Van gevangenis tot waterpark: dit gebeurt er met olympische bouwwerken na de Spelen
- Artikel
- 16 okt 2024
- 5 minuten leestijd
Beachvolleyballen onder de Eiffeltoren, paardrijden op Versailles of schermen in het Grand Palais. Drie bijzondere locaties waar afgelopen zomer de Olympische Spelen plaatsvonden. Deze locaties worden natuurlijk nog gebruikt, maar wat gebeurt er met de gebouwen op andere plekken?
Wat komt er kijken bij de organisatie?
Eerst geven we je een spoedcursus Spelen organiseren. Zoals je waarschijnlijk weet, wordt dit internationale sportevenement elke vier jaar op een andere plaats gehouden. Dat kan niet zomaar op elke plek. Voordat het evenement wordt georganiseerd, moet er eerst een stad worden gekozen die dit mag doen. Steden die de Spelen graag binnen hun eigen stadsmuren houden, moeten aan een hoop eisen voldoen: er wordt gekeken naar de ontwikkeling van een land, de hoeveelheid gebouwen die al beschikbaar zijn voor wedstrijden en duurzaamheidsdoelen van de stad. De afgelopen jaren zijn inclusiviteit en duurzaamheid met name belangrijk geworden. Steeds meer sporten krijgen een kans om deel uit te maken van de grootse Spelen. Dat is bijvoorbeeld de reden waarom breakdancen sinds dit jaar een olympische sport is. Ook wordt er gezocht naar bestaande locaties voor sporten buiten de organiserende stad, zodat er niet onnodig wordt gebouwd.
Nadat een stad is gekozen, begint pas het echte werk. Veertienduizend atleten moeten, samen met hun coaches en teams, onderdak krijgen in een olympisch dorp. Dat zijn ongeveer vier keer zoveel mensen als er wonen op de Falklandeilanden. Als we kijken naar Parijs afgelopen zomer, dan gaat dit om ongeveer zestienduizend bedden, zestigduizend maaltijden per dag en een totaal kostenplaatje van 1,85 biljoen dollar. Naast een slaapplekje in het olympische dorp, moeten alle sporten en toeschouwers een plekje verdeeld krijgen over veertig locaties. Wat er met deze bouwwerken gebeurt na de Spelen? Dat blijft een lastig vraagstuk.
Parijs
Ingewikkeld of niet, in het geval van Parijs is het in elk geval simpel: de Eiffeltoren blijft een trekpleister, Versailles het thuis van talloze rondleidingen en het Grand Palais blijft open voor de opera. Dat verbaast je misschien niet, want de meeste gebouwen die tijdens de Olympische Spelen in Parijs zijn gebruikt, stonden er al. Ze werden tijdelijk voor de sport gebruikt, maar gaan nu weer terug naar hun oude vertrouwde functie.
Ook het olympische dorp krijgt een nieuw leven. Waar je dan aan moet denken? De vele gebouwen, kamers en parken worden het komende jaar omgetoverd tot meer dan tweeduizend woningen, een aantal winkels, een hotel en een studentencomplex. De wijk moet klimaatvriendelijk worden en de plaatselijke biodiversiteit vergroten. “Paris was really trying it’s best with sustainability.” zei Drew, die als vrijwilliger op de Spelen werkte. In Parijs gaan de meeste olympische bouwwerken dus niet verloren, maar hoe zit dat op andere plekken?
In een nieuw jasje
De meeste bouwwerken die voor de Olympische Spelen zijn gebruikt, krijgen in meer of mindere mate gelukkig wel een nieuw leven. Dat gaat om ongeveer 85 procent van alle permanente locaties. Veel van deze plekken worden gebruikt in de evenementen- of sportsector, bijvoorbeeld voor concerten of sportwedstrijden. Sommige plekken krijgen daarnaast een nieuwe functie, die je misschien niet zo snel verwacht.
Tijdens de Olympische Spelen van Beijing in 2008 werden alle zwemsporten beoefend in het nationale watersportcentrum, die bekend staat als ‘Water Cube’. Vanwaar de naam? Wie van een afstandje naar het gebouw kijkt, zal zien dat het bouwwerk de vorm heeft van een grote kubus, die aan de buitenkant volledig bestaat uit waterbubbels. Met meer dan vijftig glijbanen en ruimte voor dertigduizend zwemmers, is de ‘Water Cube’ nu een subtropisch waterpretpark. Door de vorm en kleur van de bubbelmuren wordt veel zonlicht doorgelaten. Een deel hiervan blijft opgeslagen in de muur, waarmee het zwembad wordt verwarmd en er een stuk minder verlichting nodig is: een energie-efficiënt gebouw dus! De Olympische Spelen worden hier niet vergeten, want in een deel van de baden hangen de vlaggen van verschillende landen en overal kom je het logo van de Spelen tegen.
Een andere unieke herinrichting is die van het olympische dorp van de Lake Placid winterspelen in 1980. Eentje waar boeven worden gehouden en de orde wordt bewaakt. Je raadt het al: een gevangenis, genaamd FCI Ray Brook. De gevangenis ligt in het noorden van de staat New York in Amerika en heeft meer dan achthonderd gevangenen. Waarom dit gebouw is omgebouwd tot gevangenis? Door de aanslagen tijdens de Olympische Spelen in het Duitse München een aantal jaar eerder, was beveiliging een topprioriteit tijdens de winterspelen in Lake Placid. Dit betekende bijvoorbeeld weinig tot geen ramen en een afgelegen locatie. Genoeg reden voor de overheid om het gebouw destijds deze nieuwe bestemming te geven.
Witte olifanten van de stad
Hoewel de meeste locaties na de Spelen opnieuw worden ingericht, geldt dit jammer genoeg niet voor alle bouwwerken. De gebouwen die massaal uit de grond worden gestampt voor de Olympische Spelen, maar vervolgens geen nieuwe functie krijgen, worden ‘witte olifanten’ genoemd. Waarom? Je kan er niet omheen, maar ze nemen een deel van de stad in. Waar ze eerder werden gebruikt voor een internationaal sportspektakel, zijn ze nu niet veel meer dan een boegbeeld van een voorbij evenement.
Een van deze verloren locaties is de skischans, die in 1984 werd gebruikt tijdens de winterspelen in Sarajevo. Tegenwoordig is deze verkleurd, vol vuil en staan er talloze graffiti schilderingen op. Waar skiërs van over de hele wereld ooit op hoog tempo naar beneden roetsjten, kan je nu zelf omhoogklimmen via een trap aan de zijkant van de schans.
Nieuwsgierig naar andere olympische stadions? Hier vind je de meest iconische olympische stadions ter wereld.