Karlijn (27) reisde naar Indonesië om haar biologische oma te ontmoeten: “We pakten elkaar stevig vast”
- Artikel
- 30 aug 2024
- 11 minuten leestijd
In de afgelopen twintig jaar zijn ruim elfduizend kinderen naar Nederland gekomen voor adoptie. Wie te maken heeft met adoptie uit het buitenland, kan nieuwsgierig raken naar datgeen wat altijd onbekend is gebleven. Karlijn ging met haar moeder op zoek naar haar biologische oma.
Het avontuur begint al vroeg met Karlijns nieuwsgierigheid naar de achtergrond van haar moeder als ze begin twintig is. “Zij is van Indonesische komaf en geadopteerd. Ik heb haar altijd veel vragen gesteld over haar biologische familie in Indonesië; ik was altijd zo nieuwsgierig! Maar zij kon me er ook niet alles over vertellen, want heel veel was haar natuurlijk ook niet verteld.” Aangewakkerd door de vele vragen van Karlijn, bedenkt haar moeder: als ik ooit nog in contact wil komen met mijn biologische moeder, moet ik niet te lang wachten. “Hoe ouder je bent, hoe groter de kans dat ze er misschien niet meer is. Daarom zijn we gaan zoeken.”
De voorbereiding
De zoektocht begint in 2018. “We hebben een stichting gevonden die opkomt voor de belangen van geadopteerden, specifiek uit Indonesië. Zij hebben daar ook veel contacten.” Die stichting organiseert allerlei evenementen waar geadopteerden uit Indonesië elkaar kunnen ontmoeten. Ook hebben ze in Indonesië zoekers die aan de slag gaan met zoekopdrachten naar biologische familie van geadopteerden door heel Indonesië. Een zoeker is aan de hand van de gegevens op de papieren van Karlijns moeder het spoor gaan volgen. De zoeker heeft dorpsoudsten benaderd en oproepen geplaatst in Facebookgroepen. Op een zo'n oproep werd gereageerd: Karlijns oma zou gevonden zijn. Voor ze het wisten, binnen drie maanden, werden de contacten gelegd en nam mijn moeder een DNA-test af met mijn mogelijke biologische oma.
"Het is bizar hoe snel het allemaal al zo vertrouwd voelde."
Even is er verwarring; er was vijfentwintig jaar geleden al een andere geadopteerde vrouw in Nederland gekoppeld aan de vrouw in Indonesië, maar zij had nooit een DNA-test gedaan. Karlijns moeder en de vrouw in Indonesië nemen een DNA-test af en blijken een 100% match te hebben. Ze is een van de weinigen van wie de gegevens op de papieren blijken te kloppen. De zoeker is nagegaan of de gevonden familie openstaat voor een ontmoeting. En dat willen ze wel. “We konden onze koffers gaan inpakken.”
De geadopteerde vrouw uit Nederland die zonder match achterblijft, besluit om Karlijn en haar moeder alsnog te helpen. Dat sluit aan met haar werk als reisadviseur, dus zij kan uiteindelijk later een groot deel van de reis uitstippelen. “Dat zo iemand je helpt is echt heel mooi en laat zien hoe diep dit bij sommige mensen gaat die in deze situatie zitten; ze had het natuurlijk helemaal niet hoeven doen.” Vervolgens zijn ze in 2019 met het hele gezin en haar oom en tante van haar vaders kant het vliegtuig ingestapt. “Zij hebben namelijk veel gewerkt in Indonesië en kennen de taal en gebruiken van het land. Dat bleek een goede keuze, want hun kennis hielp enorm bij onze reis.” Daarmee is het gezelschap negen man sterk.
“We vlogen elkaar in de armen”
De groep reist via Jakarta naar Bandar Lampung, een grote stad in het zuiden van Sumatra. Deze stad is uiteindelijk hun uitvalsbasis in de week dat ze daar verblijven. Na een lange reisdag is het eindelijk zover. Ze bezoeken eerst het geboortehuis van haar moeder in Metro. Een dag later rijden ze naar de woonplaats van haar oma. “We reden met twee auto’s richting Gisting. Op de kaart lijkt dat dicht bij Bandar Lampung, maar de wegen zijn enorm slecht, waardoor het zeker nog anderhalf uur rijden is voordat we in het dorp aankomen. Ik zat met mijn broers en zussen in een auto, mijn moeder zat in een auto met mijn oom en tante. Zij reden voorop en wij erachteraan, maar we raakten ze kwijt.”
Ze rijden alsnog verder en op een gegeven moment weten ze dat ze in de buurt zijn van waar ze hadden afgesproken met haar biologische oma, al is de auto met haar moeder nog steeds in geen velden of wegen te bekennen. “We stapten toch maar uit. Verward keken we om ons heen. We liepen toch maar naar het huis toe en daar stond mijn oma eigenlijk met open armen klaar. We verstonden elkaar alleen natuurlijk niet, dus wist niemand wat-ie moest doen; ik voelde alleen paniek, want waar is mijn moeder? Je laat je oma natuurlijk niet staan, dus ik ben haar gewoon gaan knuffelen. Ze pakte me heel stevig vast en we moesten meteen allebei huilen. Het is bizar hoe snel het allemaal al zo vertrouwd voelde.” Haar moeder blijkt niet enorm ver om te zijn gereden en haakt niet veel later aan.
Haar oom filmt de ontmoeting en post het nietsvermoedend online. Dat filmpje is toen direct opgepikt door een lokaal nieuwsplatform en viral gegaan in Indonesië. Daarmee is het inmiddels meer dan vijf miljoen keer bekeken. Dat klinkt voor aspirant-influencers leuk, maar Karlijn vertelt dat zij er eigenlijk niet heel blij mee waren. “Wij hadden natuurlijk liever niet gehad dat het zo viral is gegaan, want het was een heel emotioneel moment voor ons. Erg privé.”
Communiceren met je grootouder is dan de volgende stap, maar de taalbarrière blijkt niet zo makkelijk te doorbreken. “Niemand spreekt daar Engels en wij kunnen dan nog geen Indonesisch,” zegt ze. Gelukkig zijn haar oom en tante mee die alles voor ze kunnen vertalen. Met hen, en met hun eigen handen en voeten, komen ze uiteindelijk erg ver. De gesprekken gaan vooral over uiterlijke kenmerken. “Je gaat dingen aanwijzen: We hebben hetzelfde haar, je bent even lang. Je bent veel meer aan het waarnemen. Het lijkt eigenlijk op hoe je vroeger vakantievriendjes maakte op de camping met kinderen die geen Nederlands spraken.”
De ontmoeting is dus erg bijzonder voor het gezin en ze blijven nog een week op en neer rijden naar de kampong om hun nieuwe familie iets beter te leren kennen. Behalve haar biologische oma heeft ze er ook drie tantes bij: allemaal halfzussen van haar moeder. Twee van hen wonen met hun partners bij de biologische oma van Karlijn in huis. Hoewel erg bijzonder, was deze reis ook erg intensief. Na die intensieve week reist Karlijn nog een tijdje met het gezin zonder haar oom en tante uit Nederland door Indonesië. Dat doen ze rustig aan, zodat ze alle indrukken kunnen verwerken.
Nog net op tijd
Ze gaat in 2022 terug naar Gisting, nadat het land weer open is voor reizigers. Vanwege de reisrestricties door de coronapandemie was het lange tijd niet mogelijk om haar oma te bezoeken. Tijdens de pandemie is Karlijns biologische oma helaas overleden. “Mijn moeder heeft nog geprobeerd om daar naartoe te gaan voor de uitvaart, maar dat ging niet. We zijn in 2019 dus net op tijd geweest om mijn oma te ontmoeten.”
Het contact met haar Indonesische familie is gelukkig wel hecht gebleven. Zo hebben ze een groepsgesprek op WhatsApp en hebben ze de overgebleven familieleden in Indonesië te geholpen met de bouw van een huis naast die van haar oma. “Nu konden de twee halfzussen die daar met hun gezin woonden naast elkaar wonen.”
Voordat ze besluiten hen te bezoeken 2022, volgt ze taallessen. “Toen heb ik tweeënhalve week echt samengeleefd met mijn familie op de kampong. Ik wilde toen alles ervaren en zei op alles ja. Daar kreeg ik migraine van; het werd me veel te druk. Toen ik het wat rustiger aan deed, ging het veel beter. Ik heb daar veel gezien en echt ervaren hoe het leven daar is. En ik kan nu A2-niveau Indonesisch!” vertelt ze trots.
"Nu word ik gedwongen erover na te denken. Dat is niet altijd makkelijk."
Wat deze reis heeft betekend
Karlijn is erg blij dat ze is herenigd met haar familie in Indonesië, vertelt ze. “Dit is nu ook een thuis; ik kom hier zo tot rust. Hier heb ik geleerd dat je zo gelukkig kan zijn met weinig. In Nederland zijn we vaak enorm materialistisch, hier is het totaal het tegenovergestelde.” Maar het is niet allemaal koek en ei; er is ook nog veel te verwerken. “Het leidde ertoe dat ik veel ging nadenken over mijn identiteit. Eerst was het hele Indonesische deel van mijn afkomst onbekend voor me. Ik wist dat het bestond, maar ik was er niet actief mee bezig. Ik wist dus niet wat ik miste. Nu weet ik dat wel en is het een deel van me, maar word ik ook gedwongen erover na te denken en er iets mee te doen. Dat is niet altijd makkelijk.”
Of ze iedereen een hereniging zou aanraden, weet ze daarom ook niet. “Bij ieder persoon is het heel anders.” Dat ziet ze nu ook in haar werk bij een onafhankelijk, landelijk expertisecentrum op het gebied van interlandelijke adoptie. “Sommigen hebben de middelen niet om te herenigen, zoals de juiste papieren. Er zijn ook veel mensen die bang zijn voor de teleurstelling, dat er geen familie gevonden kan worden. Het kan zeker een verrijking zijn, maar het is ook pas het begin van een heel nieuw onderdeel in je leven. En dat kan emotioneel zoveel inspanning kosten, dat het goed is te beseffen dat er veel bij komt kijken.”
Context interlandelijke adoptie
Het verhaal van Karlijn en haar moeder valt binnen het kader van interlandelijke adoptie. De afgelopen jaren zijn er veel misstanden binnen deze sector naar boven gekomen. In februari 2021 heeft de regering alle adopties uit het buitenland opgeschort, na het uitkomen van het Rapport Commissie onderzoek interlandelijke adoptie (commissie Joustra). Hierin worden structurele, ernstige misstanden in de Nederlandse adoptiecultuur gesignaleerd die moeilijk te bestrijden zijn. De vastgestelde misstanden betreffen zowel activiteiten die hebben plaatsgevonden in strijd met geldende wet- en regelgeving, als onethische handelingen en corruptie in de periode 1967 - 1998. Het gaat dan bijvoorbeeld over het onmogelijk maken of bemoeilijken van het achterhalen van de afkomst en identiteit van geadopteerden door vervalsing van documenten, bewust onjuiste gegevens vermelden in documenten, afstand van kinderen tegen betaling of onder dwang, kinderhandel, -diefstal en kidnapping, baby farming en verduistering.
Voorbeelden van onethische handelingen zijn het afstand nemen van kinderen door ouders onder valse voorwendselen of morele druk, het misbruik maken van armoede of andere sociale en culturele omstandigheden bij geboortemoeders (oorlog, rampen en sociale taboes), gebrekkige archivering, onzorgvuldigheden in het vastleggen van gegevens en een gebrek aan transparantie in documentatie. Uit Rapport Commissie onderzoek interlandelijke adoptie: “De Nederlandse overheid was vanaf de late jaren zestig op de hoogte van adoptiemisstanden. Daarbij heeft de overheid verzuimd haar verantwoordelijkheden en verplichtingen na te komen en nagelaten in te grijpen wanneer daar aanleiding toe bestond. (…) Ook vóór 1967 en na 1998 (…) was er sprake van adoptiemisstanden.”
Uit dit rapport komt als een van de oplossingen het opzetten van een landelijk expertisecentrum. Het advies uit de commissie Joustra: “Draag zorg voor een onafhankelijk landelijk expertisecentrum waarin de kennis op het gebied van identiteitsvragen, zoektochten en nazorg gebundeld zijn zodat geadopteerden gefaciliteerd worden bij de toegang tot hun dossiers, de zoektocht naar hun geboorteouders, het vinden van passende psychosociale hulp en juridische ondersteuning.” Dit is nu INEA, de stichting waar Karlijn werkzaam is.
In april 2024 verzoekt de Tweede Kamer via de motie Van Nispen om interlandelijke adopties op termijn terug te brengen naar nul. Minister Weerwind besluit daarop om geen interlandelijke adopties meer toe te staan, met uitzondering van de lopende zaken.
Meer interviews met bijzondere reisverhalen? Lees ze hier.