Spanje: Europa’s toekomstige woestijn?
- Artikel
- 25 aug 2023
- 5 minuten leestijd
Los zand, een brandende zon en geen sprietje groen in de verte. Je denkt dat dit over de Sahara gaat? Klopt, maar dit zou in de toekomst ook zomaar een omschrijving van het Spaanse landschap kunnen zijn. Milieuorganisaties luiden de noodklok om dit doemscenario te voorkomen.
14 april 1935. Terwijl Amerika nietsvermoedend geniet van een zonnige dag, is een pikzwarte wolk in aankomst. Letterlijk. Want op die mooie lentedag daalt de temperatuur in grote delen van het land ineens flink. Bewoners van onder andere Oklahoma, Texas, Kansas en Nebraska worden geteisterd door een plotselinge, gigantische stofwolk. Veel van het vee overleeft de storm niet, net als sommige mensen die door longontstekingen of verstikking om het leven komen.
Grote gebieden in de VS en Canada werden in de jaren ’30 geteisterd door de ‘Dust Bowl’: een periode van enorme droogte en stofwolken. In de decennia daarvoor was het land intensief bewerkt voor landbouw. Natuurlijke grasvlaktes waren vervangen voor akkers, boeren ploegden te diep en jarenlang werden dezelfde vruchten bewerkt. Het gevolg? De grond was uitgeput en kurkdroog. Oogsten mislukten, vee verhongerde en inwoners vluchtten uit het gebied dat was veranderd in een dorre woestijn.
Verwoestijning voor de deur
Wat dat allemaal met Spanje te maken heeft? Meer dan je denkt. De Dust Bowl wordt vaak aangehaald om te omschrijven wat er met dit land kan gebeuren. Verwoestijning klopt op de deur zoals de politie dat doet bij je spontaan georganiseerde huisfeestje. Want de (water)pret lijkt nu toch echt voorbij.
Niet zo gek ook dat Spanje uitdroogt. Want waar de temperatuur structureel lijkt te stijgen, neemt regenval juist enorm af. Ook dit jaar kampt het land weer met hittegolf na hittegolf. Recordtemperaturen van tegen de vijftig graden lijken steeds minder zeldzaam en periodes van droogte duren steeds langer.
Rampscenario
Hitte en droogte? Dat betekent ook een drogere bodem. Toch kunnen we helaas niet alleen het weer de schuld geven. Het kappen van bossen, maar ook het inruilen van planten, gras en struiken voor landbouwgrond speelt een grote rol. Die bomen, planten en struiken zorgden er namelijk voor dat vocht vastgehouden kon worden en water minder snel zou verdampen. Geen vegetatie betekent dus minder vocht in de bodem en minder schaduw, waardoor de grond nog droger en warmer wordt. En die kale landbouwgrond? Die wordt ook nog eens intensief bewerkt. Logisch natuurlijk, maar hoe harder de grond bewerkt wordt, hoe meer uitgeput-ie raakt en hoe groter de kans op misoogsten.
Dat het intensief bewerken van de grond rampzalig kan zijn, bewijst het verleden wel. In de Verenigde Staten met de Dust Bowl, maar mogelijk ook op Paaseiland. Onderzoekers konden aantonen door middel van het dateren van pollenkorrels dat Polynesiërs de grond van het eiland flink uitgeput hadden door landbouw en ontbossing. Met als gevolg dat oogsten mislukten, wat weer tot conflicten leidde. Volgens historici kan dit een grote rol hebben gespeeld bij het instorten van deze beschaving.
Landbouwkoningen
Zo ver zal het met Spanje niet zomaar komen. Maar dat die intensieve landbouw voor problemen zorgt is een feit. Vooral Zuidoost-Spanje heeft zich in de afgelopen decennia omgedoopt tot grootste groenteleverancier van Europa in de winter. Een flinke verantwoordelijkheid en een mooie economische kans voor het gebied. Maar ook een probleem. Want al die groenteteelt vraagt om enorme hoeveelheden water. Water dat niet uit de lucht komt vallen, vooral in deze regio niet.
Het gevolg? Boeren putten uit de reserves: het grondwater. Maar ook dat is niet oneindig. Jaarlijks daalt de grondwaterspiegel in Zuid-Spanje met zo’n tien meter. En hoe dieper het grondwater, hoe zouter het is. Wat weer slecht is voor de natuur én de oogst.
Waterratten
Spanjaarden zijn sowieso nog niet echt ingesteld op de toenemende droogte. Het binnenland bestaat uit gigantische akkers die besproeid moeten worden en ook vruchten als mango’s en avocado’s worden hier geteeld. Tropische vruchten die om veel water vragen en eigenlijk helemaal niet geschikt zijn voor het Spaanse klimaat.
En dan zijn er nog de duizenden reizigers die elk jaar naar Spanje komen. Want ook wij willen in een schoon en rijkelijk gevuld zwembad afkoelen onder de meedogenloze Spaanse zon. Om het probleem dus even heel simpel uit te leggen: het land verbruikt veel meer water dan er eigenlijk is. Dat blijkt ook wel uit de huidige waterreserves, die op dit moment staan op iets meer dan dertig procent van de capaciteit die het land nodig heeft.
Toekomstperspectief
Of Spanje deze eeuw daadwerkelijk in een woestijn zal veranderen kunnen we niet zeggen. Maar dat de situatie zorgwekkend is, ontkent niemand. Milieuorganisaties luidden al jaren aan de noodklok en ook de Spaanse minister van Milieu beaamt die zorgen. Spanje probeert wel degelijk het watergebruik in het land te beperken, maar boeren tappen illegaal water om hun velden te besproeien. En dat is natuurlijk ook niet zo gek, want anders komt er geen geld meer in het laadje.
Mochten grote delen van Spanje daadwerkelijk een woestijn worden, dan heeft dat grote gevolgen voor het land én ons continent. Door het gebrek aan begroeiing versterkt het broeikaseffect in het land, verliezen dieren hun leefomgeving, wordt landbouw onmogelijk en zullen inwoners en bedrijven met extreme water- en voedseltekorten kampen. Met als uiteindelijke gevolg klimaatverandering én klimaatvluchtelingen. Zover is het allemaal natuurlijk nog niet. Maar het moge duidelijk zijn dat de tijd van niets doen voor deze populaire reisbestemming voorbij is.
2023 blijft ons verbazen met weersextremen. Is dit het nieuwe normaal?