In de ‘stad der zielen’ liggen er per levende inwoner duizend begraven
- Artikel
- 22 mei 2024
- 3 minuten leestijd
De kleine stad Colma, een aantal kilometer onder de grote havenstad San Francisco, is de rustplaats voor anderhalf miljoen mensen. Hiermee worden de levende inwoners met duizend op één overtroffen door de eeuwig rustende. Hoe zijn dat er zoveel geworden?
Credits thumbnail: CanadaGood Gregory / flickr.com (CC BY-NC-SA 2.0)
Gold Rush
Wanneer er in 1848 goud wordt gevonden in de omgeving rond San Francisco, breekt de hel los. Vanuit alle hoeken van de wereld stormen mensen op de stad af om hun geluk te vinden. De kleine havennederzetting San Francisco, dat voorheen nog 25 schepen per jaar ontvangt, verwelkomt er opeens tegen de achthonderd in één jaar. In een koortsachtige waanzin gaan hier tienduizenden mensen de zoektocht naar het gouden goed aan. De gelukszoekers komen niet allemaal onder de beste omstandigheden naar de City by the Bay en de voorzieningen in de kleine stad, die in één klap doorgroeit naar een grote stad, zijn ook niet al te best. Hierdoor gaat de zoektocht naar geluk gepaard met ziekte en barre omstandigheden. En dat resulteert in veel volle begraafplaatsen.
Full house
In 1900 maakt het bestuur van San Francisco een groot besluit. Vanaf dit jaar mogen er geen mensen meer begraven worden in de stad. De reden? De 26 begraafplaatsen in en rondom San Francisco zijn overvol. Mensen moeten vanaf nu hun geliefden elders begraven, want de grond van de grote stad is te waardevol om de begraafplaatsen uit te breiden. Huizen leveren natuurlijk meer op dan een graf; de doden betalen minder huur. De oplossing wordt zo’n zestien kilometer van de grotere buurstad gevonden in het kleinere Colma. Inwoners van San Francisco begraven hun dierbaren hier: dichtbij genoeg voor een bezoekje en ver weg genoeg van de kostbare grond van de ‘stad van het goud’.
Verhuizing
Veertien jaar later doen ze er nog een schepje bovenop. Letterlijk, want de 26 begraafplaatsen van de stad en provincie moeten leeggegraven worden. Er is vanuit de overheid een grote angst dat door de volle begraafplaatsen ziektes uitbreken en een gevaar vormt voor de gezondheid van de inwoners van de steeds groter groeiende stad. Uiteindelijk gaat het echter vooral om de waarde die de grond heeft. Een volksverhuizing van honderdduizenden reeds begraven mensen volgt. En de rustende met nabestaanden die geen geld hebben voor een verhuizing en nieuwe rustplek, komen in een massagraf terecht. Rustgevend, maar niet heus.
De stille stad
De stad der zielen, de charmante bijnaam van Colma, begint op deze manier als een dodenstad (necropolis). Alle verhuisde overledenen komen hier terecht. De enige levende inwoners werken voor de doden, nou ja, het behoud van hun rustplaats: bloemisten, monumentbouwers en grafgravers. Toch groeit de stad door en wordt de infrastructuur door de jaren heen verbeterd. En zelfs winkels beginnen de straten van deze ‘dodenstad’ op te fleuren. Ondertussen telt de stad zo’n vijftienhonderd inwoners. Dat is nog altijd een flink stuk minder dan de geschatte anderhalf miljoen dode ‘bewoners’. Dit aantal blijft alleen maar groeien; inwoners van San Francisco, dat nu nog maar twee begraafplaatsen telt, vinden hier honderd jaar later nog altijd hun rust. De levende inwoners hebben daarom een zeer gepast motto: It's great to be alive in Colma. Je zou kunnen zeggen dat het verschil tussen het levendige San Francisco en the Silent City, de andere zeer gepaste bijnaam van Colma, dus als leven en dood is.
Een massagraf dichter bij huis? Dit Italiaans eiland is de rustplek voor meer dan honderdduizend mensen.