Van zeewiervissen tot offerrituelen: dit is de Haenyeo-cultuur
- Artikel
- 10 dec 2024
- 5 minuten leestijd
Niet met een verkreukeld krantje op de bank, maar diep onder water: Haenyeo vrouwen op het Zuid-Koreaanse ‘Jeju’ duiken traditiegetrouw al honderden jaren naar de bodem, op zoek naar zeeleven. De catch? Het merendeel van de duikers is inmiddels ouder dan zeventig jaar.
Jeju-eiland ligt in het zuiden van Zuid-Korea, in de Oost-Chinese Zee. De omstandigheden? Ruig water, met steile kliffen en vulkanisch gesteente. Alsof het niets is, duiken Haenyeo vrouwen hier, zonder hulp van zuurstofflessen, naar de bodem van de oceaan. Tot wel twintig meter diep. Met een klein mesje snijden ze vervolgens zeewier, oesters en zeeslakken van de bodem. Al jaren zijn deze vrouwen de kostwinners van de familie, maar dat is niet altijd zo geweest.
Duik in het verleden
Waar vrouwen tegenwoordig de Haenyeo-cultuur vertegenwoordigen, werd dit beroep vroeger vooral door mannen beoefend. We praten dan over heel lang geleden; de eerste vastgelegde Haenyeo-vangst dateert zelfs uit 1629, in de tijd van de Joseondynastie. Destijds gingen Haenyeo-duikers de ijskoude zee nog te lijf zonder wetsuit. Wat ze wél droegen? ‘Mulsojungi’, oftewel: de combinatie van een korte broek, met daarboven een t-shirt en een jasje. Allemaal gemaakt van katoen. Met een gemiddelde temperatuur van op z’n laagst dertien graden en stevige wind kan je je misschien voorstellen dat Haenyeo’s pas echt meer gingen duiken na de komst van de wetsuit in de jaren ‘70.
Waarom mannen dit beroep niet meer beoefenen? Veel mannen stierven op zee of verhuisden weg van het eiland door de vele gevaren van het duiken. Door de vele inkomsten die de vangst op zee opbracht, konden families het niet veroorloven om deze inkomsten te missen. Het gevolg? Vrouwen zetten de traditie voort.
Het Haenyeo-beroep
Dat Haenyeo’s een belangrijke rol vervullen op Jeju is duidelijk, maar hoe gaan deze vrouwen te werk? Het duikgebied is onderverdeeld in groepen Heonyeo’s, die worden gemonitord met regels om een veilige en duurzame gang van zaken te waarborgen. Duikers worden ingedeeld op basis van hun ervaring: weinig (hagun), gemiddeld (junggun) of veel (sanggun). Duikers met veel ervaring geven de leiding aan minder ervaren duikers en bieden steun tijdens het duikproces.
Voorbereiding begint vóór de duik, wanneer alle Haenyeo-vrouwen uit dezelfde regio bij elkaar komen. Samen kijken ze naar de stand van het water en de wind, en stemmen ze vervolgens of het veilig genoeg is om die dag het water in te gaan. In de praktijk kunnen Haenyeo’s maar een klein deel van het jaar het water in. Zo staat er soms harde wind, is het water te onstuimig of geldt er een vangstverbod om overbevissing te voorkomen. Gaan ze wel het water in? Dan kleden ze zich om in een wetsuit, met een duikbril en kleine gewichtjes rond hun heup om makkelijker naar de bodem te zwemmen. Tijdens het duiken komen de vrouwen na één tot twee minuten boven water, gevolgd door sumbisori: het geluid dat vrijkomt bij de ademtechniek waarmee ze langer onder water kunnen blijven. Eenmaal uit het water warmen de vrouwen zich samen op rond een vuur, gemaakt op steen. Dit ritueel komt uit de tijd van de katoenen duikpakken, toen de vrouwen sneller uit het water moesten om warm te blijven. Vaak wordt daarna de vangst eerlijk verdeeld, en wordt het surplus verkocht aan restaurants.
Respect
Een belangrijk onderdeel van de Haenyeo-cultuur is respect: voor elkaar, goden en de zee. Zo leren jonge meiden op Haenyeo-scholen hoe ze flora en fauna op de zeebodem zo goed mogelijk intact houden en leren ze methoden om overbevissing tegen te gaan. Ook vertrouwen de duiksters op goden voor veiligheid op zee en overvloed in vangst. Ter ere van één van deze goden wordt in de lente een offer gebracht aan de god van wind en zee, Yeongdeung genaamd. Het ritueel is sjamanistisch en bestaat uit een groet en afscheid aan de god. Na de groet worden kleine porties rijst en eieren in papier gewikkeld en de zee in gegooid.
De Haenyeo’s worden zelf ook geëerd: op het eiland staan meerdere standbeelden van deze vrouwen en er is een museum gebouwd in het teken van dit bijzondere beroep. In 2016 zijn de Haenyeo-vrouwen daarnaast opgenomen op de UNESCO-lijst van immaterieel cultureel erfgoed.
De laatste Haenyeo-generatie?
Zestig jaar geleden kende het eiland zo’n twintigduizend Haenyeo’s, maar inmiddels ligt dat aantal een stuk lager, op bijna vierduizend. Steeds meer vrouwen kiezen namelijk voor een ander beroep. Niet alleen is het Haenyeo-beroep er één met veiligheidsrisico’s, maar ook is het moeilijk om alleen van deze opbrengsten te leven. Op dit moment is maar een schrale tachtig vrouwen van een jongere generatie, dus een nieuwe lichting is hard nodig om de traditie levend te houden.
Eén van de manieren waarmee dit wordt geprobeerd, is via toerisme. Op het eiland zijn speciale plekken aangewezen waar reizigers de duikers in actie kunnen zien. Twee keer per dag vindt er een voorstelling plaats waar vrouwen het duiken laten zien en de voorstelling afsluiten met het zingen van volksliederen.
Zelf wegdromen onder water? In Nieuw-Caledonië vind je een kleurrijk koraal landschap.