Van bergbeklimmersdroom naar ecologische nachtmerrie: het afvalprobleem op Mount Everest

- Artikel
- 14 maa 2025
- 8 minuten leestijd
De Nepalezen noemen het Sagarmatha, ‘Godin van de Hemel’; voor Tibetanen is het Chomolungma, ‘Moedergodin van het Universum’. Maar de moderne klimmer kent haar als de ‘Hoogste vuilnisbelt ter wereld.'
Stel je voor: je hebt maandenlang getraind, een fortuin uitgegeven en eindelijk sta je daar, op het dak van de wereld. Helemaal alleen.
Helaas is dat niets meer dan de voorstelling in je hoofd. In plaats van enkel een serene bergtop, staan er tientallen medeklimmers naast je en achter hen ligt een spoor van achtergelaten tenten, plastic flessen, zuurstoftanks. Dit is Mount Everest anno 2025: ooit het symbool van menselijke prestatie en nu veranderd in een strijd tussen mens en natuur. En de natuur schijnt te verliezen, of is Everest nog te redden?
File op de top
Tegenwoordig staat het internet vol met filmpjes en foto’s van lange rijen klimmers die wachten om de top van de Mount Everest te bereiken. En nee, dat komt niet doordat de berg door de jaren heen makkelijker te beklimmen is geworden. De werkelijke reden ligt bij een besluit van de Nepalese overheid in 2014 om de prijs van een klimvergunning met twaalfduizend euro te verlagen. Een flink bedrag. Sindsdien is Everest uitgegroeid tot een commercieel klimdoel. Waar in 2016 nog 292 vergunningen werden afgegeven, waren dat er in 2023 maar liefst 478.Dat lijkt misschien niet veel, maar vrijwel al deze klimmers moeten binnen dezelfde korte periode de top te bereiken. Omdat bijna elke klimmer een gids heeft, betekent dit dat in de slechts acht weken waarin de weersomstandigheden optimaal zijn, bijna duizend mensen zich richting de top begeven. Het resultaat? File op 8.849 meter hoogte.
En bij file hoort?
Juist, uitstoot. En op Everest betekent dat niet alleen CO₂, maar ook een enorme hoeveelheid afval. Gemiddeld laat elke klimmer ruim acht kilogram afval achter—ongeveer het gewicht van een bowlingbal. Vaak omdat het simpelweg te zwaar is om mee te nemen. Op Everest wordt vanaf een zekere hoogte elke ademhaling een gevecht. Dan telt alleen nog overleven. De natuur betaalt de prijs.In combinatie met het groeiende bergtoerisme leidt dit tot steeds meer afval. Maar is Mount Everest tegenwoordig dan niets anders dan een gigantische vuilnisbelt?
Ingevroren plastic soep
Dat de hoeveelheid afval het toekomstige evenwicht van natuurlijke en sociale ecosystemen beïnvloedt is geen geheim. Als kind van een Sherpa-vader en een bergbeklimmende moeder groeide hij op tussen twee werelden. Werelden die onlosmakelijk verbonden zijn, maar ook hele andere belangen met zich meebrengen. Zijn ouders richtten samen het reisbureau Asian Trekking op, en inmiddels heeft hij het stokje overgenomen. Als ervaren klimmer, die meerdere keren de top van Everest bereikte, zet hij zich nu in om niet alleen de berg, maar de hele Everest-regio te beschermen. Volgens Dawa is een groot deel van de vervuiling te herleiden naar verkeerde beslissingen uit het verleden: “Destijds werd al het afval in kuilen gegooid en vervolgens met aarde bedekt.”
Een grote fout vinden Sedimentologen Joris Eggenhuisen en Floris Pohl van de Universiteit Utrecht: “Voor ons is iets begraven geen oplossing, want gletsjers en rivieren graven alles weer op en brengen het uiteindelijk terug de natuur in—vaak veel eerder dan je denkt.”Achtergebleven afval is dus een groot probleem. Maar zelfs als het niet achterblijft in de natuur, hebben de chemicaliën die erin verwerkt zijn en langzaam in de omgeving lekken een schadelijk effect. Wat veel klimmers zich niet realiseren, is dat hun uitrusting direct begint af te breken zodra ze de berg betreden. “Iedereen die Everest beklimt, moet zich bewust zijn van de impact van plastic slijtage,” benadrukken Eggenhuisen en Pohl. Touwen die langs rotsen schuren, tentdoeken die bros worden door Uv-straling, schoenen en kleding die microplastics verliezen—alles draagt bij aan het sluipende proces van vervuiling. “Zelfs de rubberzolen van schoenen bevatten synthetische materialen en laten bij elke stap microplastics achter.” Als deze afbraak eenmaal begint, is het vrijwel onmogelijk om het te stoppen. Daarom is het essentieel om afval te verwijderen voordat het uiteenvalt in onzichtbare, maar uiterst schadelijke deeltjes.

Het stopt niet op zijn hoogtepunt
Naast onwetendheid speelt ook de mentale uitputting een rol in de afvalproblematiek. Dawa wijst op het fenomeen cabin fever: “Soms zijn klimmers al twee maanden op de berg. Wanneer ze de top bereiken, is er geen euforisch gevoel, ze willen juist zo snel mogelijk naar huis. Als gevolg laten ze alles, echt alles, achter.” Daarbij kunnen de heftige weersomstandigheden ook het verschil maken tussen zorgvuldig opruimen en noodgedwongen achterlaten, zegt Dawa: “De prioriteit van elke klimmer ligt bij veilig terugkomen. Wanneer je wordt overvallen door extreme weersomstandigheden, verandert een tent die je oorspronkelijk mee naar beneden wilde nemen ineens in afval.” Toch is het ‘onbedoelde’ afval op deze hoogte is niet zomaar een probleem – het blijft daar liggen. Door de extreme kou en lage zuurstofniveaus breken materialen nauwelijks af, en verandert Everest steeds meer in een openluchtmuseum van verlaten expeditie-uitrusting.
Maar het probleem stopt niet op de berg. Eggenhuisen en Pohl waarschuwen dat alles wat op of in een gletsjer ligt, uiteindelijk met het smeltwater naar beneden stroomt. “Dat afval belandt niet alleen in rivieren en landbouwgebieden, maar uiteindelijk ook in de oceanen. Het hele ecosysteem wordt beïnvloed.”
Doortrekken werkt hier niet
Naast het ingevroren plastic op de gletsjers, is er een andere grote factor die bijdraagt aan het afvalprobleem. Dat is namelijk dat mensen letterlijk en figuurlijk de berg aan het onderschijten zijn.Volgens schattingen van de NGO Sagarmatha Pollution Control Committee (SPCC) ligt er tussen het Base Camp, aan de voet van de Everest, en kamp vier, dicht bij de top, naar schatting drie ton aan menselijke uitwerpselen. Sinds 2008 probeert Dawa dit probleem van menselijke uitwerpselen te verminderen door het gebruik van poepzakken te stimuleren. Hij begrijpt als geen ander dat wat boven op de berg wordt achtergelaten, niet vanzelf verdwijnt– het bevriest en smelt later weer mee naar beneden. Door de opwarming van de aarde versnelt dit proces alleen maar.
Zo belanden ongewenste souvenirs zoals de E. colibacterie in het “zuivere” bergwater, met alle gevolgen van dien voor de omwonende gemeenschappen. Omdat deze Shitzooi niet langer kan blijven liggen, heeft het gemeentebestuur van de Everest-regio vorig jaar verplicht gesteld dat elke klimmer een poepzak moet meenemen. Niet alleen Dawa’s zorgen, maar ook die van de Sherpa’s en de omwonenden zijn daarmee eindelijk gehoord.
Hoopvolle initiatieven
Er is dus hoop, en gelukkig maar. Er worden geen vuilnisgaten meer gegraven en volgens Dawa is Base Camp schoner dan ooit. Dit is grotendeels te danken aan de vele ecotrekkingen die hij en anderen organiseren. Naast de verplichte poepzakken moeten klimmers nu ook de acht kilo afval die ze produceren weer mee naar beneden te nemen. Wie dat niet doet, riskeert een flinke boete. Om toeristen verder aan te moedigen bij te dragen aan een schonere Everest, lanceerde Dawa het
'Carry Me Back'-initiatief. Dit programma biedt tassen gevuld met afval, die toeristen op vrijwillige basis mee naar beneden kunnen nemen. Maar is dit de oplossing om Everest te redden? Eggenhuisen en Pohl denken van wel. “Naast de sociale druk om de zakken mee te nemen, zorgt dit initiatief ervoor dat grote stukken afval niet te lang blijven liggen, waardoor er minder microplastics zullen ontstaan”

De sleutel is samenwerking
Het feit dat bergtoerisme bijna vier procent van de Nepalese economie uitmaakt, zorgt ervoor dat het behoud van Everest een complexe uitdaging blijft. Volgens de Himalaya Times heeft de Nepalese overheid in januari besloten om de prijs van klimvergunningen met 35 procent te verhogen per september 2025. Dit moet enerzijds de economie stabiel houden en anderzijds het aantal toeristen, en daarmee de afvalstroom, verminderen. Een stap in de juiste richting, maar het afvalprobleem is nog lang niet opgelost. Eggenhuisen en Pohl benadrukken dat voorkomen de sleutel tot het probleem is. Zij pleiten ervoor om bij het ontwerp van uitrustingmateriaal al rekening te houden met duurzame, milieuvriendelijke materialen, zoals plastic zonder giftige chemicaliën die beter afbreekbaar zijn of minder snel uit elkaar vallen. Dawa gelooft dat de sleutel tot verandering ligt in samenwerking: omgeving en regering moeten zich verenigen om bewustzijn te vergroten en opruimacties op grotere hoogtes uit te voeren. Want één ding is zeker: als er niet snel wordt ingegrepen, zal deze unieke bestemming onvermijdelijk de gevolgen ondervinden. Everest is meer dan een berg. Het is een spiegel voor hoe wij omgaan met de natuur. De vraag is: durven we erin te kijken?
Ook op andere gebieden heeft Nepal met uitdagingen te maken. Verdwijnt deze eeuwenoude volksmuziek uit de Nepalese cultuur?