Wonderschoon, vooruitstrevend én veilig: de Pakistaanse Hunzavallei
- Artikel
- 13 jul 2023
- 7 minuten leestijd
Besneeuwde bergtoppen, groene valleien vol fruitbomen en onwerkelijke blauwe meren. Deze beschrijving doet je waarschijnlijk denken aan de Rocky Mountains of de Alpen. Maar het past ook perfect bij de Hunzavallei in Pakistan, die niet voor niets ‘Heaven on Earth’ wordt genoemd.
Kijk je naar het reisadvies van Pakistan op de website van het Ministerie van Buitenlandse Zaken? Dan valt één ding op. In een land dat vrijwel helemaal rood en oranje kleurt, schijnt een lapje grond in het uiterste noorden zo geel als de zon op een zomerdag. De Hunzavallei krijgt geel reisadvies, wat inhoudt dat het op wat risico’s na veilig is om heen te reizen. Een vergelijkbaar advies met dat wat reizigers krijgen voor een trip naar Turkije en Marokko: landen die elk jaar miljoenen reizigers verwelkomen.
Onbegaanbaar land
Leuk zo’n reisadvies, maar wat maakt deze streek nou zoveel veiliger dan de rest van Pakistan? Dat heeft alles te maken met de eeuwenlange geschiedenis van het gebied. De Hunzavallei ligt in het uiterste noorden van het land. Een onherbergzame streek tussen bergen die tot de hoogste op aarde behoren. Dat maakt de plek niet alleen prachtig, maar ook behoorlijk onbereikbaar. Eeuwenlang ontwikkelde het gebied zich dan ook onafhankelijk van de regio. De Hunzavallei bestond uit allemaal kleine vorstenstaatjes, bestuurd door een prins die een ‘Mir’ genoemd werd.
Ondanks dat de kleine vorstenstaten tijdens sommige periodes belasting moesten betalen aan grotere heersers in de regio, waren ze altijd zelfstandig. Die status behielden ze eeuwenlang. Het gebied was namelijk makkelijk te verdedigen. De enige wegen die naar de staten liepen, waren gevaarlijke bergpaden van niet meer dan een halve meter breed. Wilde je naar de Hunzavallei? Dan moest je lopen langs afgronden en over boomstammen die als bruggen tussen kliffen werden gebruikt. De paden waren zelfs niet begaanbaar voor veel dieren, dus mensen moesten ook nog eens alle spullen op hun rug dragen.
Off the grid-bestemming
Door die onbereikbaarheid bleef Hunza eeuwenlang veel van de ellende en kolonisatie in de regio bespaard. Maar zoals zo vaak wisten de Britten er uiteindelijk toch voet aan grond te krijgen. Dat was rond het einde van de negentiende eeuw, toen de vallei economisch steeds interessanter werd vanwege de wolhandel. De Engelsen settelden en kozen een nieuwe Mir. Het einde van zelfstandigheid? Niet helemaal. Hunza behield veel autonomie, ook na de splitsing van Brits-Indië in 1947 toen het koos voor aansluiting bij Pakistan.
Dat bleef zo tot de monarchie van de vorstenstaten werd afgeschaft in 1970. Tot 1974 werd het gebied nog bestuurd door de nakomelingen van een Mir, maar daarna viel het onder de centrale regering van het land. In de jaren ’70 begon ook de bouw van een weg, die in 1980 werd afgerond: de Karakoram Highway. Het is nog altijd de hoogste geasfalteerde weg ter wereld en loopt dwars door de vallei helemaal tot de Chinese grens. Ineens was de Hunzavallei bereikbaar per auto. Het zorgde er zelfs voor dat het gebied zich steeds meer begon te profileren als een off the grid-bestemming voor Europese en Amerikaanse backpackers. Tot de gebeurtenissen van 11 september 2001, die de wereld op zijn kop zette en Pakistan door de slechte reputatie van de toeristische wereldkaart veegde.
Voorbeeldvallei
Ondanks dat de Hunzavallei tegenwoordig dus gewoon per auto bereikbaar is, hebben eeuwen van zelfstandigheid de cultuur getekend. Het gebied wordt bewoond door drie volken: de Wakhi, de Burusho en de Shinaki. Alle bevolkingsgroepen spreken een eigen taal, maar velen beheersen daarnaast ook nog een aardig woordje Urdu en Engels.
Hunzakuts, zoals de inwoners van Hunza genoemd worden, zijn over het algemeen veel meer verbonden met de eigen regio dan met Pakistan. Eeuwenoude tradities spelen nog steeds een belangrijke rol, zoals het maken van wijn. En ondanks dat er een alcoholverbod in Pakistan geldt, wordt het maken van wijn hier gedoogd zolang het voor eigen gebruik is.
In veel opzichten is het gebied een voorbeeld voor andere regio’s in Pakistan. De levensverwachting is hoger in Hunza en meer dan negentig procent van de bevolking kan lezen en schrijven. Daarnaast is de streek ook op sociaal gebied behoorlijk vooruitstrevend. Veel meisjes gaan naar school en voor vrouwen is het normaal om te werken, bijvoorbeeld als berggids.
Eeuwenoude forten
De Hunzavallei is perfect voor de reiziger die de hectiek even achter wil laten. Rij je door de regio? Dan val je bij elke bocht opnieuw in verbazing. Het is een plek waar drie bergketens — Himalaya, Karakoram en Hindu Raj — samenkomen met daartussen een Bob Ross-waardige vallei vol helderblauwe meren. De zigzaggende Karakoram Highway brengt je langs velden vol abrikozenbomen, bergdorpen en historische schatten.
Die rijke geschiedenis is op veel plekken nog goed zichtbaar. Zo vind je bij Karimabad — de hoofdstad van het district — twee forten die als woningen voor Mirs dienden. Altit Fort en Baltit Fort steken met kop en schouders boven prachtige landschappen uit en ogen zo machtig als de personen die er ooit woonden. Altit Fort is meer dan duizend jaar oud en ook Baltit Fort gaat al eeuwen mee.
Meer en meer
Toch zijn de helderblauwe meren misschien wel de grootste reden om naar Hunza te reizen. De bijzonderste? Dat is waarschijnlijk Attabad Lake. Door een flinke aardbeving in 2010 ontstond er een natuurlijke dam die ervoor zorgde dat een dal volliep met water. Het ‘nieuwe meer’ is de grootste toeristische trekpleister van het gebied. Hier ontspan je langs het water in een van de resorts of huur je zelfs een bootje of jetski.
Ook de moeite waard? Passu Lake, dat uitzicht biedt op de Passu Cones: misschien wel de mooiste bergtoppen van de regio. En als je dan toch op merenjacht bent? Bezoek dan ook meteen Rush Lake. Dit is een klein, blauw meer op 4694 meter. Een van de hoogste bergmeren ter wereld, die met een indrukwekkende hike te bereiken is.
Geen makkelijke weg
Kortom: het noorden van Pakistan biedt een landschap met alle smaken. Het pittige van spannende loopbruggen, het dorstlessende van bergwater, het gezonde van velden vol abrikozenbomen en de verfrissing van besneeuwde bergtoppen. Tel daar nog een flinke portie cultuur en geschiedenis bij op en je reizigersmaag is gevuld. Toch moeten we je helaas wel waarschuwen. Ondanks dat Hunza dus relatief veilig is, is de weg ernaartoe niet de makkelijkste. Op eigen houtje naar het gebied reizen wordt afgeraden, omdat de omliggende regio behoorlijk instabiel is. De Nederlandse overheid raadt dan ook aan om erheen te gaan met het vliegtuig en alleen door het gebied te reizen met een officiële reisorganisatie.
Houdt dat je niet tegen? Dan zal je eerst moeten vliegen naar een van de grotere Pakistaanse steden, zoals Islamabad of Lahore. Van daaruit vlieg je door naar Gilgit, vanwaar het nog enkele uren rijden is naar de Hunzavallei. Toch kiezen veel reizigers ervoor om te vliegen naar Islamabad en daar al een jeep te huren: een rit van zo’n twaalf uur over de Karakoram Highway. Een fantastisch mooie weg, maar wel eentje die dus wordt afgeraden door het ministerie van Buitenlandse Zaken. Hoe dan ook: makkelijk en goedkoop zal het in ieder geval niet zijn om in het noorden van Pakistan te belanden. Of dat een reden is om weg te blijven? Dat laten we aan jou over.
Net zo mooi, maar nog onbereikbaarder: De Afghaanse Wakhan-corridor is ongerept en oogverblindend.