Het vergeten regenwoud in de Schotse Hooglanden
- Artikel
- 04 sep 2024
- 6 minuten leestijd
We nemen je mee naar een levendig regenwoud. Naar een gebied vol unieke dier- en plantensoorten. Waar het altijd groen is, waar regen tussen takken naar beneden klettert en waar vogels elke minuut van de dag voor een fluitconcert zorgen. We hebben het natuurlijk over… Schotland?!
Juist ja: Schotland. Je kent dit land waarschijnlijk van de kale hoogvlaktes en kuddes grazende schapen. Een prachtig plaatje, dat typisch Schots voelt. Maar is dat wel zo? Want ooit was een groot deel van dit land, met name het westen, volledig bedekt met bos. De Romeinen gaven Schotland niet voor niets de naam Caledonië, wat ‘beboste hoogten’ betekent. Duizenden jaren geleden was Schotland een groen land vol bomen, planten en dieren zoals lynxen, wolven en zelfs bruine beren. En ondanks dat deze dieren eeuwen geleden al zijn verjaagd, vind je nog altijd kleine stukjes regenwoud in het land.
Gematigd, maar net zo belangrijk
We snappen de verwarring. Bij een regenwoud denk je natuurlijk aan de Amazone of aan het hart van Borneo. Maar dat zijn tropische regenwouden. Het gebied in Schotland waar we het over hebben is een gematigd regenwoud. Zeldzamer, maar net zo belangrijk als een tropisch regenwoud. Ze slaan C02 op, geven zuurstof terug en zijn het thuis van een enorme hoeveelheid planten- en diersoorten, waarvan sommigen nergens anders ter wereld voorkomen.
Meer verrassende regenwouden? Het nu ijskoude Antarctica was ooit een diepgroen regenwoud.
Je herkent zo’n gematigd regenwoud vooral aan de vele varens die er groeien, het mos dat op bomen groeit en de vele schimmels. Ondanks dat bomen hun bladeren verliezen in de herfst, blijft het bos altijd groen doordat de ondergrond en boomstammen bezaaid zijn met planten en mos. Het ecosysteem van zo’n bos kan alleen floreren in een klimaat waar het in de winter niet te koud wordt, in de zomer niet te warm en waar het het hele jaar door veel regent. Ooit waren grote delen van de Europese Atlantische kust bedekt met regenwoud, maar het merendeel van deze gebieden is inmiddels verdwenen. Toch vind je nog altijd kleine stukken in Noord-Spanje, Bretagne en Groot-Brittannië.
Van bos naar kale vlakte
De stukken regenwoud in Schotland behoren tot de best bewaarde delen van West-Europa, maar ze zijn slechts een fractie van wat het ooit was. Het is niet voor niets dat mensen bij Schotland niet denken aan beboste bergen, maar aan kale hoogvlaktes. Hoe kon het landschap zo veranderen?
Toen de ijstijd tot een eind kwam en de gletsjers zich terugtrokken, werd het klimaat in Schotland milder en regenachtiger. Vooral in het westen van de Schotse Hooglanden ontstonden zo’n zesduizend jaar geleden de perfecte condities voor een regenwoud. Een groene oase die perfect in balans was, waar diersoorten konden floreren en elkaar in stand hielden.
Maar net als planten en dieren, trokken ook mensen naar het gebied. Zij namen schapen mee, die aan bosranden graasden. De grote groepen schapen bleken een makkelijke prooi voor roofdieren zoals wolven, waardoor herders zich gedwongen voelden om op de dieren te jagen. Al snel verminderde de populatie wolven en rond 1680 zou de laatste wolf gedood zijn in Groot-Brittannië. Een groot verlies voor het regenwoud, aangezien wolven de populaties van andere dieren, zoals herten, in bedwang hielden.
Jagen en varenkoorts
En dat was pas het begin. In de tweede helft van de achttiende eeuw trokken rijke Britten naar de Schotse Hooglanden. Oorspronkelijke bewoners werden verjaagd en de Schotse cultuur werd verboden. Sommigen namen duizenden hectaren aan bebost gebied in en doopten het om tot grasland voor schapen of jachtterrein. Naast jagen was de rijke Brit in die tijd ook niet vies van het prolongeren van welvaart. Dat deden ze door exotische planten te importeren, zoals de rododendron, die enorm giftig bleek voor andere planten in het gebied. En halverwege de negentiende eeuw kwam er een heuse ‘varenkoorts’ op gang. Deze tropisch ogende planten werden in grote hoeveelheden geplukt uit het regenwoud en geplaatst in glazen kooien in tuinen.
Toen de ‘varengekte’ ging liggen, kreeg het regenwoud de volgende klap. In de jaren twintig van de vorige eeuw werden grote delen bos opgekocht door ondernemers die er geld aan wilden verdienen door middel van het kappen van hout. Ze importeerden sparren uit Amerika en plaatsten deze in regenwouden. De Amerikaanse bomen groeiden veel harder dan de inheemse bomen en namen al snel grote delen van het Schotse landschap over. De enorme naaldbomen zorgden ervoor dat andere bomen en planten geen zonlicht meer kregen en uiteindelijk stierven.
Natuur of niet?
Loop je vandaag de dag door zo’n bos vol sparren? Dan zal je absoluut het gevoel hebben dat je je in de natuur bevindt. Maar in feite horen deze bomen er niet thuis en zijn ze juist een bedreiging voor het ecosysteem van Schotland. Slechts twee procent van de Schotse bossen bestaat nog maar uit inheems regenwoud, zo’n dertigduizend hectaren. Ter vergelijking: de grootste landbezitter in Schotland, fashion miljardair Anders Povlsen, bezit zo’n 89.000 hectaren. Ongeveer de helft van de grond in Schotland is in handen van zo’n zeshonderd mensen.
Dat betekent overigens niet dat er niets gedaan wordt voor het regenwoud. Milieuorganisaties houden zich bezig met het verwilderen van de Schotse natuur. Het aantal schapen is al enorm afgenomen en de Schotse overheid investeert steeds meer in het verwijderen van sparren, het aanleggen van inheemse planten en bomen en het verbinden van stukken regenwoud. En waar sommige grootgrondbezitters zich nog altijd bezighouden met jagen, willen anderen juist helpen en leggen ze inheemse boomsoorten aan op hun land.
Pittige discussie
Of dat genoeg is, is echter de vraag. De geïmporteerde rododendron heeft grote delen van het land overgenomen en is nog altijd een plaag voor andere planten, sparren blokkeren de groei van inheemse bomen en jonge planten en bomen worden opgegeten door de vele herten, die door het ontbreken van wolven en lynxen geen natuurlijke vijanden meer hebben.
Om die reden willen milieuorganisaties dan ook graag de wolf herintroduceren in Schotland. Maar net als in Nederland is dit voer voor discussie. Boeren vrezen voor de veiligheid van hun vee en ook veel andere inwoners willen niets met het dier te maken hebben. Voor nu richten rewilders zich daarom vooral op het terugkeren van de lynx, maar sommige experts zijn er niet zeker van dat het landschap al geschikt voor dit dier.
De kleine stukjes regenwoud die overbleven zijn een bewijs van wat Schotland ooit was en hoe de toekomst er mogelijk weer uit kan zien. Maar ze zijn ook een pijnlijk bewijs van hoe fataal menselijk ingrijpen in de natuur kan zijn en hoe een ecosysteem als een kaartenhuis kan instorten wanneer je enkele steunpilaren weghaalt.
Over rewilding gesproken: wordt de Maashorst Nederlands toekomstige oergebied?