Pride in Hongarije: Een kleurrijke strijd in een land dat regenbogen verbiedt

- Artikel
- 26 jun 2025
- 9 minuten leestijd
Op 28 juni trekt de Pride-mars door Boedapest, ondanks het verbod en de anti-lhbtqia+-wetgeving in Hongarije. En juist dat maakt deze mars zó belangrijk. Geen zorgeloze viering, maar een kleurrijk protest tegen het zwart-witbeleid van Orbán.
Anti-Pridewetgeving en strafbare sancties
In april 2025 nam het Hongaarse parlement in één dag een nieuwe wet aan die openbare lhbtqia+-evenementen verbiedt, waardoor ook de jaarlijkse Pride-mars in Boedapest wordt verboden. Deze wet bouwt voort op de zogeheten ‘kinderbeschermingswet’ uit 2021. Premier Viktor Orbán presenteert de wet als een maatregel tegen pedofilie, waarin het verboden is om aan minderjarigen homoseksualiteit of genderdiversiteit te ‘afbeelden of promoten’. Volgens het Hof van Justitie van de Europese Unie schendt deze wet mensenrechten. Volgens Amnesty International schendt de anti-Pride wet nu ook de vrijheid van meningsuiting en vergadering.

De burgemeester van Boedapest, Gergely Karacsony, steunt de Pride en laat weten dat de stad de bijeenkomst zelf organiseert. Hij noemt het verbod “een schending van fundamentele vrijheden”. Sinds een wetswijziging in maart 2025 mag gezichtsherkenning niet langer alleen worden ingezet bij zware misdrijven met een gevangenisstraf, maar ook bij lichte overtredingen. Dat betekent dat de politie nu ook Pride-deelnemers mag identificeren met behulp van deze technologie. Daarnaast riskeren deelnemers boetes tot vijfhonderd euro en organistoren kunnen zelfs tot een jaar gevangenisstraf krijgen.
Rechten van de lhbtqia+-gemeenschap verder ingeperkt
Met de nieuwe wet worden de rechten van lhbtqia+’ers in Hongarije opnieuw flink ingeperkt. Luca Dudits, hoofd communicatie van de lhbtqia+-organisatie Háttér Hongarije, vertelt hierover tijdens een masterclass van Amnesty Nederland over de bescherming van Budapest Pride. “Orbán en zijn partij Fidesz zijn al jaren systematisch de rechten van de gemeenschap aan het afbreken.”
In 2018 verbood de regering genderstudies aan universiteiten. Twee jaar later werd het onmogelijk om officieel van geslacht te veranderen en werd adoptie door koppels van hetzelfde geslacht via een grondwetswijziging uitgesloten. In 2021 volgde de “kinderbeschermingswet”, door Amnesty ook wel de wet tegen ‘homopropaganda’ genoemd, die lhbtqia+-inhoud voor kinderen onder de 18 verbiedt. “Die wet is geïnspireerd op de Russische variant uit 2013,” vertelt Ruslana Panukhnyk van ILGA Europe, ook aanwezig bij het evenement en bekend van de Rainbow Europe Index die de situatie in 49 landen meet.

Media en onderwijs onder controle van Orban
Zijn er dan geen onafhankelijke media die Orbán en zijn beleid bekritiseren? Nauwelijks. Na zijn verkiezingsoverwinning in 2010 begon Orbán met het herstructureren van het medialandschap. Onafhankelijke kranten en zenders kwamen onder financiële en juridische druk te staan. Inmiddels zijn kritische media grotendeels verdwenen en hebben Orbán en zijn partij Fidesz zo’n tachtig procent van de Hongaarse media in handen. Kritische journalisten worden onder druk gezet of zwijgen uit angst.
Het gevolg? Hongaarse media brengen vooral wat Orbán wil dat mensen horen: een eenzijdig, pro-regeringsgeluid. Lhbtqia+-onderwerpen zijn taboe op publieke zenders en maken plaats voor desinformatie die angst en afkeer aanwakkert. Zo voerden staatstelevisie en de pro-regeringskrant Magyar Idők een campagne tegen de musical Billy Elliot, waarin ze beweerden dat de voorstelling “kinderen homo zou maken” en spraken van “gay propaganda”.
In 2024, rond de verkiezingen, vulden billboardcampagnes in Boedapest de straten met waarschuwingen tegen de vermeende ‘genderpropaganda van Brussel’. Terwijl lhbtqia+’ers worden neergezet als bedreiging, wordt Orbán gepresenteerd als redder van het land.
Niet alleen media worden sterk beïnvloed. Ook in het onderwijs wordt gewerkt met door de staat goedgekeurde schoolboeken en lesmethodes. Gender en seksuele diversiteit ontbreken of worden negatief afgeschilderd, terwijl vooral nationalistische en conservatief-christelijke boodschappen centraal staan. Leraren die zich kritisch uitlaten, riskeren maatregelen zoals ontslag.
Luca Dudits noemt een veelzeggend voorbeeld: een Hongaarse reclamespot waarin een bezorgde en boze moeder vraagt: “Waarom krijgt mijn dochter geen rekenles, maar wel les over een meisje dat een jongen wil worden?” De censuur in media en onderwijs voedt zo onwetendheid, angst en haat tegenover de gemeenschap.

Een zondebok als politiek wapen
“Onder het mom van ‘kinderbescherming’ wordt de gemeenschap aangewezen als zondebok en geconfronteerd met haat en onderdrukking,” vertelt Luca Dudits. “Een zondebok aanwijzen is een vaste retoriek,” vult Ruslana Panukhnyk aan. Naast de lhbtqia+-gemeenschap worden ook migranten en vluchtelingen als gevaren voor de samenleving bestempeld. Daarnaast worden ngo’s, activisten en personen als George Soros, een Hongaars-Amerikaanse zakenman en filantroop, als bedreiging neergezet. Zij zouden massa-immigratie financieren en Hongarije willen ondermijnen. De “Stop Soros”-wet uit 2018 maakte hulp aan migranten door ngo’s zelfs strafbaar. Ook zet Orbán de Europese Unie (EU) neer als zondebok. De EU is volgens hem geen partner, maar een vijandig “liberaal-imperialistisch project” dat de christelijke en nationale waarden wil vernietigen. Tegelijkertijd blijft Hongarije wél lid van de EU, omdat het land afhankelijk is van Europees geld en invloed, die het gebruikt om zijn positie binnen het eigen land te versterken. Vanwege vastgestelde schendingen van de rechtsstaat heeft de EU inmiddels verschillende betalingen aan Hongarije bevroren.
Kortom: Orbán wijst stelselmatig zondebokken (vaak minderheidsgroepen) aan als oorzaak van maatschappelijke problemen. Door angst en haat te zaaien, zet hij hen neer als een bedreiging voor kinderen, christelijke waarden en de Hongaarse soevereiniteit. Tegelijkertijd presenteert hij zichzelf als beschermer en redder van het land, onder andere tegen de ‘gevaarlijke genderideologie’. Die strategie werkt als een politiek wapen, gericht op het ondermijnen van democratische waarden en mensenrechten.

Wereldwijd rechten onder druk
Komt deze strategie je bekend voor? Dat is geen toeval. Wat in Hongarije gebeurt, is geen op zichzelf staand verhaal, het is het favoriete patroon van autoritaire regimes. “De verdediging van ‘traditionele waarden’ gebruiken als rechtvaardiging om rechten te beperken en angst te verspreiden,” legt Ruslana Panukhnyk uit. “Zo wordt Rusland gezien als inspiratiebron voor landen als Hongarije als het gaat om anti-lhbtqia+-beleid. In 2013 voerde Rusland al de ‘anti-pedofielenwet’ in, die Orbán en zijn partij in 2021 overnamen.”
Ook in de Verenigde Staten onder leiding van de Republikeinse president Donald Trump staan de rechten van de gemeenschap onder druk. Lhbtqia+’ers zouden ‘een product van de woke-ideologie’ zijn, bedacht door de Democraten. In de aanloop naar de verkiezingen van 2024 geeft de Republikeinse partij miljoenen uit aan spotjes waarin transpersonen belachelijk worden gemaakt, meldt National Public Radio (NPR), een onafhankelijke Amerikaanse non-profitmediainstelling. Sinds Trump aan de macht is, mogen paspoortaanvragen geen X als genderoptie meer bevatten, is transgenderzorg stopgezet, zijn dragshows en regenboogvlaggen verboden en zijn termen als ‘genderidentiteit en ‘non-binair’ geschrapt uit overheidscommunicatie. Ook in het onderwijs wil Trump queer onderwerpen afschaffen.
Deze autoritaire bewegingen zoeken elkaar actief op. Denk aan CPAC, het internationale congres van conservatieve leiders dat Orbán in Hongarije organiseerde. Daar noemde hij trans- en lhbtqia+-rechten “een ideologie die als een virus bestreden moet worden”. De sprekers waren onder anderen de Argentijnse president Javier Milei, Alice Weidel van de Duitse AfD, Geert Wilders. Voorafgaand aan Orbáns toespraak werd een videoboodschap van Donald Trump afgespeeld, waarin hij zijn steun uitsprak voor het congres en Orbán.

Internationale solidariteit
“Juist daarom is het belangrijk om vanuit verschillende landen internationale solidariteit te tonen,” benadrukt Julia van den Muijsenberg van Amnesty Nederland. “De queer gemeenschap heeft altijd zelf voor hun rechten gestreden. Door bondgenoten te zijn kunnen we samen opkomen tegen discriminatie, het terugdringen van vrijheid van meningsuiting en het recht op vreedzame vergadering.”
Luca Dudits ziet ook een lichtpunt in alle internationale aandacht die het verbod oproept. “Door de Anti-Pridewet is er nog nooit zoveel aandacht geweest als nu, en dat kan juist tot vooruitgang leiden.” Ook Ruslana Panukhnyk ziet dit als een kans en vertelt over een ervaring in Oekraïne: “Toen ik in 2014 de Pride in Kiev organiseerde van zo’n tweehonderd deelnemers, werd het gewelddadig neergeslagen en raakten mensen gewond. Het jaar daarop groeide het aantal deelnemers naar duizend.”

Ga jij als Nederlandse reiziger naar de Pride in Hongarije?
Het Hongaarse Helsinki Comité, een ngo die zich inzet voor de rechtsstaat in Hongarije, legt uit hoe het zit met gezichtsherkenning en politiecontrole tijdens de Pride in Boedapest.
De gezichtsherkenningsapparatuur zoekt op het hele openbare internet, maar het forensisch instituut heeft alleen gegevens van Hongaarse staatsbronnen, zoals ID-kaarten en rijbewijzen. Dit betekent dat alleen mensen met een Hongaars document in de database staan. Burgers uit andere landen komen er niet in voor, tenzij ze een verblijfsvergunning of een ander Hongaars document hebben. Volgens het comité kan de politie hen daardoor niet identificeren via gezichtsherkenning.
Wie Hongarije in- of uitreist via trein of vliegtuig kan niet zomaar tegengehouden, vastgehouden of beperkt worden in zijn bewegingsvrijheid. Volgens het Europees recht mag de politie iemand niet verbieden het land te verlaten omdat diegene heeft deelgenomen aan Pride. Arrestaties op basis van alleen het bijwonen van de mars zijn niet toegestaan. Mocht er toch een arrestatie plaatsvinden, dan krijgt die persoon een advocaat toegewezen en heeft diegene het recht om consulaire hulp in te schakelen.
Wat wel kan gebeuren is dat Nederlandse reizigers ter plekke een boete krijgen. Het Hongaarse Helsinki Comité benadrukt dat deelnemers het recht hebben om de boete op dat moment te weigeren en deze niet te ondertekenen. In dat geval start de politie een officiële overtredingsprocedure. De boete wordt dan per post toegestuurd en de betrokkene kan bezwaar maken bij de Nederlandse rechtbank. De rechtbank kan de boete beoordelen en eventueel annuleren of verlagen, dit hangt af van het land waar je woont en of het land lid is van de Europese Unie.

A joyful middle finger
“Pride is altijd een vorm van protest geweest, maar het laat ook zien dat ondanks alle haat en tegenwerking je met elkaar het leuk kan hebben op de dag. “A joyful middle finger,” sluit Julia van Amnesty Nederland af.
Op 8 maart vindt op de Dam een Woman’s March plaats, want ook op Internationale Vrouwendag komen protest en viering samen.
