Seneca Village: het vergeten dorp ‘onder’ Central Park
- Artikel
- 14 maa 2024
- 6 minuten leestijd
Central Park: misschien wel het meest iconische stadspark op aarde. Een plek om de hectiek van Manhattan even in te ruilen voor bomen, beekjes en fietspaden. Maar achter deze groene oase gaat een verloren dorp schuil. Dit is het verhaal van Seneca Village.
Of je er nou komt om te schaatsen in de winter, een bootje te varen in de zomer of gewoon voor een heerlijke parkwandeling: Central Park is wereldberoemd voor een reden. De fluitende vogels en nieuwsgierige eekhoorns die zorgvuldig in de gaten houden of je het laatste stukje van je hotdog wel opeet doen je vergeten dat je in New York bent. Totdat je naar boven kijkt en die glanzende skyline weer in de verte ziet.
Maar achter dat groene doek gaat een harde waarheid schuil. Want de geboorte van Central Park, bleek ook het einde van Seneca Village: een dorp dat z’n tijd ver vooruit was.
Van epicentrum naar afschaffing
Om het ontstaan van Seneca Village te achterhalen, moeten we eerst terug in de tijd. Ver voor New York zo volgebouwd was als nu en zelfs ver voor Seneca Village een begrip werd. Eind achttiende eeuw was New York een epicentrum in de wereldwijde slavenhandel. Alleen Charleston in South Carolina had als stad meer tot slaaf gemaakten in de ketens dan New York City. De stad plukte de vruchten van de slavenarbeid in vooral de Zuidelijke Staten, die op dat moment nog in volle gang was.
Tussen 1799 en 1827 werd de slavernij geleidelijk afgeschaft in New York. Deze nieuwe wetgeving zorgde ervoor dat steeds meer mensen vrijkwamen, die ineens een nieuw leven op konden bouwen. Voormalige tot slaaf gemaakten moesten daardoor met de overige bevolking van New York strijden voor werk én woonruimte.
Geweld en uitsluiting
Die competitie leidde tot enorme spanningen. In de eerste helft van de negentiende eeuw was alleen het zuidelijke deel van Manhattan — ook wel Lower Manhattan — volgebouwd en dit gebied werd steeds drukker. Langzaam maar zeker werd het voor de zwarte bevolking gevaarlijker om hier te leven. Ze kregen met geweld te maken en moesten altijd op hun hoede zijn voor ‘slavenvangers’ die op straat zochten naar zwarte inwoners en voortvluchtige tot slaaf gemaakten.
Daarnaast maakte de wetgeving het de zwarte bevolking extra moeilijk. In veel beroepsgroepen werden ze uitgesloten en stemrecht hadden ze pas als ze in het bezit waren van eigendommen van 250 dollar of meer. Deze eis gold overigens niet voor de overige bevolking. Het gevolg? Nog geen twintig zwarte mannen hadden in die periode stemrecht.
Van perceel tot gemeenschap
De slechte leefomstandigheden zorgden ervoor dat een jonge zwarte man genaamd Andrew Williams in september 1825 besloot om drie percelen te kopen op zo’n acht kilometer ten noorden van Lower Manhattan. Op dat moment bestond dit gebied voornamelijk nog uit natuur en platteland, wonen was hier niet vanzelfsprekend. Toch bleek zijn actie de start van een domino-effect. Anderen hoorden van de plek en zagen er een mogelijk veilig en betaalbaar leven in.
In dertig jaar ontwikkelde Seneca Village zich van een lege vlakte tot een volwaardige gemeenschap van meer dan tweehonderd inwoners. Het bleek een veilige haven voor zwarte inwoners, maar ook voor Ierse en Duitse immigranten. In de loop van de tijd werden er zo’n zeventig huizen, drie kerken én een school gebouwd. Kerkdocumenten uit 1849 en 1850 bewijzen dat inwoners van verschillende afkomst samen naar kerkdiensten gingen, met elkaar trouwden en zelfs naast elkaar werden begraven. Iets wat in deze tijd allesbehalve vanzelfsprekend was.
Begin van het einde
Waar Seneca Village volop groeide, deed de rest van New York dat ook. Lower Manhattan barstte halverwege de negentiende eeuw uit z’n voegen en kon niet iedereen meer opvangen. De rijke elite van de stad was bang dat Manhattan helemaal volgebouwd zou worden en pleitte daarom steeds vaker voor een groot park.
Op 21 juli 1853 besloot het stadbestuur van New York zo’n driehonderd hectare vrij te maken voor een grote openbare ruimte. Deze ruimte besloeg het woongebied van zo’n zestienhonderd inwoners, waaronder die van Seneca Village. New Yorkse kranten moedigden het plan aan en beschreven Seneca Village onterecht als een ‘primitieve plek vol krotten’. Termen als ‘Shanty Town’ en ‘Nigger Village’ werden daarbij volop gebruikt. Inwoners van Seneca Village vochten het besluit van de stad nog aan, maar dat mocht niet baten. In juli 1856 kregen ze te horen dat ze hun woonplaats voor augustus moesten verlaten.
Minder dan een vage herinnering
Bij de officiële opening van Central Park, in 1876, was Seneca Village al lang vergeten. De enorme drang naar groei zorgde ervoor dat New York enkel vooruitkeek. Sterker nog: in 1871 werden er op de plek van Seneca Village twee doodskisten gevonden, waarvan een van een zestienjarig meisje en de andere niet-identificeerbaar. In de New York Herald werd er geschreven over een groot mysterie. En dat terwijl Seneca Village slechts vijftien jaar eerder verloren ging.
Ook in de decennia die volgden bleef Seneca Village minder dan een vage herinnering. Tot 2011, toen een team archeologen het park in ging en terugkwam met 250 zakken vol artefacten. Deze voorwerpen lieten zien dat Seneca Village niet alleen een plek was waar de armste bevolking van New York woonde. Zo werd er porselein, een deel van een rookpijp en een tandenborstel gevonden: voorwerpen die toentertijd alleen door rijkere inwoners gebruikt werden.
Een mager overblijfsel
Wie Seneca Village wil bezoeken, is dus bijna honderdzeventig jaar te laat. Toch besteedt New York de laatste jaren wel steeds meer aandacht aan het verloren dorp. Tegenwoordig kan je een buitenexhibitie volgen in Central Park. Verschillende borden vertellen je dan meer over het dorp en de opgravingen. En ook de locaties van voormalige huizen en kerken staan aangeduid. Wanneer je het park betreedt vanuit West 85th Street kom je direct uit bij de ‘Seneca Village Site’.
Bezoek je het Metropolitan Museum of Art? Loop dan zeker even langs de exhibitie ‘Before Yesterday We Could Fly’. Deze ruimte is gewijd aan het slavernijverleden van de stad én aan Seneca Village en haar inwoners.
De huidige tentoonstellingen zijn slechts een mager overblijfsel van wat nu een van de meest geliefde wijken van Manhattan had kunnen zijn. Seneca Village was een baken van hoop voor de onderdrukten en een voorbeeld van diversiteit voordat dat woord een begrip was. Het nu zo geliefde Central Park blokkeerde de ontwikkeling van een wijk die juist zo nodig was in een tijd van geweld en uitsluiting.
The city that never sleeps verschuilt meer geheimen. Op dit eiland, middenin New York, stierven duizenden mensen.