit park te vinden is, is niet zo gek. Het park is vrij nieuw en opgezet om de vroegere nationale reservaten Jeinemeni en Tamango te beschermen.
Ook in dit park heb je verschillende kampeeropties. Zo kan je back to basic kamperen op het wandelpad zonder faciliteiten, maar ook op een camping met toiletten en kookhokjes. Naast het lange Valle del Aviles pad kan je ook kortere hikes afleggen. Een klein nadeel: er is geen openbaar vervoer naar het park. Maar elk nadeel heeft zijn voordeel: hierdoor wordt het park namelijk niet overspoeld met toeristen. Als je geen eigen vervoer hebt, is erheen liften of een reisbureau in Cochrane inzetten een alternatief.
Hiken op grote hoogte in nationaal park Lauca
Een andere manier om te ontsnappen aan de drukte van Torres del Paine, maar langs net zo indrukwekkende panorama’s te flaneren is door naar het nationale park Lauca te gaan. In tegenstelling tot de andere drie Patagonische parken, ligt dit gebied in het noorden van Chili, waar de natuur jarenlang vrij spel heeft gehad.
Routes van een dag tot meerdere dagen
Hier heb je verschillende mooie wandelpaden, waarop je een paar uur tot een paar dagen kan zwoegen. Het is namelijk niet alleen het spectaculaire landschap, maar ook de hoogte (tussen de drie- tot zesduizend meter) die bezoekers vaak sprakeloos achterlaat.
Het park staat bekend om het uitzicht over het meer Chunagara dat naast de met sneeuw bedekte vulkaan Parinacota – een kanjer van 6342 meter hoog – ligt. Het werd uitgeroepen tot Wereldbiosfeerreservaat vanwege de rijke diversiteit aan flora en fauna en het historische en culturele belang.
Je kan dit gebied het hele jaar door bezoeken vanuit Putre of vanuit de stad Arica, dat honderdvijftig kilometer ten westen ligt. In de zomer heb je iets meer kans op regen, in de winter op sneeuw. Jaarlijks reizen er meer avonturiers naar dit gebied, maar doordat het zo groot is, kom je er nauwelijks iemand tegen en waan je je toch in je uppie.
Krijg je geen genoeg van al deze nationale parken in Chili? In het nationale park Los Glaciares spot je één en al natuurwonderen en in het nationale park Queulat kan je apegapen naar hangende gletsjers en adembenemende watervallen.