Vrijwilligerswerk in weeshuizen: “Ze voelen als familie en dan zijn ze ineens weg”

- Artikel
- 06 maa 2025
- 7 minuten leestijd
Een boost geven aan je cv of iets goeds doen terwijl je de wereld verkent? De combinatie van toerisme en vrijwilligerswerk is een populaire manier van reizen. Maar wie profiteert hier echt van? De inwoners van de desbetreffende landen, of vooral de reizigers?
Binnen voluntourism – de combinatie van toerisme en vrijwilligerswerk – zijn er verschillende vrijwilligersprojecten. Van het helpen op een boerderij in Australië tot aan een afstudeeronderzoek in Guatemala. Een andere bekende vorm is het weeshuistoerisme, een term die je vast wel eens voorbij ziet komen. In de meeste gevallen zijn het westerse vrijwilligers die betalen om voor korte tijd te helpen en tijd door te brengen met kinderen in een wees- of opvanghuis in een land dat kampt met sociaaleconomische problemen. Dit lijkt misschien een goede manier om iets bij te dragen, maar in werkelijkheid kan het meer kwaad dan goed doen.

Geen goede zorg
In een weeshuis werken vaak één of meerdere vaste verzorgers, maar ook wisselende vrijwilligers, en regelmatig komen toeristen een dagje langs. Door die constante wisseling ontwikkelen veel kinderen hechtingsproblemen. Kamal (25) werd in 2006 door de Nepalese overheid bevrijd uit een weeshuis waar veel toeristen en vrijwilligers kwamen en gingen. “Ze voelen als familie, en dan zijn ze opeens weg. Je blijft achter met het onzekere gevoel of ze misschien nog terugkomen”.
Daarnaast ontbreekt het vaak aan professionele zorg, waardoor kinderen niet de nodige aandacht en begeleiding krijgen. Kamal vertelt dat er slechts één vaste verzorger was voor honderd kinderen. Ze gingen met een halflege maag naar school, deelden een bed met zes anderen en sliepen zonder medische zorg in dezelfde ruimte als kinderen met besmettelijke huidaandoeningen.
Patricia Nieuwenhuizen, coördinator van Better Care Network Netherlands (BCNN), legt uit dat er vaak geen professionele screening of VOG-verplichting is. Dit vergroot de kans dat kinderen in weeshuizen slachtoffer worden van mishandeling en seksueel misbruik. Kamal deelt zijn ervaring: “Ze sloegen ons, maakten ruzie en zetten ons neer voor de toeristen als een soort ‘show’.
"Wanneer toeristen voor een dagje langskwamen, kregen we schone kleren aan om een goed beeld te schetsen, zodra ze vertrokken, moesten we weer de oude, versleten kleding aan."
Veel problemen ontstaan na het weeshuis
Wanneer kinderen een leeftijd bereiken waarop ze het weeshuis moeten verlaten, ontstaan vaak grote problemen. Ze weten niet hoe ze moeten overleven in een dorp, hebben geen steun van een stabiele volwassene en het contact met hun familie is vaak verloren. Ze kunnen ook niet terug naar het weeshuis wanneer zij steun nodig hebben. Volwassenen die in weeshuizen opgroeiden worden vaak slachtoffer van mensenhandel, misbruik en andere vormen van uitbuiting.
Riya (22) groeide vanaf haar tweede op in een weeshuis in Nepal. In tegenstelling tot veel anderen had zij een betere ervaring met de vrijwilligers. Toch ondervond en ervaart ze nog steeds problemen sinds haar hereniging met haar familie in 2014. Het bleek dat haar identiteit letterlijk was veranderd. Haar voor- en achternaam waren aangepast door valse documentatie van het weeshuis.
De tijd die Riya in het weeshuis doorbracht, heeft blijvende gevolgen voor haar. “Het is heel moeilijk om me aan te passen aan mijn eigen gemeenschap, familie en cultuur. Ik weet nog steeds niet wat mijn cultuur precies voor mij betekent of wat die inhoudt.” Na dertien jaar ontdekte ze dat ze zeven broers en zussen had en dat haar beide ouders nog leefden. Kort daarna overleden haar ouders, waardoor ze zich opnieuw eenzaam voelde.
"Mijn identiteit was letterlijk veranderd, mijn naam en achternaam waren aangepast door valse documentatie."
Patricia wijst erop dat we hier niet zonder reden geen weeshuizen meer hebben: “Ze hebben een enorm negatieve impact op de ontwikkeling van kinderen.” Bovendien zijn de meeste kinderen, net als Kamal en Riya, helemaal geen wees. Veel van hen hebben nog ouders, maar worden in weeshuizen geplaatst omdat hun families in armoede verkeren. “Armoede mag nooit de reden zijn voor uithuisplaatsing”, aldus Patricia.

Maar wat dan wel?
Patricia legt uit dat onderzoek laat zien dat de meeste kinderen, met de juiste ondersteuning, bij hun ouders kunnen opgroeien. BCNN richt zich daarom op gezinsversterking door de onderliggende oorzaken aan te pakken. Ze helpen organisaties met het inzetten van maatschappelijk werkers en het doen van grondige analyses om te begrijpen wat er speelt binnen een familie en hoe ze het beste kunnen helpen. “Dit is bovendien veel goedkoper dan zorg in weeshuizen”, merkt Patricia op. “Naast familie is de gemeenschap het belangrijkste vangnet; het is beter om kinderen in hun eigen dorp te ondersteunen. Alleen in echte noodsituaties, zoals een oorlog en ramp, is tijdelijke uithuisplaatsing gerechtvaardigd, en dan in een gezinsachtige setting. Het scheiden van kinderen en ouders moet de laatste maatregel zijn.”
Een verdienmodel: vraag en aanbod
Sommige weeshuizen maken misbruik van kinderen door hen in te zetten om vrijwilligers en donateurs aan te trekken. Ze worden bijvoorbeeld gebruikt voor optredens of voor het schieten van ‘zielige’ beelden om sympathie te wekken en geld in te zamelen. “Zolang er vraag is naar weeshuistoerisme blijven deze instellingen bestaan: hoe meer vrijwilligers zich aanmelden, hoe meer kinderen er nodig lijken te zijn. Dit kan leiden tot het te snel afstaan van kinderen of kan zelfs het risico op kinderhandel of ontvoering vergroten”, aldus BCNN.
Kamal vertelt dat Nepalezen zelden toegang kregen tot het weeshuis waar hij opgroeide, terwijl buitenlandse toeristen makkelijk binnenkwamen omdat hun bezoeken meer donaties opleverden.

‘De witte redder’
De witte redder verwijst naar de neiging van vaak westerse vrijwilligers om inwoners van arme, ‘onderontwikkelde’ landen te ‘redden’. Vaak wordt gedacht dat de westerse wereld de kennis en middelen heeft om te helpen en dat gemeenschappen het zonder hun hulp niet zouden redden. Dit versterkt neokoloniale denkbeelden. Waarom? Omdat ongelijke machtsverhoudingen blijven bestaan. Westerse vrijwilligers – vaak zonder de juiste opleiding – komen even ‘helpen’, zonder aan de oorzaak van het probleem te werken.
In plaats van de lokale capaciteit te versterken, zorgt het ‘witte redderschap’ juist voor meer afhankelijkheid van externe hulp. Professionals uit de omgeving worden vervangen door onervaren, onbetaalde vrijwilligers, waardoor betaalde banen in de gemeenschap verdwijnen. Patricia noemt Rwanda als voorbeeld, dat een weeshuisvrij-land wil worden. Maar door de constante stroom aan vrijwilligers blijft er geld en aandacht naar weeshuizen gaan.
“Zou ik dit werk ook in Nederland mogen doen?”
Wil je vrijwilligerswerk doen in het buitenland? Sara Kinsbergen, hoogleraar op het gebied van burgers in duurzame ontwikkeling aan de Radboud Universiteit, benadrukt dat het belangrijk is om kritisch naar jezelf te kijken en de impact van je inzet goed te overwegen. “Wat wil je ermee bereiken? En is dit de beste manier om dat te doen? Veel mensen beslissen te snel zonder zich echt af te vragen of hun hulp wel zinvol is. Zou je in Nederland zonder ervaring Engelse les mogen geven voor een korte tijd? Waarschijnlijk niet. Waarom zou dat in Ghana dan anders zijn?”
Zowel Sarah als Patricia moedigen het vooral aan om te reizen en de wereld te verkennen. Het is een waardevolle ervaring die je de kans geeft om meer begrip en kennis op te doen over verschillende culturen en leefomstandigheden. Het advies van Riya en Kamal sluit hierop aan: “Vrijwilligers zouden zich moeten richten om de reden waarom ze Nepal bezoeken, in plaats van vrijwilligerswerk te doen in een weeshuis of tijd door te brengen met de kinderen.” Als je jezelf tijdens die reis toch nuttig wilt maken, heeft Sara een belangrijke boodschap: “We zijn aan onszelf en aan de wereld verplicht om kritisch na te denken of dit de juiste manier is om dat te doen.”
Op www.thnxnothnx.nl staan testjes, praktische tips en alternatieven. Ook vind je hier projecten waar kwetsbare kinderen en gemeenschappen écht iets aan hebben.
Lees hier over het werk van Esther, die het verhaal deelt van een kleine ngo, geleid door de oorspronkelijke bewoners van Madagaskar.