Sami-hoofdstad Kárášjohka
- Artikel
- 28 okt 2022
- 4 minuten leestijd
Oorspronkelijk leefden de Sami, het oudste volk van Europa, als nomaden in het gebied rond de poolcirkel. Dit strekt zich uit over het uiterste noorden van Finland, Noorwegen, Zweden én een puntje van Rusland. De Sami leiden al duizenden jaren een duurzaam leven, dicht bij de natuur. Rendieren hoeden, rondtrekken met hun lavvo – een Samische tipi – en handwerk was hier al die tijd orde van de dag.
In Sápmi – zoals ze hun leefgebied noemen – wonen nu nog zo’n 80.000 Sami. En hoewel ze vroeger als nomaden rondtrokken, leven de meesten nu – net als andere Scandinaviërs – in dorpen. Iets meer dan de helft daarvan woont in het uiterste noorden van Noorwegen, en dan vooral in de afgelegen en uitgestrekte regio Finnmark. Hier trokken veel Noren in het verleden weg, omdat ze er geen kansen zagen. Maar de Sami… Zij wonen hier al duizenden jaren en zullen dat ook blijven doen. Toch kom je hier nog steeds niet zomaar iemand tegen: per vierkante kilometer telt dit gebied gemiddeld twee inwoners. Zo rustig is het er dus.
Hoewel de leefwijze van Sami door de jaren heen wel is veranderd, bleven ook enkele dingen bij het oude. Zoals de diepe connectie met de natuur en hun rustige, onthaaste leefstijl. Ook spreekt bijna iedereen er nog Samisch – de verzamelnaam voor de talen die door Sami worden gesproken – en komt de cultuur tot uiting met de zangvorm joik. Dat de cultuur en taal nog relatief goed bewaard is gebleven, is eigenlijk een wonder. Eeuwenlang werden de Sami door de Noorse overheid onderdrukt, maar sinds de jaren negentig worden ze eindelijk erkend als eigen volk.
Het hart van hun leefgebied? Dat is Kárášjohka, de hoofdstad van de Sami. Je vindt hier dan ook het Sami-parlement van Noorwegen. Maar een stad kan je het eigenlijk niet noemen, want de gemeente telt iets meer dan 2500 inwoners. Wat je er kan doen? In het Sápmi Park kan je ervaren hoe de Sami in hun nomadische tijd leefden. Of bezoek het Sami-museum om de traditionele kledij te bewonderen. Daarnaast vind je hier één van de oudste Lutherse kerken in de regio: de Karasjok Kirke. Dit witte kerkje met knalrood dak stamt uit 1807.
Verder kan je in dit gebied goed wandelen of een boottocht maken in de nabijgelegen Tana-rivier. Zorg wel dat je bij een trip naar dit hoge noorden goed bent voorbereid op het harde klimaat. Zo heb je er droge, bitterkoude winters en koele zomers. Daar staat dan wel tegenover dat je hier in de winter het noorderlicht in de lucht ziet dansen.
Eten en drinken
Veel opties om uit eten te gaan heb je in Kárášjohka echter niet: je vindt er welgeteld zo’n zes restaurants of cafetaria’s. Leuker is het daarom om bij een Sami-gezin thuis te eten. Zo zijn er verschillende herdersfamilies die dit via internet aanbieden. Wat je dan op tafel kan verwachten? De keuken in dit gebied is namelijk gebaseerd op lokale producten als wild, vis, kruiden en bessen. Zo kom je in Sápmi niet onder bidos, een traditionele stoofpot van rendieren, uit. Dit wordt waarschijnlijk voorafgegaan door een bierggojubttsa – een soep van vlees, aardappelen en wortel - met dunbrood. En aangezien de Sami grote liefhebbers zijn van koffie, kan je dat als achterafje verwachten.
Vervoer
Op ongeveer tachtig kilometer van Kárášjohka vind je Lakselv Airport, het dichtstbijzijnde vliegveld. En aangezien dit dorp zo hoog in het noorden van Noorwegen ligt, is vliegen een logische optie. Heb je meer tijd en wil je ook meer van de rest van het land of Scandinavië zien? Dan kan je uiteraard roadtrippen met een camper of auto. En in een land waar je mag wildkamperen, kan je zo vrij goedkoop rondreizen.
Goed om te weten
Beste reistijd: Mei tot en met september
Visum: Nee
Inentingen: Nee
Valuta: Noorse Kroon
Taal: Noors en Samisch
Kraanwater: Drinkbaar